Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    voorschoot

    De beschrijving van deze term werd 22 keer aangepast.

    Versie 22

    voorschoot
    (de ~ (m.), ~en)

    Zowel in Vlaanderen als in Nederland is een voorschoot een schort die men voor de ‘schoot’ bindt, bv. in de keuken.
    In Vlaanderen is de voorschoot ook de naam van een kledingstuk, eventueel met korte of lange mouwen, dat heel het lichaam bedekt om de kleren te beschermen. Het wordt vooral gedragen door vrouwen.
    In Nederland wordt dit een ‘jasschort’ genoemd.

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    voorschoot: vrouwenschort: kleedingstuk dat de vrouw bij het werk draagt om haar kleeren tegen vuil te beschermen, bep. bestaande uit een stuk stof dat met banden om het middel wordt bevestigd en vandaar van voren over den rok neerhangt. In burgerdrachten van vroeger en in regionale drachten ook algemeen als onderdeel van de alledaagsche dracht beschouwd; schort; boezelaar. Nog een gangbare dialectterm in Vlaams-Brabant, Antwerpen, Noord-Brabant en Oost-Vlaanderen. In meerdere dialecten is de r aan den volgenden sch geassimileerd en ontmoet men vormen als vooschoot, veuschoot, vusschoot.
    In dialecten in het Zuiden is het mannelijke geslacht het gangbare.

    Antwerps: verschoet en verschoei (meerv. verschoeien)
    Kempen: veuschoot, veuschoet, veschoot; mv.: veuschoeës, veuschoeën, veuschoeien
    Limburg: scholk
    Lumbutgse Kempen: jassescholk

    zie ook voorschoot, een ~ groot; verzamellemma kledij

    Vroeger moesten meisjes op school altijd een geruiten voorschoot aan.

    Eenen blauwen oft witten lynen voorschoot, Geschiedenis van Antwerpen Brabant, 1300-1450 (uit een inventaris der 16de eeuw). (Middelnederlandsch Woordenboek)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 28 Mar 2020 12:54
    9 reactie(s)

    Versie 21

    voorschoot
    (de ~ (m.), ~en)

    Zowel in Vlaanderen als in Nederland is een voorschoot een schort die men voor de ‘schoot’ bindt, bv. in de keuken.
    In Vlaanderen is de voorschoot ook de naam van een kledingstuk, eventueel met korte of lange mouwen, dat heel het lichaam bedekt om de kleren te beschermen. Het wordt vooral gedragen door vrouwen.
    In Nederland wordt dit een ‘jasschort’ genoemd.

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    voorschoot: vrouwenschort: kleedingstuk dat de vrouw bij het werk draagt om haar kleeren tegen vuil te beschermen, bep. bestaande uit een stuk stof dat met banden om het middel wordt bevestigd en vandaar van voren over den rok neerhangt. In burgerdrachten van vroeger en in regionale drachten ook algemeen als onderdeel van de alledaagsche dracht beschouwd; schort; boezelaar. Nog een gangbare dialectterm in Vlaams-Brabant, Antwerpen, Noord-Brabant en Oost-Vlaanderen. In meerdere dialecten is de r aan den volgenden sch geassimileerd en ontmoet men vormen als vooschoot, veuschoot, vusschoot.
    In dialecten in het Zuiden is het mannelijke geslacht het gangbare.

    Antwerps: verschoet en verschoei (meerv. verschoeien)
    Kempen: veuschoot, veuschoet, veschoot; mv.: veuschoeës, veuschoeën, veuschoeien
    Limburg: scholk
    Lumbutgse Kempen: jassescholk

    zie ook voorschoot, een ~ groot

    Vroeger moesten meisjes op school altijd een geruiten voorschoot aan.

    Eenen blauwen oft witten lynen voorschoot, Geschiedenis van Antwerpen Brabant, 1300-1450 (uit een inventaris der 16de eeuw). (Middelnederlandsch Woordenboek)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 19 Jul 2019 13:01
    9 reactie(s)

    Versie 20

    voorschoot
    (de ~ (m.), ~en)

    Zowel in Vlaanderen als in Nederland is een voorschoot een schort die men voor de ‘schoot’ bindt, bv. in de keuken.
    In Vlaanderen is de voorschoot ook de naam van een kledingstuk, eventueel met korte of lange mouwen, dat heel het lichaam bedekt om de kleren te beschermen. Het wordt vooral gedragen door vrouwen.
    In Nederland wordt dit een ‘jasschort’ genoemd.

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    voorschoot: vrouwenschort: kleedingstuk dat de vrouw bij het werk draagt om haar kleeren tegen vuil te beschermen, bep. bestaande uit een stuk stof dat met banden om het middel wordt bevestigd en vandaar van voren over den rok neerhangt. In burgerdrachten van vroeger en in regionale drachten ook algemeen als onderdeel van de alledaagsche dracht beschouwd; schort; boezelaar. Nog een gangbare dialectterm in Vlaams-Brabant, Antwerpen, Noord-Brabant en Oost-Vlaanderen. In meerdere dialecten is de r aan den volgenden sch geassimileerd en ontmoet men vormen als vooschoot, veuschoot, vusschoot.
    In dialecten in het Zuiden is het mannelijke geslacht het gangbare.

    Antwerps: verschoet en verschoei (meerv. verschoeien)
    Kempen: veuschoot, veuschoet, veschoot; mv.: veuschoeës, veuschoeën, veuschoeien
    Limburg: scholk
    Lumbutgse Kempen: jassescholk

    zie ook voorschoot, een ~ groot

    Vroeger moesten meisjes op school altijd een geruiten voorschoot aan.

    Eenen blauwen oft witten lynen voorschoot, Geschiedenis van Antwerpen Brabant, 1300-1450 (uit een inventaris der 16de eeuw). (Middelnederlandsch Woordenboek)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 19 Jul 2019 12:57
    9 reactie(s)

    Versie 19

    voorschoot
    (de ~ (m.), ~en)

    Zowel in Vlaanderen als in Nederland is een voorschoot een schort die men voor de ‘schoot’ bindt, bv. in de keuken.
    In Vlaanderen is de voorschoot ook de naam van een kledingstuk, eventueel met korte of lange mouwen, dat heel het lichaam bedekt om de kleren te beschermen. Het wordt vooral gedragen door vrouwen.
    In Nederland wordt dit een ‘jasschort’ genoemd.

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    voorschoot: vrouwenschort: kleedingstuk dat de vrouw bij het werk draagt om haar kleeren tegen vuil te beschermen, bep. bestaande uit een stuk stof dat met banden om het middel wordt bevestigd en vandaar van voren over den rok neerhangt. In burgerdrachten van vroeger en in regionale drachten ook algemeen als onderdeel van de alledaagsche dracht beschouwd; schort; boezelaar. Nog een gangbare dialectterm in Vlaams-Brabant, Antwerpen, Noord-Brabant en Oost-Vlaanderen. In meerdere dialecten is de r aan den volgenden sch geassimileerd en ontmoet men vormen als vooschoot, veuschoot, vusschoot.
    In dialecten in het Zuiden is het mannelijke geslacht het gangbare.

    Antwerps: verschoet en verschoei (meerv. verschoeien)
    Kempen: veuschoot, veuschoet, veschoot; mv.: veuschoeës, veuschoeën, veuschoeien
    Limburg: scholk
    Lumbutgse Kempen: jassenscholk

    zie ook voorschoot, een ~ groot

    Vroeger moesten meisjes op school altijd een geruiten voorschoot aan.

    Eenen blauwen oft witten lynen voorschoot, Geschiedenis van Antwerpen Brabant, 1300-1450 (uit een inventaris der 16de eeuw). (Middelnederlandsch Woordenboek)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 19 Jul 2019 12:55
    9 reactie(s)

    Versie 18

    voorschoot
    (de ~ (m.), ~en)

    Zowel in Vlaanderen als in Nederland is een voorschoot een schort die men voor de ‘schoot’ bindt, bv. in de keuken.
    In Vlaanderen is de voorschoot ook de naam van een kledingstuk, eventueel met korte of lange mouwen, dat heel het lichaam bedekt om de kleren te beschermen. Het wordt vooral gedragen door vrouwen.
    In Nederland wordt dit een ‘jasschort’ genoemd.
    zie ook scholk; jassenscholk

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    voorschoot: vrouwenschort: kleedingstuk dat de vrouw bij het werk draagt om haar kleeren tegen vuil te beschermen, bep. bestaande uit een stuk stof dat met banden om het middel wordt bevestigd en vandaar van voren over den rok neerhangt. In burgerdrachten van vroeger en in regionale drachten ook algemeen als onderdeel van de alledaagsche dracht beschouwd; schort; boezelaar. Nog een gangbare dialectterm in Vlaams-Brabant, Antwerpen, Noord-Brabant en Oost-Vlaanderen. In meerdere dialecten is de r aan den volgenden sch geassimileerd en ontmoet men vormen als vooschoot, veuschoot, vusschoot.
    In dialecten in het Zuiden is het mannelijke geslacht het gangbare.

    Antwerps: verschoet en verschoei (meerv. verschoeien)
    Kempen: veuschoot, veuschoet, veschoot; mv.: veuschoeës, veuschoeën, veuschoeien

    zie ook voorschoot, een ~ groot

    Vroeger moesten meisjes op school altijd een geruiten voorschoot aan.

    Eenen blauwen oft witten lynen voorschoot, Geschiedenis van Antwerpen Brabant, 1300-1450 (uit een inventaris der 16de eeuw). (Middelnederlandsch Woordenboek)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Marcus op 18 Oct 2018 14:51
    9 reactie(s)

    Versie 17

    voorschoot
    (de ~ (m.), ~en)

    Zowel in Vlaanderen als in Nederland is een voorschoot een schort die men voor de ‘schoot’ bindt, bv. in de keuken.
    In Vlaanderen is de voorschoot ook de naam van een kledingstuk, eventueel met korte of lange mouwen, dat heel het lichaam bedekt om de kleren te beschermen. Het wordt vooral gedragen door vrouwen.
    In Nederland wordt dit een ‘jasschort’ genoemd.

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    voorschoot: vrouwenschort: kleedingstuk dat de vrouw bij het werk draagt om haar kleeren tegen vuil te beschermen, bep. bestaande uit een stuk stof dat met banden om het middel wordt bevestigd en vandaar van voren over den rok neerhangt. In burgerdrachten van vroeger en in regionale drachten ook algemeen als onderdeel van de alledaagsche dracht beschouwd; schort; boezelaar. Nog een gangbare dialectterm in Vlaams-Brabant, Antwerpen, Noord-Brabant en Oost-Vlaanderen. In meerdere dialecten is de r aan den volgenden sch geassimileerd en ontmoet men vormen als vooschoot, veuschoot, vusschoot.
    In dialecten in het Zuiden is het mannelijke geslacht het gangbare.

    Antwerps: verschoet en verschoei (meerv. verschoeien)
    Kempen: veuschoot, veuschoet, veschoot; mv.: veuschoeës, veuschoeën, veuschoeien

    zie ook voorschoot, een ~ groot

    Vroeger moesten meisjes op school altijd een geruiten voorschoot aan.

    Eenen blauwen oft witten lynen voorschoot, Geschiedenis van Antwerpen Brabant, 1300-1450 (uit een inventaris der 16de eeuw). (Middelnederlandsch Woordenboek)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 22 Jul 2018 19:13
    9 reactie(s)

    Versie 16

    voorschoot
    (de ~ (m.), ~en)

    Zowel in Vlaanderen als in Nederland is een voorschoot een schort die men voor de ‘schoot’ bindt, bv. in de keuken.
    In Vlaanderen is de voorschoot ook de naam van een kledingstuk, eventueel met korte of lange mouwen, dat heel het lichaam bedekt om de kleren te beschermen. Het wordt vooral gedragen door vrouwen.
    In Nederland wordt dit een ‘jasschort’ genoemd.

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    voorschoot: vrouwenschort: kleedingstuk dat de vrouw bij het werk draagt om haar kleeren tegen vuil te beschermen, bep. bestaande uit een stuk stof dat met banden om het middel wordt bevestigd en vandaar van voren over den rok neerhangt. In burgerdrachten van vroeger en in regionale drachten ook algemeen als onderdeel van de alledaagsche dracht beschouwd; schort; boezelaar. Nog een gangbare dialectterm in Vlaams-Brabant, Antwerpen, Noord-Brabant en Oost-Vlaanderen. In meerdere dialecten is de r aan den volgenden sch geassimileerd en ontmoet men vormen als vooschoot, veuschoot, vusschoot.
    In dialecten in het Zuiden is het mannelijke geslacht het gangbare.

    Antwerps: verschoet en verschoei (meerv. verschoeien)
    Kempen: veuschoot, veuschoet, veschoot; mv.: veuschoeës, veuschoeën, veuschoeien

    zie ook voorschoot, een ~ groot

    Vroeger moesten meisjes op school altijd een geruiten voorschoot aan.

    Eenen blauwen oft witten lynen voorschoot, Gesch. v. Antw. 2, 647, Brabant, 1300-1450 (uit een inventaris der 16de eeuw). (Middelnederlandsch Woordenboek)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 22 Jul 2018 19:13
    9 reactie(s)

    Versie 15

    voorschoot
    (de ~ (m.), ~en)

    Zowel in Vlaanderen als in Nederland is een voorschoot een schort die men voor de ‘schoot’ bindt, bv. in de keuken.
    In Vlaanderen is de voorschoot ook de naam van een kledingstuk, eventueel met korte of lange mouwen, dat heel het lichaam bedekt om de kleren te beschermen. Het wordt vooral gedragen door vrouwen.
    In Nederland wordt dit een ‘jasschort’ genoemd.

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    voorschoot: vrouwenschort: kleedingstuk dat de vrouw bij het werk draagt om haar kleeren tegen vuil te beschermen, bep. bestaande uit een stuk stof dat met banden om het middel wordt bevestigd en vandaar van voren over den rok neerhangt. In burgerdrachten van vroeger en in regionale drachten ook algemeen als onderdeel van de alledaagsche dracht beschouwd; schort; boezelaar. Nog een gangbare dialectterm in Vlaams-Brabant, Antwerpen, Noord-Brabant en Oost-Vlaanderen. In meerdere dialecten is de r aan den volgenden sch geassimileerd en ontmoet men vormen als vooschoot, veuschoot, vusschoot.
    In dialecten in het Zuiden is het mannelijke geslacht het gangbare.

    Antwerps: verschoet en verschoei (meerv. verschoeien)
    Kempen: veuschoot, veuschoet, veschoot; mv.: veuschoeës, veuschoeën, veuschoeien

    zie ook voorschoot, een ~ groot

    Vroeger moesten meisjes op school altijd een geruiten voorschoot aan.

    Eenen blauwen oft witten lynen voorschoot, Gesch. v. Antw. 2, 647, Brabant, 1300-1450 (uit een inventaris der 16de eeuw). (Middelnederlandsch Woordenboek)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 31 Mar 2018 21:41
    9 reactie(s)

    Versie 14

    voorschoot
    (de ~ (m.), ~en)

    Zowel in Vlaanderen als in Nederland is een voorschoot een schort die men voor de ‘schoot’ bindt, bv. in de keuken.
    In Vlaanderen is de voorschoot ook de naam van een kledingstuk, eventueel met korte of lange mouwen, dat heel het lichaam bedekt om de kleren te beschermen. Het wordt vooral gedragen door vrouwen.
    In Nederland wordt dit een ‘jasschort’ genoemd.

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    voorschoot: vrouwenschort: kleedingstuk dat de vrouw bij het werk draagt om haar kleeren tegen vuil te beschermen, bep. bestaande uit een stuk stof dat met banden om het middel wordt bevestigd en vandaar van voren over den rok neerhangt. In burgerdrachten van vroeger en in regionale drachten ook algemeen als onderdeel van de alledaagsche dracht beschouwd; schort; boezelaar. Nog een gangbare dialectterm in Vlaams-Brabant, Antwerpen, Noord-Brabant en Oost-Vlaanderen. In meerdere dialecten is de r aan den volgenden sch geassimileerd en ontmoet men vormen als vooschoot, veuschoot, vusschoot.
    In dialecten in het Zuiden is het mannelijke geslacht het gangbare.

    Antwerps: verschoet en verschoei (meerv. verschoeien)
    Kempen: veuschoot, veuschoet, veschoot; mv.: veuschoeës, veuschoeën, veuschoeien

    zie ook voorschoot, een ~ groot

    Vroeger moesten meisjes op school altijd een geruiten voorschoot aan.

    Eenen blauwen oft witten lynen voorschoot, Gesch. v. Antw. 2, 647, Brabant, 1300-1450 (uit een inventaris der 16de eeuw). (MNW)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 28 Jun 2016 17:27
    9 reactie(s)

    Versie 13

    voorschoot
    (de ~ (m.), ~en)

    schort
    zie ook voorschoot, een ~ groot

    Antwerps: verschoet en verschoei (meerv. verschoeien)
    Kempen: veuschoot, veuschoet, veschoot; mv.: veuschoeës, veuschoeën, veuschoeien

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: voorschoot: vrouwenschort: kleedingstuk dat de vrouw bij het werk draagt om haar kleeren tegen vuil te beschermen, bep. bestaande uit een stuk (katoenen, linnen, wollen e.d.) stof dat met banden om het middel wordt bevestigd en vandaar van voren over den rok neerhangt. In burgerdrachten van vroeger en in regionale drachten ook algemeen als onderdeel van de alledaagsche dracht beschouwd; schort; boezelaar. Nog een gangbare dialectterm in Vl.-Brab., Antw., N.-Brab. en O.-Vl. (daan en winnen). In meerdere dial. is de r aan den volgenden sch geassimileerd en ontmoet men vormen als vooschoot, veuschoot, vusschoot.
    Meervouden:
    Aarschot: voschoeden (verzwakking t > d), voschoeren, voschoejen, voschoes (Pauwels)
    Antw.: veurschooën naast veurschooten, verkl. veurschooken (Corn.)
    Het woord heeft in de alg. taal (voor 1921) een dubbel genus, zij het in tegenst. tot dat woord: m. en onz. Het oudst aangegeven genus is in ieder geval het m. Vanaf (1691) duikt dan het onz. op. In dialecten in het Z. is het m. geslacht het gangbare.

    Vroeger moesten meisjes op school altijd een geruiten voorschoot aan.

    Eenen blauwen oft witten lynen voorschoot, Gesch. v. Antw. 2, 647, Brabant, 1300-1450 (uit een inventaris der 16de eeuw). (MNW)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 25 Jun 2016 16:15
    9 reactie(s)

    Versie 12

    voorschoot
    (de ~ (m.), ~en)

    schort
    zie ook voorschoot, een ~ groot

    Antwerps: verschoet en verschoei (meerv. verschoeien)
    Kempen: veuschoot, veuschoet, veschoot; mv.: veuschoeës, veuschoeën, veuschoeien

    WNT: voorschoot: vrouwenschort: kleedingstuk dat de vrouw bij het werk draagt om haar kleeren tegen vuil te beschermen, bep. bestaande uit een stuk (katoenen, linnen, wollen e.d.) stof dat met banden om het middel wordt bevestigd en vandaar van voren over den rok neerhangt. In burgerdrachten van vroeger en in regionale drachten ook algemeen als onderdeel van de alledaagsche dracht beschouwd; schort; boezelaar. Nog een gangbare dialectterm in Vl.-Brab., Antw., N.-Brab. en O.-Vl. (daan en winnen). In meerdere dial. is de r aan den volgenden sch geassimileerd en ontmoet men vormen als vooschoot, veuschoot, vusschoot.
    Meervouden:
    Aarschot: voschoeden (verzwakking t > d), voschoeren, voschoejen, voschoes (Pauwels)
    Antw.: veurschooën naast veurschooten, verkl. veurschooken (Corn.)
    Het woord heeft in de alg. taal (voor 1921) een dubbel genus, zij het in tegenst. tot dat woord: m. en onz. Het oudst aangegeven genus is in ieder geval het m. Vanaf (1691) duikt dan het onz. op. In dialecten in het Z. is het m. geslacht het gangbare.

    Vroeger moesten meisjes op school altijd een geruiten voorschoot aan.

    Eenen blauwen oft witten lynen voorschoot, Gesch. v. Antw. 2, 647, Brabant, 1300-1450 (uit een inventaris der 16de eeuw). (MNW)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 19 Feb 2016 04:15
    9 reactie(s)

    Versie 11

    voorschoot
    (de ~ (m.), ~en)

    schort

    Antwerps: verschoet en verschoei (meerv. verschoeien)
    Kempen: veuschoot, veuschoet, veschoot; mv.: veuschoeës, veuschoeën, veuschoeien

    WNT: voorschoot: vrouwenschort: kleedingstuk dat de vrouw bij het werk draagt om haar kleeren tegen vuil te beschermen, bep. bestaande uit een stuk (katoenen, linnen, wollen e.d.) stof dat met banden om het middel wordt bevestigd en vandaar van voren over den rok neerhangt. In burgerdrachten van vroeger en in regionale drachten ook algemeen als onderdeel van de alledaagsche dracht beschouwd; schort; boezelaar. Nog een gangbare dialectterm in Vl.-Brab., Antw., N.-Brab. en O.-Vl. (daan en winnen). In meerdere dial. is de r aan den volgenden sch geassimileerd en ontmoet men vormen als vooschoot, veuschoot, vusschoot.
    Meervouden:
    Aarschot: voschoeden (verzwakking t > d), voschoeren, voschoejen, voschoes (Pauwels)
    Antw.: veurschooën naast veurschooten, verkl. veurschooken (Corn.)
    Het woord heeft in de alg. taal (voor 1921) een dubbel genus, zij het in tegenst. tot dat woord: m. en onz. Het oudst aangegeven genus is in ieder geval het m. Vanaf (1691) duikt dan het onz. op. In dialecten in het Z. is het m. geslacht het gangbare.

    Vroeger moesten meisjes op school altijd een geruiten voorschoot aan.

    Eenen blauwen oft witten lynen voorschoot, Gesch. v. Antw. 2, 647, Brabant, 1300-1450 (uit een inventaris der 16de eeuw). (MNW)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 18 Feb 2016 20:07
    9 reactie(s)

    Versie 10

    voorschoot
    (de ~ (m.), ~en)

    schort

    Antwerps: verschoet en verschoei (meerv. verschoeien)
    Kempen: veuschoot, veuschoet, veschoot; mv.: veuschoeës, veuschoeën, veuschoeien

    WNT: voorschoot: vrouwenschort: kleedingstuk dat de vrouw bij het werk draagt om haar kleeren tegen vuil te beschermen, bep. bestaande uit een stuk (katoenen, linnen, wollen e.d.) stof dat met banden om het middel wordt bevestigd en vandaar van voren over den rok neerhangt. In burgerdrachten van vroeger en in regionale drachten ook algemeen als onderdeel van de alledaagsche dracht beschouwd; schort; boezelaar. Nog een gangbare dialectterm in Vl.-Brab., Antw., N.-Brab. en O.-Vl. (daan en winnen). In meerdere dial. is de r aan den volgenden sch geassimileerd en ontmoet men vormen als vooschoot, veuschoot, vusschoot.
    Meervouden:
    Aarschot: voschoeden (verzwakking t > d), voschoeren, voschoejen, voschoes (Pauwels)
    Antw.: veurschooën naast veurschooten, verkl. veurschooken (Corn.)
    Het woord heeft in de alg. taal (voor 1921) een dubbel genus, zij het in tegenst. tot dat woord: m. en onz. Het oudst aangegeven genus is in ieder geval het m. Vanaf (1691) duikt dan het onz. op. In dialecten in het Z. is het m. geslacht het gangbare.

    Vroeger moesten meisjes op school altijd een geruiten voorschoot aan.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 18 Feb 2016 18:59
    9 reactie(s)

    Versie 9

    voorschoot
    (de ~ (m.), ~en)

    schort

    Antwerps: verschoet en verschoei (meerv. verschoeien)
    Kempen: veuschoot, veuschoet, veschoot; mv.: veuschoeës, veuschoeën, veuschoeien

    WNT: voorschoot: vrouwenschort: kleedingstuk dat de vrouw bij het werk draagt om haar kleeren tegen vuil te beschermen, bep. bestaande uit een stuk (katoenen, linnen, wollen e.d.) stof dat met banden om het middel wordt bevestigd en vandaar van voren over den rok neerhangt. In burgerdrachten van vroeger en in regionale drachten ook algemeen als onderdeel van de alledaagsche dracht beschouwd; schort; boezelaar. Nog een gangbare dialectterm in Vl.-Brab., Antw., N.-Brab. en O.-Vl. (daan en winnen). In meerdere dial. is de r aan den volgenden sch geassimileerd en ontmoet men vormen als vooschoot, veuschoot, vusschoot.
    Meervouden:
    Aarschot: voschoeden (verzwakking t > d), voschoeren, voschoejen, voschoes (Pauwels)
    Antw.: veurschooën naast veurschooten, verkl. veurschooken (Corn.)
    Het woord heeft in de alg. taal (voor 1921) een dubbel genus, zij het in tegenst. tot dat woord: m. en onz. Het oudst aangegeven genus is in ieder geval het m. Vanaf (1691) duikt dan het onz. op. In dialecten in het Z. is het m. geslacht het gangbare.

    Vroeger moesten meisjes op school altijd een geruiten voorschoot aan.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 18 Feb 2016 18:15
    9 reactie(s)

    Versie 8

    voorschoot
    (de ~ (m.), ~en)

    schort

    Antwerps: verschoet en verschoei (meerv. verschoeien)
    Kempen: veuschoot, veuschoet, veschoot; mv.: veuschoeës, veuschoeën, veuschoeien

    WNT: voorschoot: vrouwenschort: kleedingstuk dat de vrouw bij het werk draagt om haar kleeren tegen vuil te beschermen, bep. bestaande uit een stuk (katoenen, linnen, wollen e.d.) stof dat met banden om het middel wordt bevestigd en vandaar van voren over den rok neerhangt. In burgerdrachten van vroeger en in regionale drachten ook algemeen als onderdeel van de alledaagsche dracht beschouwd; schort; boezelaar. Nog een gangbare dialectterm in Vl.-Brab., Antw., N.-Brab. en O.-Vl. (daan en winnen). In meerdere dial. is de r aan den volgenden sch geassimileerd en ontmoet men vormen als vooschoot, veuschoot, vusschoot.
    Meervouden:
    Aarschot: voschoeden (verzwakking t > d), voschoeren, voschoejen, voschoes (Pauwels)
    Antw.: veurschooën naast veurschooten, verkl. veurschooken (Corn.)
    Het woord heeft in de alg. taal (voor 1921) een dubbel genus, zij het in tegenst. tot dat woord: m. en onz. Het oudst aangegeven genus is in ieder geval het m. Vanaf (1691) duikt dan het onz. op. In dialecten in het Z. is het m. geslacht het gangbare.

    Vroeger moesten meisjes op school altijd een geruiten voorschoot aan.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 18 Feb 2016 18:15
    9 reactie(s)

    Versie 7

    voorschoot
    (de ~ (m.), ~en)

    schort

    Antwerps: verschoet en verschoei (meerv. verschoeien)
    Kempen: veuschoot, veuschoet, veschoot; mv.: veuschoeës, veuschoeën, veuschoeien

    WNT: voorschoot: vrouwenschort: kleedingstuk dat de vrouw bij het werk draagt om haar kleeren tegen vuil te beschermen, bep. bestaande uit een stuk (katoenen, linnen, wollen e.d.) stof dat met banden om het middel wordt bevestigd en vandaar van voren over den rok neerhangt. In burgerdrachten van vroeger en in regionale drachten ook algemeen als onderdeel van de alledaagsche dracht beschouwd; schort; boezelaar. Nog een gangbare dialectterm in Vl.-Brab., Antw., N.-Brab. en O.-Vl. (daan en winnen).
    In meerdere dial. is de r aan den volgenden sch geassimileerd en ontmoet men vormen als vooschoot, veuschoot, vusschoot.
    Meervouden:
    Aarschot: voschoeden (verzwakking t > d), voschoeren, voschoejen, voschoes (Pauwels)
    Antw.: veurschooën naast veurschooten, verkl. veurschooken (Corn.)
    Het woord heeft in de alg. taal (voor 1921) een dubbel genus, zij het in tegenst. tot dat woord: m. en onz. Het oudst aangegeven genus is in ieder geval het m. Vanaf (1691) duikt dan het onz. op. In dialecten in het Z. is het m. geslacht het gangbare.

    Vroeger moesten meisjes op school altijd een geruiten voorschoot aan.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 18 Feb 2016 18:14
    9 reactie(s)

    Versie 6

    voorschoot
    (de ~ (m.), ~en)

    schort

    Antwerps: verschoet en verschoei (meerv. verschoeien)
    Kempen: veuschoot, veschoot, schort

    Vroeger moesten meisjes op school altijd een geruiten voorschoot aan.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door Marcus op 11 Nov 2015 14:23
    9 reactie(s)

    Versie 5

    voorschoot
    (de ~ (m.), ~en)

    schort

    Antwerps: verschoet en verschoei (meerv. verschoeien)
    Kempen: veuschoot, veschoot, schort

    Vroeger moesten meisjes op school altijd een geruiten voorschoot aan.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 16 Dec 2012 22:54
    9 reactie(s)

    Versie 4

    voorschoot
    (de ~ (m.), ~en)

    schort

    Antwerps: verschoet en verschoei (meerv. verschoeien)

    Vroeger moesten meisjes op school altijd een geruiten voorschoot aan.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 12 Nov 2010 13:14
    9 reactie(s)

    Versie 3

    voorschoot
    (het, de ~ (m.), ~en)

    schort

    Vroeger moesten meisjes op school altijd een geruiten voorschoot aan.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door eric op 12 Nov 2010 01:16
    9 reactie(s)

    Versie 2

    voorschoot
    (het, de ~ (m.), ~en)

    schort

    Vroeger moesten meisjes op school altijd een geruiten voorschoot aan.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door Grytolle op 03 Feb 2008 02:16
    9 reactie(s)

    Versie 1

    voorschoot

    schort

    Vroeger moesten meisjes op school altijd een geruiten voorschoot aan.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door Trezebees op 10 Nov 2007 15:21
    9 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.