b(e)rust
B-attest
B-FAST
B-LIFE
B-partij
b-weg
ba
ba Net in d'Huikstraat
baa
baai
baal
baalkatoen
baalzak
baamis
baamispacht
baan
baan doen
baan, de ~ ruimen
baan, grote ~
baan, langs de ~
baan, met iemand over de ~ kunnen
baan, onder de ~
baanbordeel
baancafé
baandancing
baanhotel
baanjanet
baanrestaurant
baanvak
baanvast
baanvastheid
baanwinkel
baar
baarchoc
baard
baard, een ~ als een wereld
baard, iemand de ~ afdoen
baarvoets
baas
Baas Gansendonck
baaskapabol
baaske
babbeke
babbel
babbel, aan de ~ slagen
babbel, een ~ slagen
babbelaer
babbeleir
babbelen
babbelette
babbelgat
babbelienge
babbeltje doen
babbelwater
Babelonie
Babelse spraakverwarring
babelutte
babyboozer
babyborrel
babysit
babytheek
babyzitster
bac’er
baccer, eerste ~
bache
bachecamion
bacheke
bachewagen
bachten
Bachten de Kupe
bachten, naar ~
backlijn
bad, mee in ~ trekken
badbloem
badden
badderen
baden
badgen
badkar
badkarhouder
badkostuum
badmintonraket
badstad
bafaf
bagaar
bagger
bagon
baigneur
bain de soleil
bajaak
bajaat - mobajaat
bajen
bak
bak, grijze ~
bak, groene ~
bak, het is ~
bak, in de ~ schuiven
bak, in de ~ steken
bak, in den ~ vliegen
bak, juffra mag ik uw lijf is door den ~ sleuren
bak, uwe ~ vol krijgen
bak, van de ~ bijten
bak, vollen ~
bakel
bakendoe
bakfietsbobo
bakfietsvlaming
bakhuis
bakje
bakje vol met stro
bakkeljauw
bakken
bakken, gaan ~
bakkenheet
bakkenpie
bakkenweer
bakkerij, industriële ~
bakkerin
bakkersauto
bakkersgast
bakkes
bakkes, frank ~
bakkes, groot ~
bakkes, met zijn ~ tegen de muur lopen
bakkes, op uw ~
bakkes, vuil ~
bakkes, zijn ~ afspelen
bakkesgekret
bakkesvol
baklijn
bakoven
bakschieten
bakske
bakske (Baquet de Charleroi)
baksteen in de maag
baksteen, met een ~ in de maag geboren zijn
baksteenpolitiek
baksteenslag
bakvuil
bal
bal marginal
bal national
bal populaire
bal van de burgemeester
bal van de burgemeester en schepenen
bal, de ~ misslaan
bal, geen rotte ~ hebben
bal, op geen ~ trekken
baladeuse
balanschiere
balayage
baleine
Balense Reus
balg
baljuw
balk, op de ~ schrijven
balkatoen
balkdonker
balken onder zijn ogen hebben
balkhaas
balkon
balleke
ballen, op geen ~ trekken
ballenkot
ballonneke
ballonnekeskop
ballotin
balsemazijn
balusterdraaier
balustraat
bamba
bamesweer
bamistijd
bamix
bammekes
banaanappel
banaanschot
banaba
banama
bananelaar
banbliksem
bancontact
band
band, door de ~ (genomen)
bandbreuk
banden leggen
banden steken
banden, de lucht uit ~ halen
banderen
bandiet
bandieterij
bandopnemer
baneenk
baneet
bang hebben
bang krijgen
bang, zij niet ~
bangelijk
banger
bangerig
bangescheet
bangschijter
baniet
banink
bank
bank, een ~ achteruit
bank, kus van de juffrouw en een ~ vooruit
bankbriefje
banken
banken, applaus op alle ~
bankencrisissen
bankfaling
bankkaart
bankrekeninguittreksel
bankuittreksel
bankvijs
banneke
banque russe
bar
barak
barakkenmannen
barakske
baratin
barbe à papa
barbecu
barbecuecheque
barbeteus
barcadaine
barcadère
bareel
barema
baremaschaal
baremiek
bareng
barlikken
barm
barometrische voor
baron zeep
baronie
barre
barrebitjes, de ~
barrechoc
barreke
barreren
barrevoets tot aan de kop
barriere
barsok
barvoets
basbeest
basch
bascule
bashen
basher
basisakte, de ~ zijn van iets
basismilitant
baske
basken
basket
basketsloef
basketsloefkes
basketten
basketter
basse-classe
bassen
bassen, niks te ~ hebben
basseng
bassing
bastion
Bastogne
bat
bataklan
batavie, den ~ jagen
batavie, van uwen ~ geven
batje
bats
bats, geen ~
batsen, ~krijgen, ~geven
batskop
battaklang
batteklank
battement
battendoet
batteraaf
batteren
batterij
battevieren
bauling
bavet
bawau
baxter
baxter, aan de ~ liggen of hangen
baxtervoeding
bazaar
bazas
bazatse
bazeke
bazemaker
bazenpoepen
bazenpoeper
bazenpoeperij
bazet
bazoef
bazooka, zijn ~ bovenhalen
bazzelonjke
bazzewat
bazzewatten
bèirekoed
bé euh
bél dél
bémol
béton armé
böttelen
bùs
BBI
BBT
bdht-klinkerregel
BDW
BE
be lange na nog ni
beantwoorden aan
beleidsverantwoordelijke
bebabbelen
bebabbelen, iemand ~
bebbe
bebbeke
bebbel
bebbel, zijnen ~ staat nooit stil
bebber
bebberen
bebeetje
bebloemen
bebloeming
beboeren
beboffen
bebouwing, halfopen ~
bec de gaz
bed, groot ~
bed, het ~ aftrekken
bed, het ~ opdekken
bed, uit het ~ klappen
bedabbelen
bedampen
bedanking
bedankingsbrief
bedankingscadeau
bedankingsgeschenk
bedankingskaart
bedankingsmail
bedankt om te
bedörven
beddegoeds
beddenbak
beddenbak, jaloerse ~
beddenbak, politieke ~
beddepisser
beddes
bedding
bedding, eigen ~
bede, bezetting ter ~
bedecht, echt ~
bedeenen
bedelen
bedelen, huis aan huis ~
bedeling
bedeling, huis aan huis ~
bedelke
bedelzang
bedelzanger
bedelzangtraditie
bedelzingen
bedeme
bedemelijk
bedemme
bedenking
bederven
bedevaarder
bedevaardster of bedevaarster
bedicht
bediejemend lijtem, lijtze daa
bedieme
bediende
bediendecontract
bediendencentrale
bediendencontract
bediendenstatuut
bediendenvakbond
bediendevakbond
bediscuteren
Bednet
bedodden
bedoelen
bedoenerig
bedomen
bedompt
bedorven
bedorven dans
bedorven scheet
bedorven, beter een oude kapot gelijk een jonge ~
bedorven, rot ~
bedot
bedpan
bedreiging met spraak en zinnebeelden
bedretst
bedrichten
bedrijfsauto
bedrijfsbeheer
bedrijfsinkomen
bedrijfslast
bedrijfslasten
bedrijfsrevisor
bedrijfsuitgave
bedrijfsvoorheffing
bedrijfswagen
bedrijvig
bedrogen maagd
bedrukte moeder Gods
bedspon
beduveld zijn
bedzeiker
beeën
beeld zonder klank
beeld, een ~ ophangen van iemand
beeldeke
beeldemager
beelden, harde ~
beele
beeleke
beelekesboek
been
been, het is geen ~ af
been, iemand een ~ uitvijzen
been, iets aan zijn ~ hebben
been, op een ~ kunt ge niet staan
beenhard
beenhesp
beenhouwer
beenhouwerij
beenhouwersbiefstuk
beenhouwersgast
beenhouwersreis
beenhouwersstuk
beentjes, zijn ~ mogen insmeren
beenverwarmer
beer
beer doen met iemand
beer, brullen met den ~ in 't bos
beer, de ~ opgegeten
beer, mijnen ~ grolt
beer, mijnen ~ begint te dansen
beer, voor het geld danst de ~
beer, zo vet als nen ~
beerkar
beerlelijk
beerput
Beerschot
beervat
bees
beest, de ~ jagen
beest, de ~ uithangen
beest, het zwarte ~
beest, met een ~ (op de rug) rijden
beest, slechte ~
beestekoud
beesten, feesten gelijk de ~
beestenstiel
beesterie
beestig
beestigheid
beestjen
beet
beet hebben
beet krijgen, geven
beet, een ~ lachen
beetelen
beeweg
beeze
bef, den ~ jagen
bef, den ~ zijn
bef, een ~ trekken
begaaien
begaaien, zich ~
begaan
begankenis
begankenis, zijn ~ gaan
begaren
begaringe
begeuze
begeven, te ~
beggelen
begijn, naakte ~
begijnestraat, de ~
begijnhof
begin, midden, eind de jaren ~
begin, van in het ~
begingeneriek
beginnen bellen
beginnen met infinitief
beginners luck
begint met
beginwedde
begod
begoed
begoest (op)
begore
begost
begosten
begot
begotsig
begotteke, het heel ~
begrafenisdienst
begraven lijk een hond
begraven, in alle intimiteit ~
begraving
begrepen tussen
begrijpe wie begrijpen kan
begrijpt ge
begrinsen
begroting in evenwicht
begrotingsconclaaf
begrotingsput
begrotingswaakhond
behandeling, in ~ bij
beharde
beharzen
beheerraad
beheersovereenkomst
behoudingsgezind
beiaardcantus
beiaardconcert
beiden
beien
beier
beige
beik
beir
beir, van zijn ~ maken
beire
beirechance
beiren
beistewiele
bek
bekakt
bekampen
bekan
bekan, nog ni ~
bekans
bekanst
bekant
bekeken, het voor ~ houden
Bekende Vlaming
bekennen, zijn eigen ~
bekeppelen
bekeppen
bekermatch
bekeuzeld
bekeuzelen
bekhaar
bekister
bekke
bekken
bekker
beklaagde
beklagen, zich ~
beklappen
beklassen
bekledderen
beklemtonen
bekletsen
beklijsterd
beklijsteren
beklopt
beklopt zeen
beklopt zijn
bekomen
bekommernis
bekomste
bekort, in ~ zitten
bekorten
bekrozen
bekruizen
bekt, het ~ hem niet
bekukkelen
bekuttelen
bekwaam (om)
bekwaam zijn om
bekwaamheidsbewijs
bekwaamheidsdiploma
bekwame helper
bekwikkelen
bel-etage
bel-etagewoning
bel-me-niet-meer-lijst
belachelijkaard
Belang, ’t ~
belang, ~ hebben
belangenconflict
belangenie
belangenneming
belangenvermenging
belanghebbende
belasting op inverkeerstelling
belastingbelg
belastingregering
belastingsbrief
belauto
belbos
belbus
Belcongo
beleidscel
beleidsloosheid
beleken
belen
belet
beletten
belezen
belezen, iemand laten ~
belfort
Belg, oude ~
belga
Belgabericht
BelgaBox
belgacent
BelgaGov
BelgaImage
belgaroker
belge, à la ~
Belgen, nieuwe ~
belgengevoel
Belgenland
belges, les petits ~
belgetariër
belgetarisch
Belgian Bullets
Belgian Cats
Belgian Cheetahs
Belgian Tornados
belgianiseren
België
België barst
België, wereldberoemd in ~
België, de NV ~
België, het lelijkste land ter wereld
België-bashing
België-gevoel
Belgiëstan
Belgicain
belgicaniseren
Belgicisme
belgicist
belgicistisch
|
Belgiek, den ~
Belgiekske, voor `t ~ nikske
Belgique à Papa
Belgique de papa
Belgisch compromis
Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid
Belgisch trekpaard
Belgisch witblauw
Belgisch-Nederlands
Belgische bijnamen
Belgische bijnamen van inwoners
Belgische bijnamen van plaatsen
Belgische blauwe steen
Belgische blauwsteen
Belgische Boerenbond
Belgische chocolade
Belgische dienst voor de Serveerkunst van het Bier
Belgische knoop, de ~
Belgische sportploegen
Belgische vod
Belgistan
belgitude
belgofiel
Belgofonie
belgofoob
Belgosceptisch
belgotariër
Belgwording
belle
belleboomke
bellefleurke
bellekentrek
bellekes
belleketrek doen
belleman
bellemet
bellemet houden
bellemiesik
bellen
bellen, binnen zonder ~
beloftenteam
belofteteam
beloftevol
beloken
belot
belotten
belotten, op iemands hol kunnen ~
belpop
Bels
Bels Lijntje
Belsj trèkpaerd, wirke wie ein ~
Belsj, op ’t ~
belt, het ~
beluik
belwaarde
bemerking
bemeten
bemeubeld
bemeubelen
bemmel
bemmelen
bemokkeld
bempd
ben
ben beginnen
Ben-belasting
benadeligen
benauwd zijn van
benauwdheid
benauwelijk
benauwschijter
bende
bende van Nijvel
bende van Nijvel, de ~
Bende-onderzoek
bendedossier
bendespeurder
bendig
bendig zien
bendigaard
beneden
beneden alles
beneden de taalgrens
benedenverdiep
beneejeste
benefiet
benemen
benen, de ~ hebben
benen, de ~ van onder zijn gat lopen
benen, floeren ~
benen, ze loopt op haar laatste ~
benen, zijn ~ onder tafel steken
benevolentie
bengel
bengelen, aan het staartje ~
beniesd zijn
benne
bennen
benodigen
benoemen
benoemen, vast ~
benomen, druk ~ zijn
benoold
benoolderik
benoveren
benuujd
bepaald, meer ~
bepampelen
bepeizen
bepeizen, zich ~
beplaasteren
beplekken
beplokken
bepotelen
bepoumpelen
ber(re)ves
Berchem kerk, aan ~ staan
Berchem, in ~ afstappen
berd
berdelen
berechaanse
berechten
berechtigen
bereide schotel
beren
beren, als ge wilt ~ moet ge niet achter de kar lopen
berenpoot
Berg van Rupel
berg, de ~ opgaan
bergaf
bergingskot
bergkot
bergop
bergplaats
berichtjes sturen
beridderen
berkoos
berkuus
Berlijn, over ~ naar Parijs rijden
berlikken
berline
berlok
beroep doen op
beroep, hof van ~
beroepscentrale
beroepsdopper
beroepsernst
beroepsinschakelingstijd
beroepskost
beroepsmisvorming
beroepsschool
beroepsvervolmaking
beroepsvrijwilliger
beroesteren
beroezen, zich ~
Berre en Fluppe
berreves
berrevoesj
berrevoets
berrewet
Bert den Bleiter
besannen
besant da nie
beschaamd
beschaamd, ge moest ~ zijn
beschaamdheid
beschallemen
bescheed, ~ zijn of geven
bescheidelijk
beschermde werkplaats
bescherming, civiele ~
bescheten commissie
bescheten, een ~ kommissche
bescheten, er ~ bijliggen
beschetterd
beschikken, kunnen ~
beschrijf
beschuitje
beschuldigde
beschut, huis van ~
beschutte werkplaats
besengske
besjaar
besjrapt
beskiet weten of hebben
beslag
beslag maken
beslagen
beslagmaker
beslagrechter
beslaog op de hiëse
beslegen
beslissen om te
beslissen te
beslissing treffen, een ~
beslissingscentrum
beslissingsnemer
besloten hof
besluiten
besneten
besnukken
besparen
besparing
besparing, bijkomende ~
besparingen
besparingstrein
bespoken
bespokt
besprengelen
bessem
bessem, zijn plaats is waar den ~ staat
bessom
best
best geplaatst zijn om iets te weten
best, voor het ~e
bestaan uit
bestaansonzeker
bestatigen
beste
beste beuter
besteken
bestelbon
besteld, ze is wel ~
bestellen
bestellen, een onderzoek ~
bestemmeling
bestendig
bestendig afgevaardigde
Bestendige Deputatie
bestendige opdracht
bestieren
bestje
bestoefen
bestoefing
bestoeng
bestoppen
bestprestatie
besttijd
bestuurder
bestuurder, afgevaardigd ~
bestuurssecretaris
betaald educatief verlof
betaalparking
betaalstelling
betalend
betalend parkeren
bete
betekenisvol
beterhand, aan de ~ zijn
beterkoop
beternis
beterweter
betets
betettelen
betetterd
beteugelen
beteugeling van de openbare dronkenschap
Bethlehem, naar ~ gaan
betichte
betichting
betieketakt
betinteld
betoelagen
betoelaging
betoging, nationale ~
betonbaan
betonkot
betonneren
betonstop
betonwoede
betrachten
betrachtiging
betrachting
betrapelijk
betrapen
betrouwen
betsjoepen
bette
bette, een franke ~
betteren
betterfood
betwisten
betwisting
beu
beu als kou(de) pap
beu, het ~ geraken
beu, iets ~ gehoord zijn
beudelen
beuken
Beulemans en Kakebroek
beulen
beuling
beuling, zoete ~
beurelen
beurreger
beurreput
Beurs van Libramont
beurstaks
beurt, om ter ~
beurt, om ~
beurtelings parkeren
beurtrol
beurtstaking
beurtsysteem
beus
beuter
beuter, de ~ gaat dieren
beuterraap
beuzak
beuze
beuzegeld
beuzeke
beuzeke, in ´t zelfste ~ steken
beuzel
beuzelaar
beuzelen
beuzelpraat
beuzemie
beuzen
beuzze geven
beuzzeke
beuzzen
bevak
bevallingsrust
bevallingsverlof
bevattelijk
bevek
bevel, in ~
bever
beverik
beverke
beverse maat
bevoegd persoon
bevoegdheid
bevoegdheid, grondgebonden ~
bevoegdheid, persoonsgebonden ~
bevoegdheidsverdeling
bevoordeligen
bevordering
bevragen
bevragen, zich ~
bevraging
bevreemdend
bewaad
bewaarklas
bewaarmiddel
bewaarschool
bewaden
bewakingsfirma
bewasemen
beweging
bewerkelijk
bewerking
bewijs van goed gedrag en zeden
bewinnen
bewonerskaart
bewoud
bezaan
bezatse
beze
bezeken, gelijk ~ zijn
bezekoek
bezem, nieuwe ~s keren goed
bezemkot
bezen
bezenuwen
bezenuwing
bezetsel
bezetter
bezetting
bezetting ter bede
bezien
bezien, het eens ~
bezien, iemand niet meer ~
bezien, voor ~ houden
beziens hebben
bezig houden met
bezig zijn
bezig zijn aan 't (met inf)
bezighouddienge
bezighouden, zich nuttig en in stilte ~
bezij
bezinderde
bezittelijke voornaamwoorden
bezoedelen
bezoedeling
bezoek, geleid ~
bezoekdag
bezoekersploeg
bezorgen
bezouw
bezwadderen
bezwarende omstandigheden
bezze
BHV
BHV, het ~, een ~, de ~
Biafra, van ~ komen
Biafraan
bib
bibbelaren
bibbelen
bibben
bibberage
bibberduik
bibbergeld
bibbermans
bibberpersoneel
bibberpremie
biberong
bibi
bibieke
bibliotheekplicht
bic
bidon
bidon-collé
bie
bie ’t uutkomn
bie, de ~ jallen
bieënkorf
biebeldebaubel
biecht, uit de ~ klappen
biechten, bij de duivel te ~ gaan
biechten, te ~ gaan
biechten, te ~ komen
biechtewaar
biechtstudie
biefstuk, gepelde ~
biefstuk-friet
biefstukkensocialisme
biehal
biekaar
biekan
bieke
bielde
bielle
bien
biepen
bieper
bier, bruin ~
bier, in het ~ vliegen
bier, klein ~
bier, met de lip in het ~ hangen
bierbak
bieremoji
bierkaartje
bierlippe
biermarsjang
bierpotteke(n)
biersteker
biertelefoon
biertunne
biervat
bies
biesjödde
biesjemuileke
biestewiele
biet
bietebol
bietekwiet
bieten
bieten, de grote ~
bieten, de klein ~
bieten, het zwijn door de ~ jagen
bietengrens, de ~
bieter
bieterkes
bieteut
bietskoemer
biezabijs
biezebommen
biezenpaard
biezze
bij
bij de buk zetten
bij het haar getrokken zijn
bij iets gaan
bij manier van spreken
bij met een pers. vnw.
bij ons achter
bij zijn haar getrokken
bijaanvullen
bijbel
bijberoep, in ~
bijberoeper
bijbureel
bijdehands
bijeen, veel ~ doen
bijeenkeren
bijeenkoeken
bijeennijpen
bijeenscharen
bijeenvegen
bijgank
bijgevolg
bijhebben
bijhorend
bijhorigheid
bijhouden
bijhuis
bijinscheppen
bijjob
bijkans
bijkanst
bijker
bijkijken
bijkippen
bijkomen
bijkomend
bijkomende besparing
bijkomende vakantiedag
bijkrijgen
bijlage, in ~
bijlange geen
bijlezen
bijna krieke
bijnemen
bijopdoen
bijopscheppen
bijou
bijpakken
bijpremie
bijrijden
bijs
bijscheppen
bijschudden
bijspieën
bijstandsverzekering
bijsteken, een tandje ~
bijten, 't bijt oech bekanst
bijten, een frank in twee ~
bijten, van de bak ~
bijter
bijtijds
bijtreden
bijval
bijverschijnsel
bijvijzen
bijvragen
bijwerken
bijwijlen
bijze
bijzen
bijzit
bijzitten
bijzitter
bijzonder
bijzonder onderwijs
Bijzondere Financieringswet
bijzondere veldwachter
bijzonderste, het ~
bik
biker
bikke
bikkel
bikkelen over iets
bil
bil, de ~ af zijn
bil, kwart van mijnen ~, de wekker staat stil
bil, op zijn ~ schrijven
bil, op zijn ~ slagen
bil, op zijnen ~ schrijven
bilan
bilaterales
bildik, het zit er ~op
bilingue, perfect ~
biljettenautomaat
bilk
bille
billeke
billekes, zijn ~ insmeren
billekesboek
billekletser
billeman
billen, met de ~ dicht
billen, met de ~ toe
billenkletser
billig
bils
biltaks
bim bam beieren de klokken leggen eieren
bimbam
bimbammen
bimbawt
bimbout
bin
bindteken, het ~ zijn
bindtekst
binet
bing
bingel
bingo
binnen
binnen de
binnen doen
binnen en buiten
binnen hier en …
binnen zijn voor de regen
binnen, het is ~
binnenbas
binnenbieër
binnenbreken
binnenbrengen
binnenbuk
binnendoen
binnendoor
binnendoorweg
binnendraaien
binnengaan
binnengaan, goed ~
binnenkappen
binnenkippen
binnenkoer
binnenkomen langs de grote poort
binnenleveren
binnennummer
binnenpakken
binnenpiepen
binnenpost
binnenrijven
binnenrode
binnenschieten
binnenschieten, te ~
Binnensingel
binnenslibberen
binnenslippen
binnensmijten
binnenspelen
binnenspringen
binnenstebuiten
binnensteken
binnenwaaien
binnenweg
binnenzicht
binnen~ en buitengaan
binnen~ en buitenlopen
binnen~ en buitenspringen
binnen~ en buitenwippen
binst
binsten
bio-ingenieur
bipartite
BIR
biro
birren
bisjaar
biskandoese
biske
biskeren
bisnummer
bissen
|
bisser
bisstudent
bist
bistmeutte
bitsig
bitske
bitskoemer
bitskoemmer
bitskommer
bitteken
bitterballenakkoord, het ~
bittere
bitterpee
BIV
bivak
bivakbus
bize
bizjoe
bjeumeke
bjost
bjuin
BK
blaadje, op een goed, slecht ~ staan (bij)
blaadjesdraaier
blaaien
blaaier
blaaiges
blaaike
blaak
blaak, op iemand zijn ~ speken
blaan
blaas
blaas, geen ~ van geloven
blaas, geen ~ van(af) weten of kennen
blaas, helaas het is een ~
blaaskes verkopen
blaaskes wijsmaken
blaasmarathon
blaasuit
blabla en boemboem
blad
blad, een frank ~ hebben
blad, een groot ~ hebben
blad, een lang ~ hebben
blad, een vuil ~ hebben
blad, groot ~
blad, het ~ omdraaien
blad, neem allemaal een ~ papier
blad, steen, schaar
bladselder
bladzie
bladzijde
bladzijde, de ~ omdraaien
blaedje
blaffetuur
blaffetuurke
blafon
blafonneren
blagaai
blageur
blaheur
blak
blak en bloot
blaker
blakke zon
blakke, ten ~ komen
blamot
Blanc Bleu Belge
blancoteren
blanke lei, met een ~ beginnen
Blankenberge
blankenbergse rekening
blanket
blaren
blaren, zo rap als de ~ die waaien
blaut
blauw ket
blauw sjiek
blauw zeen
blauw, zo ~ als een schalie
blauwe brief
blauwe burgemeester
blauwe geschelpte
blauwe steen
blauwe zak
blauwe, de ~
blauwen
blauwsel, doddeke
blauwvoet
Blauwvoeterie
blavetuur
blaze
blazen
blazen trekken
blazen, warm en koud ~
blazer
blazerke
blètekoesse
blèten
blèter
blötsj
bled
bled, den ~
bleddeken
bledderke
bledje
bleek
bleek, op iemand zijnen ~ speken
bleekblauwappelgroen
bleekschijter
bleekselder
bleik
bleik, van mijnen ~
blein
bleitbakkes
bleitbakkes, ’t is weeral een ~
bleiten
bleiten, dat is om een oog uit te ~
bleiter
bleitfilm
bleitkous
bleitmasjien
bleitsmoel
bleitsoepe
blek
blek voor een lek
bleke algerijn
blekke
blekke, in uwe ~
blekkemuziek
blekken
blekne doze
blekslager
blekstifte
bles
blet
bletsjen, bletsje
bletsjerke
bleu
bleuke
bleureke
bleuzen
bleuzoard
bliëns
blienk
blies
bliezen
blij, iedereen ~ houden
Blijde Inkomst
blijde intrede
blijf in uw kot
blijf, geen ~ weten met iets
blijf, met zichzelf geen ~ weten
blijk
blijkbaar
blijkelijk
blijten
blijven plakken
blijven, erin ~
blik, de ~ hebben
blinde, we gaan zien zei de ~ en hij zag nooit
blink
blinkborstel
blinkdoos
blinkdooske
blinken
blinken in zijn vel
blinken van contentement
blinken, staan te ~
blinken, staan ~
blitsbezoek
blitseblank
blitsen
bloasmeziek
bloc, à ~
bloed, water en ~ zweten
bloed, zich een pint goed ~ lachen
bloedappelsien
bloeden, ga maar al liggen ~
bloedend lam
bloedgeefactie
bloedgeefcampagne
bloedgever
bloednuchter
bloedpens
bloedspeen
bloeien
bloeike
bloeikes van kinderen
bloeling
bloem
bloem, fijn ~
bloemekee
bloemekes, de ~ buiten zetten
bloemekeskleed
bloemen
bloemen noch kransen
bloemen toegeworpen krijgen met de pot nog aan
bloemenhoer
bloemenist
bloemenstoet
bloementuil
bloemenwinkel
bloempanch
bloempatat
bloempot, met ~ten gooien
bloemsuiker
bloemzak
bloende
bloeneuze
bloesbroek
bloesem~
blojke
blok
blok around the clock
blok, de ~ erop leggen
blokbar
blokbeest
blokfuif
blokkage
blokken
blokken, van buiten ~
blokletteren
blokmaker
blokmakerij
bloknagel
blokperiode
blokpolis
blokrijden
blokske
blokske rond
blokskes
blokstrooien
bloktijd
blokvak
blokvaren
blokverlof
blokverzekering
blokzwien
blokzwijn
blome, de ~ boete zètte
bloodwoosj
bloos
bloot
bloot doen
bloot gat tonen
bloot op tafel
blootje, in zijn ~ gezet
blootsepoeper
blootskops
bloske
bloske, wit ~
bloskes
Bloso
blot
blote eigenaar
blote kloten
blote kontenkop
blote misere
blote poep
blote, het ~
blote, in zijnen ~
bloten, in zijn ~
blotsaard
blotte
blottekop
blotten, het kan me niet ~
blozen als een kriek
bluister
blunderboek
bluspoeder
blussen, het stof ~
bluts
bluts, de ~ met de buil
blutsekakker
blutsen
blutsepoeper
bo
bo(e)nsteren
boam
boan
boawe
boîte
BOB
bob - actie
Bob-campagne
BOB-chauffeur
bob-upcontrole
bobcampagne
bobijn
bobijn, mijn ~ is af
bobine, mijn ~ is op
bobineren
bobineur
bobke
bobo
bobon
bobonne
bocht
bocht, een ~ maken
boddelsteen
bodderen
bodding
bodemattest
bodemstaal
body
boebel
boebelen
boebelen, ergens ~ van krijgen
boebenoend
boechelaar
boechelarij
boechelen
boechel~
boecht
boecht van de Aldi
boef
boef, op de wilde ~
boefdoef
boefen
boefer
boefkick
boegese koek
boegesheipke
boegget
boei
boejemer
boejot
boejote
boek
boek kaarten
boek, op den ~
boek, op den ~ vliegen
boek, op zijn ~, maar niet uit zijn broek
boekee
boekel
boekelees
boeken
boeken toe
boeken toedoen of dichtdoen
boeken, de ~ neerleggen
boeken, de ~ sluiten
boekenbeurs, de ~
boekeneut, mv.:~ en
boekerdekoek
boekerij
boekje, uw ~ uiteendoen
boekje, zijn ~ te buiten gaan
boeksering
boeksheiring
boekske
boekske, vuil ~
boekskes, de ~
boekstring
boel
boel maken
boeleke
boeleke, plat ~
boelie
boellen, uw ~ hebben
boelmaker
boelzoeker
boem
boem, naar de ~
boem, paukeslag
boembam
boemboem
boemeket
boemel
boemel, op den ~ gaan
boemelaar
boemelèr
boemelen
boemeltrein
boemerstvol
boemlala
boemmerskonte
boempatat
boemsen
boenk
boenk erop
boenk-knots
boenkbij
boenkeboenkemuziek
boenken-boenken
boenkmuziek
boer
boer, een gat is een gat zei de ~ en kroop op zijn varken
boer, er een ~ mee van zijn paard kunnen kloppen
boer, geeft die ~ een stoel
boer, gestampte ~
boer, nen dikke ~
boeregat
boereleute
Boeren van Olen
boeren, de domste ~ hebben de dikste patatten
boeren, erdoor ~
boeren-
boerenboef
Boerenbond, Belgische ~
boerenbuiten
boerenbuiten, op den ~
boerenchance
boerenjaar
boerenjongens
boerenkop
boerenkot
Boerenkrijg
boerenpeerd
boerenpeerd, een gat gelijk een ~
boerenpuit
boerenput
boerenstiel
boerenteen
boerentram
boereslag
boeries
boerin, schoonste ~ van Vlaanderen
boerke
boerke(n)
Boerken
boerkoos
boertig
boertje
boes
boeschcammeré
boeshamer
boesjen
boesjkammeree
boesterink
boestijd
boet
boetefonds
boetiek, het is niet veel van ~
boetjer
boever
boezem, in eigen ~ kijken
boezembrood
boezen
bof, het is ~
boffen
boffer
bogaard
bogerd
bohemer
boi
boite
boj
bojemer
bok, iemand bij de ~ zetten
bok, ~ staan
bokaal
bokaalglas
bokaalglazen
bokbonen en veldkeien
boke
bokes met confituur eten
bokken
bokkepoot
bokker
Bokkeriejers
bokkig
Bokrijk, een ~
Bokrijk, goed voor ~
Bokrijk, het ~ van
bokrijkgehalte
boks
boksen, boven zijn gewicht ~
boksen, hij ziet ze ~
boksen, iets in elkaar ~
bokseur
bokshennik
boksijzer
boksotootje
boktand
bol
bol af
bol het af
bol, bolleke
bol, iemand de ~ wassen
bol, in uw ~ steken
bolcontainer
bolhoedje
bolhoorde komen
Bolivië
bollaert
bollekète
bolleke
bolleke, een ~ kleuren
bollekeskermis
bollekesplastiek
bollekestrui
bolleket
bollekette
bollen
bollenwinkel
bollenwinkel, op de ~ passen
bolletje rood kleuren
bolletjesplastiek
bollo smieto
boloorde, ergens ~ van komen
bolt hem
bolwassing
bolwassing, een ~ krijgen
bolwassing, iemand een ~ geven
bom
bom, geen ~ kunnen schelen
bom, naar de ~ zijn of gaan
BOM-wet
bomauto
bomberen
bombie
bomen afdoen
bomen komen elkaar niet tegen
bomma
bomma-
bommama
bommastijl
bommaziekte
bommeke
bommekesschiet
bommel
bommen, niets kunnen ~
bommengordel
bommenstevol
Bommerskonten
bommersvol
bommersweer
bompa
bompagehalte
bompapa
bon
bon chic bon genre
bon, alles ~
bon, de ~
Bonanza, wij zijn de mannen van ~
bonbonnière
bond
bonen knopen, vooruitgaan lijk ~
bonen van genuchten
bonen, de ~ gefret hebben
bonen, vooruitgaan als ~ knopen
bonenklakker
bonestaak
bongske
boni
bonificatie
bonjouren, buiten ~
bonjourmadammeke
bonk
bonk, er ~ opzitten
bonken
bonker
bonket
bonkmuziek
bonmama
bonnefies
bonneke
bonpapa
boodje
boodschap van algemeen nut
boogscheut
boogvulder
boogvulders
boom
boom, den hoogsten ~ in kunnen
boomgaardhesp
boomke wies
boomkor
boontje, een ~ hebben voor iemand
boontje, loontje komt om zijn ~
boontje, zijn ~ s te week leggen op
boord
boord, aan ~ leggen
boorddocumenten
boordsteen
boorling
boos
boot, van den ~ gevallen
bootje
bootjesbier
booze
boozen
bord opeten
bordèl, in ~ laten
bordeaux zak
bordeelsluiper
bordel
bordel maken
bordendraaier
borduur
bordvager
boreling
Borgerokko
borrel
borrelnootjes
borstbol
borstel
borstel verf
borstel, er met de grove ~ door gaan
borstel, nieuwe ~s keren goed
borstel, zijn plaats is waar den ~ staat
borstelen
borstvalling
borstvoedingsverlof
bortelen
bos
bos, den ~ in zijn
bos, heel het ~
bos, heulen met de wolf die in het ~ leeft
bosbarometer
bosbehoudsbijdrage
bosbrek
bosbrosser
boscompensatiefonds
bosjten
boskaart
boske
boskesbonen
bosklas
bosklassen
bospoepen
bospoeper
bospoeperij
bosprocureur
bosselder
bosselekop
bosselenneke
bossen afdoen
bossen, in ~ en kanten
boste
Bostroeëneir
Bosuil, den ~
bot
bot, door den ~
bot, in ~ staan
Botaniek, Den ~
Botanique, de ~
boter, de ~ gevreten hebben
boter, een haar in de ~
boter, in de ~ trappen
boterbolleke
boteren
botergalette
boterham
boterham, dat is een hele ~
boterham, een glazen ~
boterham, er een hele ~ aan hebben
boterham, iet voor bij den ~
boterhammen maken
|
boterhammen, met tijd en ~
boterhammendoos
boterhammensaucisse
boterhammensossis
boterkoek
botermelk
boterpapier
boterpistolet
boterspekke
boterstand
botram
botramme, de meiste ~ hubbe veer op
bots
bots over den toog
bots, een ~ gehad
bots, iets doen op den ~
bots, op de ~
bots, valse ~
botsbal
botsbollig
botsen
botsen, op uw kop gevallen en blijven ~
botsen, tegen de grens ~
botserkes
botsing
botst, klinkt het niet, dan ~ het maar
botste
bottel
botten
botten, amai mijn ~
botten, de ~
botten, de ~ mee kunnen aanvangen
botten, er de ~ van (werkwoord)
botten, er de ~ van kennen of kunnen
botten, er geen ~ van (werkwoord)
botten, er geen ~ van geloven
botten, er zijn ~ aan vegen
botten, het in zijn ~ hebben
botten, in zijn ~ slagen
botten, in zijn ~ zijn
botten, kust mijn ~
botten, met zijn zatte ~
botten, naar de ~ zijn
botten, nul de ~
botten, om de vijf ~
botten, op geen ~ trekken
botten, rubberen ~
botten, uit zijn ~ slaan
botten, van kust mijn ~
botten, van mijn ~ zijn
botten, zijn ~ afdraaien
botten, zijn ~ schuren
botten, zijn ~ uithangen
botten, zijn ~ vegen aan iets
botten, zijn ~ vol hebben
bottenpres
botter
botteram
botteren
bottie
bottine
bottinekes, de ~
bottinnen
botvink
botvinken
bouchend (vol)
boudoir
bougeneren
bougeren
bougie
bougieke
bouillie
boule de Berlin
boule de l’yser
Boules de Berlin! Lekkere verse bollen!
boulet
bouletten, naar de ~
boulevard, den ~ doen
boullie
boulogneworst
bourgondische coalitie
boursier
boutade
boutekeet
bouten, met kanten en ~
bouw
bouwconfederatie
bouwheer
bouwhoek
bouwlot
bouwmeester, Vlaams ~
bouwpromotor
bouwsalon
bouwschil
bouwtoelating
bouwvakantie
bouwverlof
bouwverlof, groot ~
bouwwerf
bouwzone
boven
boven de taalgrens
boven mijn kop kunt ge groeien, maar niet boven mijn hand
boven zijn stand leven
boven, ~ halen
bovenaldien
bovenarms, er ~ op zitten
bovenbaremiek
bovenbouw
boveneen
bovenhalen
bovenhand, de ~ halen
bovenhands, er ~ op zitten
bovenhemmeke
bovenkamer, het in zijn ~ hebben
bovenlijfke
bovenop, er ~ zijn
bovenschuppen
bovenspitten
bovenuit, van ~
bovenverdiep
bovenwind
bovenwoning
bovenzicht
bowlingen
boysband
BR
bra
bra goed
braa
braadkieken
braadpan
braaf
braafke
braai
braaien
braan
Brabançonne
Brabander
Brabants trekpaard
brad
braddelen
braderen
braderie
braderij
braft
braggelen
braggelen en smaggelen
Brailleliga
brak
brak, zo zoet als ~
brak, zo zuur als ~
brakende moe
brakken
brakker
brakkevolk
braksje
brallen
brammen
branchelet
brand
brand , het kot in ~ steken
brand, alles in de ~ laten
brand, een ~ omschrijven
brand, iem. in den ~ laten
brand, in ’t ~
brand, in de ~laten
brand, uit de ~ slepen
brandalcohol
branddeeg
brandend actueel, ~ zijn
brandglas
brandglasraam
brandje
brandkoffer
brandraam
brangelet
branzlee
bras d'honneur
brassen
brassière
brat
brats
bratsen
bratser
brave little Belgium
braveke
braven, 't is nen
Breda, Spa: vokaalreductie
breeddenkend
breeden
breedhoeklens
breedsmoelkikker
breedsprakerig
breefel
breekcentrale
breekwerf
breen
brehang
brei
breidelwet
breiden
breien
brejen
brek
brek, zo zuur als ~
breken
breken, niet veel potten ~
brekken
brekske
brem stoken
bremel
bremelen
bremelenvlaai
bremheks
bremstig
breneerders
brenne
brennerig
bres
bres dichten
bresilienne
bretel
bretellen, hou u vast aan uw ~
Bretoen
Bretoens
breugelfeest
breugelkermis
breughelbuffet
breughelfeest
breugheliaans
breughelkermis
breughelkop
breughelmaaltijd
breughelspek
breugheltafel
breurke
breuzeling(e)
breuzem
brevet
brevieren
breydelspek
bric-à-brac
bric-à-brac oplossing
bricolage
bricoleerwerk
bricoleren
bricoleur
brieen
briefke
briefke, het zal een ~ geweest zijn
briefomslag
brieftas
briek
briel
brielen
brielpot
brier
briere
briet
brievenbwotte
brieventas
brigade Piron
brigadier
brijzeling
brik
briket
brikkebekker
brikkeljon
brikken
brikkenbakker
brilaap
briljanteerder
briljanteerwerk
brille(n)mans
brillekas
brillekasse
brillendoos
brilscore
brio, met ~
briquet
brislam
Brisselt
broadwoosj
brobbel
brocanterie
broche
brod
brodden
brodderen
broebel
broebelaar
broebelbad
broebelen
broebelglas
broebelwater
Broeder Jacob
broeder, de ~ niet zijn
broeders van liefde
broeike
broeikoardig
broek van ’t gat
broek vol goesting
broek, aan zijn ~ houden
broek, de ~ dragen
broek, er zijn ~ aan vegen
broek, het vier in de ~ hebben
broek, het vuur in de ~ hebben
broek, in een ander ~ schieten
broek, in uw ~ schijten en hallelulja zingen
broek, in zijn ~ doen
broek, in zijn ~ kakken
broek, in zijn ~ krabben
broek, in zijn ~ schijten
broek, uit de verkeerde ~ geschud zijn
broek, uit de ~ geschud
broek, van hetzelfste laken een ~
broek, zijn ~ afsteken
broek, zijn ~ aftrekken
broek, zijn ~ niet kunnen toehouden
broek, zijn ~ scheuren
broekemaal
broekenmadam
broekhoest
broekkous
broekschieter
broekschijter
broeksriem
broekvager
broekvent
broekventje
broekverbranding
broekzak
broem
broem, een ~ aan hebben
broenken
broenker
broes
brokke
brokke, ’n ~ van
brokkelaar
brokkelbrug
brokkelen
brokken verscheen
brokkenparcours
brokkepap
brokkiljon
broklinge
broks
broks hebben
brol
Brol National
brolaandeel
brolkoord
brolkot
brolwerk
brom
brombees
brommel
brommelenvlaai
bronchite
brontjeswater
bronzeren
brood, Frans ~
brood, gesneden ~
brood, gewonnen, verloren ~
brood, grijs ~
brood, grof ~
brood, smijt er een ~ naartoe en het komt gesneden terug
brood, veel ~ op de plank
brood, verbeterd ~
broodbodding
brooddoos
broodje vuste met mullepaté
broodje, zijn ~ is gebakken
broodjes, platte ~ bakken
broodjes, verkopen als zoete ~
broodronde
broodsuiker
broodtoer
broodwijding
broodwit
broos
bros
broske
brosselen
brossen
brosser
brousse
brouwer
brouwer, waar de ~ komt, moet de bakker niet komen
bruëken
bruëker
brubbelbad
brubbelen
brudge
brue
Bruegel
brug
brug, de ~ maken
brugdag
Brugel
Brugge weg en weer zonder haperen
bruggelegger
Bruggeling
bruggepensioneerde
brugpensioen
brugweekend
bruin bier
bruin dreef
bruin zeep, met ~ onder uwe neus
bruin, iets ~ maken
bruine zeep
bruine, dat kan mijne ~ niet trekken
bruinsel
bruis
bruiswater
bruitage
bruiteur
brujeken
bruks
brul
brullen met den beer in 't bos
bruneerder
bruneren
brunn, den ~ zien
Brussel
Brussel Frans
Brussel Nationaal
Brussel staat in brand
Brussel Vlaams
Brussel, als het regent in Parijs dan druppelt het in ~
Brussel, van ~ op klein patatten springen
Brusselaars
Brusseleir
brusselen
Brusseles
Brussels Gewest
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Brusselse baronieën
Brusselse Kaas
Brusselse Rand
Brusselse Vlaming
Brusselse wafel
Brusselse ziekte, de ~
Brusselse zwans
brut
brute pech
bruteur
brutowedde
brutsen
brutte
bruttekee
bruttes
brutzak
bruud
bruudruuster
bruur
bruutgaweg
Bruxellistan
bruzeling
BSB
BSD
BSO
btw-briefje
bubbel
bubbel van vijf
bubbel, vaste ~
bubbeldoctrine
bubbelfolie
bubbelklas
buche
Buchenwald, uit ~ komen
bucht
bucht van de Aldi
bucht, met den ~ zitten
buchten
budgettaire oefening
buffelen
bufstek
buggyhond
buiencarrousel
buik, daarvoor zou ik mijne blote ~ tonen
buik, gras op zijn, haar ~ hebben
buik, in de ~ van de samenleving
buik, schrijf dat maar op uw ~
buik, zijnen ~ rechtuit spreken
buikepit
buikgevoel
buiknagel
buikschuiver
buikstabij
buikstorm
buiktrats
buikziektig
buil
building
builnuzzing
buis
buislamp
buisprof
buist
buisvak
buiten
buiten categorie spelen
buiten de lijntjes kleuren
buiten gebruik
buiten gekeken worden
buiten zijn
buiten, den ~
buiten, er niet ~ kunnen
buiten, iets van ~ weten
buitenbaby
buitenbonjoeren
buitendien
buitendragen
buitengaan
buitengebliksemd worden
buitengewoon onderwijs
buitengewoon overleg
buitengooien
buitenjassen
buitenkappen
buitenkieperen
buitenkijken, iemand ~
buitenkippen
buitenlander
Buitensingel
buitensjotten
buitensmijten
buitensmijter
buitenspel
buitensteken
buitenuit, naar ~
buitenvliegen
buitenwieteren
buitenwippen
buitenwipper
buitenzicht
buitenzien, iemand ~
buitenzwieren
buiten~
buize
buizen
buizer
buk, bij den ~ gezet zijn
bukenaffel
bukepit
buketette
bukken
bulex
bulken
bulle
bulleke
bulleklopper
bullen
bullen en benen
bulletijn
bult
bult, zich een ~ verschieten
bunder
bunkeren
bunsel
bunselen
Bureau voor Normalisatie
bureauke, op een ~ zitten
bureauruimte
bureautica
bureauzetel
bureel
bureelchef
bureelerij
bureelhoofd
bureelstoel
burentamtam
burgemeester, bal van de ~
burgemeester, college van ~ en schepenen
burgemeester, lijst van de ~
burgemeester, titelvoerend ~
burgemeester- en schepenenbal
burgemeesterssjerp
burgemette
burgemeutte
burger
burger, eerste ~
burgerdienst
burgerlijk ingenieur
burgerlijk ingenieur-architect
burgerlijke aansprakelijkheid
burgerlijke begrafenis
burgerlijke bescherming
burgerlijke partij
burgerlijke partijstelling
burgertrouw
burin
burotica
burrelen
burten
bus
busbing
buschage
busgarde
bushaven
bushinder
busjhen
buske
buske stamp
buskesschool
buskestamp
buskop
buskot
buskotje
busschen
bussel
busselen
busseltafel
bussen
bussen, ze smijten ze met ~ binnen
busstik
bust
bustel
bustje kappen
butereedner
buts
butsen
butter
buumdroeger
buumen
buurt- en nabijheidsdienst
buurtinformatienetwerk
buurtweg
buurtwerking
buus
buuschen
buut
buuten
buzestove
buzze
buzze geven
buzze laveurs
buzzesnijder
buzzevlees
BV
bvba
bweik
byekes
|