Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    Een willekeurige selectie

    Dit is een willekeurige selectie woorden van wat het Vlaams woordenboek zoal te bieden heeft. Herlaad voor meer.

    school, in de ~
    (idioom)

    tijdens de schooltijd, in de les, in de klas, op school
    ook in ’t school

    NL: ‘in de school’ betekent dat men fysiek in het schoolgebouw aanwezig is. Voor ‘in schooltijd’, tijdens de lessen, zegt men ‘op school’.

    Wat in de school mag en niet mag, staat in het schoolreglement.

    In de jaren 30-40 van de 20ste E. schreef men in de school met een griffel op een lei; anno 21ste E. gebruikt men een computer.

    Ondanks de strenge regels in ’t school, maakten we toch veel plezier.

    In de school Heilige Familie in Berchem is een jongen van 12 geschorst nadat hij een groot keukenmes bovenhaalde. (radio2.be)

    0 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door fansy en laatst gewijzigd door fansy (11 Aug 2021 04:28)

    👍
    232

    cho
    (tussenwerpsel)

    “Ho!”, “Oei!”, “Goh!”
    drukt onzekerheid, twijfel, angst, medeleven,… uit
    leidt meestal de zin in

    De kortste weg naar Pulderbos? Cho, dat weet ik zelf niet eens.

    En nu is zijn vader gestorven. Cho, wat gaan ze nu aanvangen?

    2 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door Marcus en laatst gewijzigd door fansy (18 Jul 2021 03:38)

    👍
    248

    karmenei
    (zn. v. -en)

    hevige vuistslag, toek, mossel

    ook in Lier

    Blijft daar maar schonekes tussenuit of sebiet krijgt ge zelf nog een karmenei!

    0 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door de Bon en laatst gewijzigd door fansy (19 Jul 2021 14:59)

    👍
    276

    meester
    (de~, (m.v.), ~s)

    Een titel die in België gebruikt wordt voor advocaat. (taaladvies.net)

    De meester heeft gepleit voor het recht op alimentatiegeld voor het Hof van Beroep.

    2 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door fansy en laatst gewijzigd door fansy (10 Aug 2021 08:45)

    👍
    291

    grinta
    (zn. m.)

    sportterm: verbetenheid, vechtlust, …

    grinta (Italiaans): hardnekkigheid, verbetenheid (veel gebruikt door Michel Wuyts op de Vlaamse televisie).(https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_uitdrukkingen_en_gezegden_uit_het_sportcommentaar)

    Maar met de openingswedstrijd van BE tegen Italië in het Europees voetbalkampioenschap veelvuldig in het voetbal gebruikt.

    google2016: ‘veel grinta’ .BE (>840) ; .NL (>60)

    vtm.be: Bondscoach Marc Wilmots legde er stevig de pees op en de spelers toonden veel grinta.

    voetbalprimeur.be: Rode Duivels trainen met veel grinta tijdens intensieve traning

    nieuwsblad.be: (2013) De IJslander verving Bruno Godeau en zorgde voor meer werkkracht op het middenveld. ‘De coach vroeg me om met veel grinta in te vallen.’.

    filologica.be: En wat voor een wereldrit was het in de finale plots. De grinta van OLOL (voor VdB?) en Dries Devenyns op het laatste. Mooi mooi.

    0 reactie(s)
    Toegevoegd door Georges Grootjans (07 Aug 2021 07:49)

    👍
    303

    dedderen
    (ww. dedderde, gededderd)

    smossen met eten

    Tom dedderde terwijl hij een smoske at.

    1 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door edecordt2452 en laatst gewijzigd door de Bon (27 Jul 2021 23:22)

    👍
    309

    kant
    (de ~ (m.), kent, kentsje)

    (verouderd) boterham

    Van Dale 2014 online: gewestelijk

    etymologiebank:
    Nhd. Kanten ‘homp brood, kapje’ gaat terug op de verouderde mnl. betekenis ‘stuk brood’, via Nederlandse kolonisten in Oost-Duitsland (12e eeuw)

    Middelnederlandsch Woordenboek: Cant
    Stuk, brok, homp, bete. Kiliaan kant broots, j. hompe, frustum praecidaneum; gall. chanteau; angl. cantell.
    Schuermans : kant is een boterham;
    ook in samenstellingen: kezekant, koolkant, spijzekant en kantzak, bedelzak, alsmede de uitdrukking ‘om kanten gaan’, bedelen

    wnt: Kant
    Mnl. Cant, wrs van het oudfrans: cant, can; nieuwfrans: champ
    dat van Keltischen oorsprong is (?)

    zie ook: botram, boke, stute

    Wao hébs dich èn z’n botrammedaus zitten haajn? Ne sjroêpkant, ne keiskant en nen derm sesies!
    (Wat heb jij in je boterhammendoos zitten vandaag? Een boterham met stroop, ene met kaas, en een eindje worst.)

    Ich niks as ne botterkant.
    (Ik enkel een met boter besmeerde snede broods.)

    1 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door Flipper en laatst gewijzigd door de Bon (26 May 2025 17:20)

    👍
    343

    af
    (voorz.)

    van, vanaf

    Moest Peter Koelewijn ne Vlaming geweest zijn, hij had “Kom af dat dak” gezongen in de plaats van “Kom van dat dak af”.

    Hij is af ’t dak gevallen en heeft zijn pikkel verstuikt.

    > andere betekenis van af

    2 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door Georges Grootjans en laatst gewijzigd door de Bon (09 Aug 2021 09:09)

    👍
    358

    gibberen
    (ww., gibberde, gegeibberd)

    giechelen, lachen

    Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt): Giechelen
    Van dezelfde basis als gijbelen, giebelen en gibbelen.
    Gewestelijk in Vl.-België. schuerm. (1865-1870).
    - Ze zagen er een verdachte toespeling in op de meisjes, omdat een paar jonge blaren aan ’t gibberen gingen, Claes, De Witte (1920).
    - Op die achterste banken werd er altijd gewesterd (westeren) en gegibberd door eenige jonge mannen, Claes, Fanf. (1924).

    zie ook gegibber, gibber, gibberzjat

    Het kindje gibberde van plezier toen oom gekke bekken trok.

    1 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door koetjing en laatst gewijzigd door de Bon (10 Jun 2025 13:14)
    Dit woord was woord van de dag op 01 Oct 2009

    👍
    468

    kassei
    (de ~ (m./v.), ~en, ~s)

    straatsteen van natuursteen (meestal porfier), kinderkopke

    anw: (vooral) in België: dikke, min of meer vierkante straatsteen met een afgeronde bovenkant

    vnw:
    •kei als straatsteen, soort kinderhoofdje, kinderkopje
    •straatweg met keien

    Van Dale: kassei
    1300 ‘straat­weg, straatsteen’ < Pi­car­disch cauchee (Frans chaussée)

    DS2015 kasseien: straatstenen: standaardtaal

    zie ook kasseiweg, kasseibaan, kasseistraat, kasseiwegel, kasseidreef, kasseilegger, kasseikapper, kasseisteen, kasseihelling

    Cobblestone J1

    Mijn armen doen zeer van te veel op kasseien te fietsen.

    Als ge met dees regenweer de kasseis gaat doen, past op dat ge met uwe velo er ni van onderuit schuift.

    5 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door aliekens en laatst gewijzigd door Georges Grootjans (18 Apr 2025 13:05)
    Dit woord was woord van de dag op 20 Nov 2010

    👍
    558

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.