Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst toegevoegde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek. Deze lijst is ook
beschikbaar als RSS Feed
niet in staat achten (tot)
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands
zie ook: nageven, ge zoudt het hem niet ~
Dat had ik hem niet aangegeven.
- gewaagd
- dubbelzinnig, met betrekking op het seksuele
Van Dale 2015 online : BE
Rihanna als stripper in aangebrande clip (Het Nieuwsblad)
Hij heeft een aangebrande mop verteld.
presenteren
Een goede presentator kan een show aaneenpraten.
benoeming, aanstelling
Van Dale 2017 online: BE
vnw
• aanstelling, benoeming van personen
• selectie, advies in de sport
< Frans: désignation
In lid 3 van artikel 7 worden de kandidaten door de gouverneur aangeduid. Deze aanduidingen gebeuren op de meest willekeurige wijze. (…) Op deze wijze wordt het systeem D’Hondt voor de openbare sector, een lacheding omdat de vertegenwoordiging van de privé-sector eerder politieke aanduidingen betreffen. (sic, V&A Vlaamse Raad 1987)
aal, gier, mestgier (zie aalt)
Woordenboek der Nederlandsche Taal: aal
ook ALE, Vlaamsche vorm van het woord, dat in Noord-Nederland Aalt luidt; znw. vr., als stofnaam zonder mv. In den landbouw.
Het vocht, dat uit den mest, vooral uit koemest, sijpelt en insgelijks als meststof gebezigd wordt; ook Gier geheeten.
Van Dale 2015 online: aal: BE
“De ale wordt uit den aalput opgepompt om op den akker gegoten te worden.” De Bo (1873)
vocht dat uit koemest sijpelt, gier, aal
“Er kunnen dus verschillende zienswijzen naar voren geschoven worden bij de vraag of gier (“aal”, “aalt”), d.i. de urine die uit de “natuurlijke afvalstoffen” wordt afgezonderd, als mengmest moet worden beschouwd.”
(http://www.kustcodex.be/kustcodex-consult/plainWettekstServlet?wettekstId=7781&lang=nl)
menstruatie, regels
Van Dale 2014 online: in ’t meervoud: menstruatie
Prov. Antwerpen, Vlaams-Brabant, Limburgse Kempen: veranderingen
Haspengouw: kweddelen
zie ook verzamellemma geneeskunde
De meisjes die hun maandstonden hadden, moesten niet gaan zwemmen.
menstruatie, ongesteld
synoniem van maandstonden, veranderingen
< Frans règles
zie ook verzamellemma geneeskunde
Ik heb mijn regels.
Met het innemen van de pil kunnen de regels nu ‘geregeld’ worden.
van Vlaamse oorsprong
Meemoeder is de andere helft van een lesbisch paar waarvan de ene helft een kind heeft gebaard. (De Standaard 05/01/2007)
Van Dale: meemoeder (de v.):
degene die in een lesbisch ouderpaar niet de biologische moeder is
zie ook meeouder; verzamellemma mensen
Die klein heeft een moeder en een meemoeder.
zulk(e)
1. In Vlaanderen wordt zo’n vaak gebruikt in combinatie met meervoudige zelfstandige naamwoorden.
In Nederland: zulke
2. Het gebruik van zo’n voor niet-telbare zelfstandige naamwoorden is standaardtaal in België (bv. bier, melk, pijn, weer).
West-Vlaams, zie zulk een
1. Ik heb nog nooit zo’n schoon bloemen gezien.
Zo’n twee onnozelaars samen heb ik nog nooit gezien.
2. Zo’ne slechte wijn heb ik van mijn leven nog nooit gedronken.
“Pedro zei dat hij zo’n bier niet lust en dat hij het liefste gewoon pils drinkt.” (taaladvies.net: standaardtaal in België)
dom, onhandig iemand
ook in Hageland, Vlaams Brabant
Antwerpen: scheldwoord voor onnozelaar, scharminkel
Kempen: scheldwoord voor achterlijke aap, onnozelaar
Leuven: matteko
Halle: mettekou
Vlaamse Ardennen: martiko
Mechelen: onnozele, onnozelaar, onhandig iemand
Niel: mettekoo: rug
Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt): modern lemma: marteko, ook wel martiko
In Zuid-Nederland een naam voor den aap, en zooals De Bo (1873) opmerkt, bepaaldelijk voor het jong van den aap. Mocht men dus denken aan een diminutief, dan moet men wel vragen of Marteko een verkleining zou kunnen zijn van Martijn (bij Kiliaan (1588) ook Marte), vanouds een naam van den aap (…) maar een vorm martico is in het Fransch niet aangewezen."
Marticot bestaat niet in het Frans, maar wel in het Waals waar het makaak (Macaca) betekent (Waalse wikipedia).
Als ge drie keer zout op de patatten doet, zijt ge toch wel nen echten metteko!
Zowel in Vlaanderen als in Nederland is een voorschoot een schort die men voor de ‘schoot’ bindt, bv. in de keuken.
In Vlaanderen is de voorschoot ook de naam van een kledingstuk, eventueel met korte of lange mouwen, dat heel het lichaam bedekt om de kleren te beschermen. Het wordt vooral gedragen door vrouwen.
In Nederland wordt dit een ‘jasschort’ genoemd.
wnt:
voorschoot: vrouwenschort: kleedingstuk dat de vrouw bij het werk draagt om haar kleeren tegen vuil te beschermen, bep. bestaande uit een stuk stof dat met banden om het middel wordt bevestigd en vandaar van voren over den rok neerhangt. In burgerdrachten van vroeger en in regionale drachten ook algemeen als onderdeel van de alledaagsche dracht beschouwd; schort; boezelaar. Nog een gangbare dialectterm in Vlaams-Brabant, Antwerpen, Noord-Brabant en Oost-Vlaanderen. In meerdere dialecten is de r aan den volgenden sch geassimileerd en ontmoet men vormen als vooschoot, veuschoot, vusschoot.
In dialecten in het Zuiden is het mannelijke geslacht het gangbare.
Antwerps: verschoet en verschoei (meerv. verschoeien)
Kempen: veuschoot, veuschoet, veschoot; mv.: veuschoeës, veuschoeën, veuschoeien
Limburg: scholk
Lumbutgse Kempen: jassescholk
zie ook voorschoot, een ~ groot; verzamellemma kledij
Vroeger moesten meisjes op school altijd een geruiten voorschoot aan.
Eenen blauwen oft witten lynen voorschoot, Geschiedenis van Antwerpen Brabant, 1300-1450 (uit een inventaris der 16de eeuw). (Middelnederlandsch Woordenboek)
schrijfvariant: castrol
< Frans: une casserole
Pak die kastrol met pannenlappen vast, anders brand je je vingers.
Ik gebruik altijd ne castrol om mijn aardappelen in te koken.
> andere betekenis van kastrol
jasje van een herenkostuum
zie ook onderzip
ook in de Antw. Kempen
Woordenboek der Nederlandsche Taal: bij Ziep:
Zip, Zipe, Zjip, Zjup,
Uit Oudfrans, Middelfrans jipe, naast jupe, in de betekenis ‘wambuis’. Alleen aangetroffen in dialectbronnen; de niet ontronde vorm (z)jup wordt alleen vermeld in Schuermans (1865-1870) en Cornelissen-Vervliet (1903).
vergelijk: zip, in zijn ~ slaan
Een zwarte zip bij een blauwe broek vind ik niet mooi.
De boal (buil) van men zip is kapot.
> andere betekenis van zip
Verkoudheid, maar met nadruk op de symptomen van een verstopte en/of lopende neus.
amai, ik had gisteren veel last van mijn sneuvering.
bushokje
ook: buskot
zie ook verzamellemma’s koterij, wegcode
Hij stond aan het buskotje met zijn moksje te muilen.
Zijn herstel gaat met rasse schreden vooruit zodanig dat we hem misschien zondag kunnen verwelkomen aan het buskot…met fiets. (bloggen.be)
Het begon zowaar nog te regenen, waardoor ik me terugtrok in het buskot om mijn boterhammen op te eten. (trekkings.be)
tongzoenen
zie ook van muilen komt zever
Van Dale 2018 “informeel tongzoenen” zonder verdere aanduidingen
Typisch Vlaams: Geen Algemeen Nederlands; Gangbaarheid: 2; Vlaamsheid: 1; NL: kopkluiven
Hij stond aan het buskotje met zijn moksje te muilen.
> zie andere betekenissen van muilen
lief, vriendin, mok
< geassimileerd uit mokstje, vergelijk mokske
’k Heb gisteren de hele nacht met mijn moksje liggen karjakken.
vogelen, neuken
’k Heb gisteren de hele avond met mijn moksje liggen karjakken.
afrit
anw: afslag: ((vooral) in Nederland): weg die van een hoofdroute afslaat; vertakking van de weg die een nieuwe richting op leidt; afrit
zie ook wegcode
Na het kruispunt, neem je de tweede afslag om naar je bestemming te rijden.
Een dorp met een eigen afslag op de E313! (vrt.be – Van Dievel)
> andere betekenis van afslag
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.