Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit zijn de top Vlaamse termen volgens het aantal positieve stemmen.
een klein kacheltje dat veel warmte afgeeft; een klein, handig voorwerp dat “duivels” goed presteert
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Klein gietijzeren kacheltje. In Zuid-Nederland (Cornelissen-Vervliet)
Het duvelke brandde op halve kracht, maar toch was het na een half uur al lekker warm in de blokhut.
> andere betekenis van duvelke
klaar, afgewerkt, voltooid
Es ’t eten nog ni gereed?
voor de noen. Voor de middag. A.M.
< Latijn n?na
zie ook: achternoen, voornoen
Je moet in de voornoene nie komen want dan ben ik niet thuis.
flapoor
Ilse had een lotsoor die ze op ouwere leeftijd nog heeft laten corrigeren.
verrek, verdomme, de pot op!
ww. foerten en vorten: oprotten
vnw: verrek!, bekijk het maar!, zoek het zelf maar uit!
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal
ter aanduiding dat men zich ergens niet (meer) mee wil bemoeien of het zich niet meer wil aantrekken
synoniem: zoek het zelf maar uit, ze bekijken het maar
zie ook foertstem, foertteken
Foert, ik trap het hier af (aftrappen), dat ze ’t in ’t vervolg zelf doen!
Ze kunnen allemaal foerten! (provincie Antwerpen)
Goedele Liekens is terug na huidkanker: “Alle alarmbellen gingen af met vlekje in decolleté, toch dacht ik ‘foert’” (vrt.be)
Eén dag voor het circulatieplan van kracht is, zegt de Gentenaar ‘foert’. (demorgen.be)
uitspraakvariant van kaas
Moet er kous op je boterham?
> zie andere betekenis van kous
in een mum van tijd, vrijwel onmiddellijk
eigenlijk ‘op een nik en een gauw’:
< nik < nikken = knipogen of knikken met het hoofd
Waasland: op een ik en een gij
“Daar zag hij over de hofhaag heen Fox driftig komen aangestapt, en de Witte liet al staan wat stond, vloog recht, en was op een nik en een gauw langs de achterdeur het huis uit.” (Ernest Claes, De Witte (1920))
Oep nen hik èn ne gaa had hem z’n hoiswààrek gemokt.
(Op nen hik en ne gauw had hij zijn huiswerk afgemaakt)
parmantig
“Gisterenavond laat.
2 snotneuzen – geschat rond de 14-16 – op de fiets rijden vlak voor mijn neus parmantelijk achter elkaar een voorrangsweg over.
Beiden kijken, en rijden dan gewoon straal het kruispunt op …” (uit een forum)
Sterk garen voor allerhande toepassingen, die aan robuuste belasting moet weerstaan.
In de handel wordt dit ook ijzergaren genoemd.
< Frans: fil tambour
Klik op de afbeelding
![]()
Tamboerkesgaren van vlas
De schoenmaker verkoos tamboerkesgaren boven pikdraad/pekdraad om mijn schooltas te hernaaien.
Tamboerkesgaren wordt nog gebruikt voor het aanzetten van knopen op zetelkussens, op werkkledij en op lederen jassen.
meisjesstudent, studente
vnw: studente, meisjesstudent
Onze studentin gaat in oktober op kot in Leuven.
daarnet, zopas, zonet
Ook uitgesproken als derzjust, dezjust, dazjust, tezjust, dozjust, ook zjust, zjustekes
zie terjuist
Ik ben derjust de Karel tegengekomen.
benoeming, aanstelling
Van Dale 2017 online: BE
vnw
•aanstelling, benoeming van personen
•selectie, advies in de sport
Typisch Vlaams: Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 7; Vlaamsheid: 1
< Frans: désignation
In lid 3 van artikel 7 worden de kandidaten door de gouverneur aangeduid. Deze aanduidingen gebeuren op de meest willekeurige wijze. (…) Op deze wijze wordt het systeem D’Hondt voor de openbare sector, een lacheding omdat de vertegenwoordiging van de privé-sector eerder politieke aanduidingen betreffen. (sic, V&A Vlaamse Raad 1987)
klomp
synoniemen bij: kloef
Antwerpen stad, Lier: blok
zie ook: klonen, de ~ van iets aanhebben; verzamellemma kledij
De boere droage segeweurrigs allemoa nog klonen (serreworg). (De boeren dragen de dag van vandaag nog steeds klompen.)
Als ik naar de dieren ga, draag ik altijd mijn klonen.
> andere betekenis van kloon
plotse regenvlaag, stortbui
Ich zat krek in de gats! (ik werd overvallen door een hevige regenbui)
iemand die aan een stuk babbelt zonder ophouden en van de hak op de tak springt, babbelkous
ook babbelkousse en babbelwater
vnw: babbelkous, kletskous
Antwerpen: babbelkont
zie ook: tatergat, babbelienge, tettergat, babbeleir
Dat babbelgat stopt geen seconde, je kan er geen woord tussenbrengen.
negatief: die babbelkousse heeft het weeral doorverteld
positief: dat kind van u is een echte babbelwater, dat zal
zeker en vast een goede advokaat worden
dinsdag
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Modern lemma: dinsdag
— dingsdag, dijssendag, disendag enz., znw. m. Middelnederlands dinxdach, dinsendach, disendach enz.,
Prov. Antwerpen: destag, dingsdag (zou ook als dinxdach kunnen geschreven worden)
Brugs: diessendag
Hageland: dijstag
Maasland; daesdig/deensdig
West-Vlaanderen: disendag
Ik had dijstendag vijfendertig mattentaarten besteld, en woensdag lagen ze al klaar!
Een coureur die zoals zijn historische Vlaamse voorgangers (bv. Briek Schotte) voor de aanval kiest, in weer en wind en in het bijzonder in de voorjaarsklassiekers op de kasseien.
Titel vroeger enkel toegewezen aan Vlaamse renners, maar nu veralgemeend (zo wordt Vinokourov ook als een flandrien betiteld.)
Niet in Van Dale 1995.
Van Dale 2018 online: Belgisch-Frans (lett. Vlaams):
(Vlaamse) wielrenner die behalve door een grote fysieke kracht, gekenmerkt wordt door het vermogen om in ongunstige (weers)omstandigheden zijn strijdlust te behouden, en daardoor uitermate geschikt is voor het rijden van de Vlaamse voorjaarsklassiekers
vnw: wielrenner die op zijn best is in moeilijke omstandigheden als een slecht wegdek of slecht weer
Philippe Gilbert is tot flandrien van het jaar 2010 verkozen.
Johan Museeuw is een echte Flandrien met heel wat wielermonumenten op zijn palmares. (foodbag.be)
Wil je een echte Flandrien worden? Vlaanderen is het mekka van de wielersport, een absolute must. De beste routes vind je hier. (flemishmasters.com)
onderweg zijn, op weg zijn;
is niet helemaal hetzelfde als schok, op ~ zijn
vnw: op trot zijn: op pad zijn, op weg zijn
zie ook: triem
< Frans: trotter, trot (draf van een paard)
“Op trot met een hoop appelen voor de dag van het personeel van ACV-Openbare Diensten Mechelen..” (openbarediensten.acv.be)
“Op trot voor God. Twintig Vlaamse missionarissen (m/v)” (titel van een boek van Bernard Henry (2004))
Als ge ’nen helen dag op trot zijt geweest, dan doet het wel eens goed om te gaan zitten en een koffie te kunnen drinken.
wordt gezegd van welgestelde mensen die een onbekommerd bestaan leiden; meestal met een sarcastisch ondertoon
ook: het is NIET alle dagen zondag en kermis in de week wordt gezegd van mensen die laten zien dat ze veel geld hebben, maw het breed laten hangen.
Het wordt ook gebruikt om aan te tonen dat er eerst moet gewerkt worden en dan pas gefeest.
variante: het is (niet) alle dagen kermis en zondag in de week
1) Als ge over de markt gaat, ziet ge den Toon daar op het terras van Den Engel zitten, ja ja, alle dagen zondag en kermis in de week.
Amai, weeral op restaurant gaan eten, dat is al 4 keer op rij deze week. Het is alle dagen zondag en kermis in de week zeker bij elle?
2) 3 dagen na mekaar uitgaan en maar trakteren voor Jan en alleman. Het is niet alle dagen kermis en zondag in de week hè kameraad!
3) Het is niet alle dagen zondag en kermis in de week. Eerst moet het huis opgekuist en geschilderd worden en daarna zien we wel of we nog op reis kunnen gaan.
bidden
De nonnekes waren aan het beien.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
