Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dagelijks kiezen we een woord van de dag, uit de vele plezante woorden die in dit Vlaams woordenboek terug te vinden zijn.
Het Vlaams woord van de dag is ook beschikbaar als
RSS Feed
de term verwijst naar de houding van de baby tijdens de geboorte. Het hoofdje ligt wel in de juiste richting, maar de baby kijkt, bij wijze van spreken, naar de hemel in plaats van naar de grond.
Bij een sterrenkijker kan de bevalling wat moeilijker zijn.
afdeling van het ziekenhuis
afkorting van spoedgevallen
vnw: eerste hulp in een ziekenhuis
Van Dale: spoed: BE, informeel spoedafdeling
zie ook spoedgevallen, dienst spoedgevallen, spoeddienst, spoedarts, spoedverpleegkundige, urgentiearts; verzamellemma geneeskunde
“Wanneer komt u naar Spoed? De dienst spoedgevallen is in de eerste plaats een reanimatiedienst voorzien voor kritiek zieke patiënten en ernstige traumata.” (azklina.be)
“Patiënten gaan niet alleen vaker naar de spoed, ze doen dat ook meer en meer ’s nachts en in het weekend.” (partena.be)
hln.be: Het kind van amper 13 maanden oud werd daar ernstig ziek en werd naar de spoed gebracht.
aanspreking: om te omzeilen dat men het meer intieme ’mijn schat(je) zou moeten zeggen"; om te benadrukken dat iemand zijn/haar schat niet (meer) is
“Schat van een ander
Schat van een ander
Waar is de tijd gebleven?
Dat wij elkander trouw beloofden voor het leven
Schat van een ander
Schat van een ander
Ik wil maar kan het niet vergeten
Die mooie uren met jou
Maar nu ben jij, de schat van een ander”
(Schat van een ander – Bobby Prins)
dievel.be: “Schat van een ander, mag ik deze dans van u? En van à één à twee, van links en rechts. Dansez, maintenant!…”
kleurverloop, gradatie
vgl: ombre
< Frans: dégradé
Het logo bestond uit een dégradé van zwart naar wit.
kleurverloop, gradatie
vgl: ombre
< Frans: dégradé
Het logo bestond uit een dégradé van zwart naar wit.
rustperiode als compensatie voor arbeid gepresteerd buiten de gewone werktijd
Een werknemer die op zondag gewerkt heeft, heeft recht op onbetaalde inhaalrust, die in principe binnen zes dagen na de betreffende zondag gegeven moet worden. De inhaalrust bedraagt een volle dag wanneer het werk op zondag ten minste vier uur of meer duurde, en een halve dag wanneer het werk minder dan vier uur duurde. (bron: Randstad)
veel te zat
vnw: zo zat als een patat: stomdronken
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Zoo zat als een patat, ten volle dronken, Joos (1900-1904) (vandaar ook: patat zijn, dronken zijn, De Bo (1873)).
vergelijk honderdduizend, zo zat als ~ man
zie varianten bij pottoe
Ik ben zo zat als een patat! Die 5 laatste trappisten waren er te veel aan!
Drie uur na datum kwam em binnen, zo zat als ne patat!
zadel van een fiets, brommer, …
Van Dale 2016 online: verouderd
zie ook verzamellemma wegcode
zie ook fietszaal
Mijn zaal staat te hoog.
Nieuwjaar wensen, ook bv. op recepties
gwnt: niet algemeen
Het jongentje was gaan nieuwjaren bij zijn peter, maar hij kwam beteuterd terug met een pote kluttergeld.
Ieper stelt nieuwjaarsreceptie uit: “Nog even wachten om met de Ieperlingen te nieuwjaren” (vrt.be)
oudejaarsavond
Van oud oep nief hebben wij gewoon thuis gevierd, beetje hapjes, iets lekkers te eten, meer moet dat niet zijn.
pakje voor onder de kerstboom, kerstcadeau
googlementen voor kerstpakje in Nederland wijzen allemaal op kerstkleding (kerstman-outfit voor m. en v.)
vgl. pakske
Ik moet vandemiddag nog kerstpakjes gaan kopen. ’t Zal koppenlopen zijn in ’t shopping center
Voor de kerstpakjes trekken wij thuis lotjes.
het zonder eten moeten stellen, (vooral) niet krijgen wat men verwacht, achter het net vissen
vnw: op zijn kin mogen/kunnen/moeten kloppen: niets krijgen, met lege handen thuiskomen
Leiestreek: kinneklop
Van Dale: (Belgisch-Nederlands, informeel) op zijn kin mogen of moeten kloppen
iets niet krijgen, m.n. eten of seks
DS2015 op je kin mogen kloppen: standaardtaal
zie ook kinkloppen
Het brood is op, ge moogt op uw kin kloppen als ge wilt – of zelf naar de bakker fietsen.
Talrijke cheques gingen richting de betere buurten, maar kansarme gezinnen met minder dan drie kinderen konden op hun kin kloppen.
verklaren dat men achter het streefdoel van iemand staat; dit kan worden veruitwendigd door een symbolisch gebaar met de duim in de vuist van dezelfde hand te houden; Hopen, aan iets denken met al of niet de duim(en) vast te houden in de hoop dat het zich verwezenlijkt.
(het heidense equivalent van ‘bidden’)
Van Dale online: duimen
de duim van de ene en de wijsvinger van de andere hand afwisselend tegen elkaar drukken, om een afwezige iets goeds toe te wensen
hyperoniem: hopen
uitdr.: duimen voor iemand
Morgen schrijft Jantje zijn eindexaam, we zullen voor hem duimen.
erg naïef zijn, lichtgelovig
Denkt gij nu echt dat ge de miljoenste bezoeker zijt en een formidabele prijs hebt gewonnen? Gij gelooft nog in Sint-Niklaas zeker!
1. soppen
2. deppen
vnw: soppen, dopen
Woordenboek der Nederlandsche Taal: bijvorm van doopen. Thans alleen in Zuid-Nederland.
- In eene vloeistof dompelen
- Door betten bevochtigen
Van Dale 2014 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal, dopen, indopen, bevochtigen door indompeling
zie ook indoppen, opdoppen, uitdoppen
1. Hij dopte zijn koekje in de warme thee.
2. Het schaafwondje op haar knie moest verzorgd worden. Moeder dopte voorzichtig met het watteke, met ontsmettingsmiddel, op de zere plek.
> andere betekenissen van doppen
een veld, een uitgestrekte plaats, plek
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Plak: Eene zekere uitgestrektheid gronds enz.
Van Dale 2014 online: gewestelijk
Op de plak is plaats genoeg om te sjotten.
“Het schoolplak” was geen school. Het was gewoon de volkse benaming van het plein (“plak”) gelegen aan de Onderwijsstraat – Lange Stuivenbergstraat – Schoolstraat. (geschiedenisvanantwerpen.be/forum)
“Het tweede plein dat werd heraangelegd is het Duinplak, op de hoek van de Duinstraat en de Lange Zavelstraat. Ook die werken zijn intussen klaar. Het Duinplak is het kloppende hart van de buurt. De ideale ontmoetingsplaatsen voor buurt-bewoners.” (noordlink.com)
“Op die plak zaai ik koren”, Cornelissen-Vervliet (1899)
< andere definitie van plak
griezelig, verschrikkelijk, akelig
ook grellig
< het werkwoord “grillen” dat “rillen” betekent. Volgens de etymologen zou dit ontstaan zijn onder invloed van woorden zoals gruwelijk, grouwen, griezelen die semantisch verwant zijn
Ons geburen hebben een gerellige hond, ik heb er echt schrik van.
Het deed gisteren grellig buiten, het was geen weer om een hond door te jagen.
Wat een gerellige lucht. Sebiet een goei onweer.
Amai, dat meisje kan gerellig krijsen van schrik als een grote hond in haar buurt komt.
1. groot vertoon, blijk geven van grote zelfdunk
< Frans grand genre: grote zjaar
wnt: bij zjèren: afgeleid zjaar:
Wijze waarop iemand handelt of te werk gaat; manier van doen. In de aanhaling steeds in de verbinding groote zjèèr, groot vertoon.
- Groote zjaar, prachtvertoon, trant, wijze der rijken, Joos (Waasland) (1900-1904)
- ’t Is allemaal groote zj?r in dat huis, Cornelissen-Vervliet (Antwerpse Kempen en Antwerpen) (1903).
- Ze hebben ’nen knecht die een frak draagt met vergulde knoppen, dat is de groote zjaar, Joos (1900-1904).
Voorbeelden:
Hij heeft nogal wat zjaar bij.
Als ge da zeet, op den boul’vard,
al dien chik en dien groten zjaar,
dan zegde: non de bleu, dee maude,
da kost toch aude.
(Als je dat zie op de boulevard
al die chick en die grote zjaar,
dan zegde "non de bleu, die mode, dat kost toch geld)
(non de bleu: bastaardvloek voor “nom de dieu”
aude: Brusselse uitspraak van oorden (=geld))
(http://www.wreed-en-plezant.be/)
zie ook zjaartrut, zjaarwijf, zjaaremme, zjaarkloot
2. genre, passend bij, iemands stijl, voorkeur
Dat vintage kastje kon ik niet laten staan. Vintage is mijne zjaar, hé. (Regio Waasland).
onderdeel van een legkast, linnenkast
bij uitbreiding elke plank in een kast ook bv. een keukenkast, ijskast, … ; ook plank van een rek
tapkast (nl. de planken)
Van Dale: schap, (het, de; schappen)
2. plankenkast, legkast, (gewestelijk)
3. tapkast, (gewestelijk)
Typisch Vlaams: Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 4; Vlaamsheid: 1. Planken in een winkelrek worden in Algemeen Nederlands ook ‘schappen’ genoemd. In Belgisch-Nederlands wordt het woord ook gebruikt voor legplanken in een kast.
schrijf- en uitspraakvariant: schab
zie ook van ’t schab
Voor mij nen trappist van ’t schap a.u.b. (d.i. niet gekoeld)
Tenzij je twee meter lang bent, heb je ongetwijfeld al eens hardop gevloekt dat je telkens een opstapje er bij moet nemen wanneer je iets van het bovenste schap in de keukenkast wil halen. (interieurbouwenschrijnwerk.be)
…nu staan ze mooi te wezen op het bovenste schap van de middelste archiefkast naast ongeveer 25 notitieboeken die zowat mijn hele levensloop overspannen (inter.be blog)
een bepaald doel is bereikt
synoniem: sjakosj, in de ~,
pocket, in de ~ zijn,
valies, in de ~ zijn,
handtas, in de ~,
gebakken, ’t is ~
Het is in de sacoche, ik mag morgen aan de haven beginnen als dokwerker.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.