Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit zijn de top Vlaamse termen volgens het aantal positieve stemmen.
dikkopje, kikkervisje
zie ook pompeloerke
Ook in de provincie Antwerpen
Dat beekje zit hier vol poempeloerekes.
hand
zie ook poeleke, polleke; zweetpollen
vnw: pol, polleke: poezelig handje, vooral van een kind
-een polleke geven: een hand geven
Van Dale 2014 online: Belgisch-Nederlands, informeel
zie ook losse pollen
Hans, was uw pollen voor we eten.
Geeft meneer eens een schoon polleke.
Hij wreef in zijn pollekes.
Daarbij bleef er nogal wat aan hun pollen plakken.
Met zijn pollen in zijn tes lak nen boer. (Met zijn handen in zijn zak zoals een boer.)
klassejustitie
vnw: klasse(n)gerecht: klasse(n)justitie
Van Dale 2017 online: klassengerecht: BE
Soms kan men wel de indruk hebben geconfronteerd te zijn met een klassegerecht, denk hierbij aan o.a. de verjaring.
Invoering BTW-plicht voor advocaten: een nieuwe stap richting klassengerecht. (dewereldmorgen.be)
Iemand die graag krijgt/heeft/ontvangt
Deine emmer a weer alles nor em toegetrokken.
een tandje hoger schakelen, zich harder inspannen
wielersport: schakelen naar een hogere versnelling
vnw: een tandje bijsteken, een extra inspanning doen
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands
DS2015 standaardtaal
Soms is het zwaar, op de heuveltjes rond Diest moet ik al eens een tandje bij steken, maar alles is beter dan in de file staan.
België moet tandje bijsteken om Grieks scenario te vermijden.
Om op schema te blijven, moest de tandarts een tandje bij steken.
Komaan he, we zullen een tandje moeten bijsteken willen we voor de noen die job gedaan krijgen.
decoupeerzaag
Van Dale 2014 online: toegevoegd in 2007
Om in bochten te zagen, heeft men een wipzaag nodig.
aansteker, allumeur
< Frans briquet
uitspraak: /briekè/
Van Dale: briquet
/brik?t/
zelfstandig naamwoord • de m • briquets
1824, Frans
aansteker
Verdorie, mijnen briquet is leeg, hoe moet ik mijn saffen nu aansteken?
(Verdorie mijn aansteker is leeg, hoe moet ik mijn sigaret nu aansteken?)
vnw: jas, overjas voor mannen
G.V.D. 2005: (Belgisch-Nederlands, niet algemeen) overjas
Van Dale 2016 online: BE, niet algemeen
zie ook verzamellemma kledij
Doed uwe mantel aan voorda ge naar buite ga!
Hij deed zijn mantel uit en bouwde een burcht van zand. (Man – Geert De Kockere)
vooruitgeholpen, uit de penarie gehaald
< er niet mee ‘genaderd’ zijn
Mijn tante kreeg haar geyser niet aan de praat.
Op de knop blijven duwen en dan knetsen.
“Dat zegt die vent ook, die ernaar komt zien. Ik zijn der ni mee genëdderd”, zei ze. De veilleuse (waakvlam) stond zeer laag afgesteld en de tocht blies ze soms uit.
“Wat is ‘t genaderd da’ ge’m geld geeft, hij drinkt ommers toch alles op?” (Cornelissen-Vervliet (1899))
kerel, manspersoon
ook als aanspreking
vnw: jongen, kwajongen, kerel
Van Dale: 4 (informeel) persoon
Woordenboek der Nederlandsche Taal: gast: verkl. gastje, in de volkstaal gasje
zie ook verzamellemma mensen
Die gast moet niet denken dat hem het manneke is (manneke, het ~ zijn). Anders maken we hem een koppeke kleiner (fig.). We zullen hem eens mores leren.
Zeg gast, ’t zal al wel genoeg geweest zijn zeker?
Hela gasje, rustig aan hé! (gastje)
‘Niet fokke me mij gast’: hoe Conner Rousseau de rode verlosser van sp.a werd. (demorgen.be)
> andere betekenis van gast
tand, bijter
Ons boeleke heeft al twee bieterkes.
De Vigo is bieters aan ’t krijgen met zijn 9 maand – 39,5 graden kets (koorts), ocharme da manneke!
barrevoets
zie overzicht bij baarvoets
Ik loop graag barvoets in huis.
uitspraakvariant van gas (in alle betekenissen)
uitspraak /gaas/ verschilt: zie hier
< Frans: gaz
De manne wo de gaas doên branne. (naar Urbanus)
(De mannen die de gas doen branden = de gaslampen ontsteken)
Gaas gèève (gas geven, het gaspedaal indrukken)
Op gaas koëke. (op gas koken)
> andere betekenis van gaas
om de haverklap, aanhoudend
zie ook: om de vijf voet, botten, om de vijf ~, voeten, om de vijf ~
Alle hondsgezeik komt hij af met zijne zever! (Alle honsgezeek èster doë mèt ze gezaog!)
1) anjer
2) vrouwelijk geslachtsdeel
3) bijnaam voor een vrouw (in de Kempen)
4) koosnaampje voor een kindje, een meisje (in de Kempen)
uitspraak: zjenoffel, zjenoefel: met doffe e zoals in ‘het’
< Frans: girofle (hoewel dit een andere plant is; clou de girofle = kruidnagel)
Van Dale online 2017: genoffel, 1287, variant van giroffel
- niet algemeen anjer, anjelier
- vormvariant jenoffel, ginoffel
wnt: De oude naam van de anjer is genoffel (uit ouder g(e)roffel ‘anjer; kruidnagel’ < Frans girofle ‘kruidnagel’ < Laatlatijn caryophyllon < Grieks karuophullon). Dit woord en varianten ervan komen plaatselijk nog voor in Zuid-Nederlandse dialecten.
Leiestreek: vuilneus
Limburg: kernoeffel
Hij had voor zijn afspraakje een witte zjenoffel op de rever van zijn vest gestoken.
zich haasten, zich reppen, rap zijn
SN: zich spoeden
zie ook gespoed zijn,
spoeien, ik zal mijn eigen eens ~
Allee, spoeit u eens een beetje! Straks zijn we nog te laat!
(plaatselijk) hoofdkantoor van de posterijen
Van Dale 2015 online: BE
Afgiftekantoor Brussel X.
De Post voorziet in de mogelijkheid bepaalde drukwerken van huis tot huis te bedelen, als natuurlijk de opdrachtgever voldoende betaalt op het afgiftekantoor. (stradalex.com)
Op de cover van SHOT moeten voor B-post verplicht een aantal gegevens voorkomen, zoals destijds het nummer van het afgiftekantoor. (cerclebrugge.com)
lade
vnw: lade
regio kust + Westhoek
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Middelnederlands scof. Van Schuiven. Thans nagenoeg alleen in Zuid-Nederland.
zie ook schuif
Het schof ligt wiesterkapeele (wiesterkapeele, het ligt ~).
De man verklaarde aan de speurders dat hij het wapen in een kast en de munitie onder een jeansbroek in een schof had verstopt (nieuwsblad.be)
We schenken het aan het museum, zodat het nooit in een schof of zolder belandt en iedereen ervan kan genieten. (gva.be)
baksteen
< Middelnederlands bricke
Van Dale 2017 online: niet algemeen
< van breken
zie ook brikken
In die gevel is de éne brik na de andere kapot gevroren.
> andere betekenis van brik
boterham, boke, kant
ook: stutte
“stuit” < Middelnederlands: ‘stuyte’
Middelnederlandsch Woordenboek: Een broodje van een bepaalden vorm, of ook van een bepaald deeg.
wnt: Stute: stuit: een snede brood of boterham in een groot deel van Vlaanderen
< Waarschijnlijk deels verwant, deels naar den vorm identiek met Stuit; ook hier doelde de naam wellicht oorspronkelijk op den stompen vorm.
Geef me maar een stutte met hespe.
Ik eet geiren stuten mee koas.
“Men moet gheen broodt veur vrienden sluyten. … Snijdt hem lieuer dry-dobbel stuyten,” – uit ‘Lot van Wiisheyd ende Goed Gelvck’, J. David, 1606
“Eene stuite roggenbrood”, De Bo (1873).
“Dunne stuitjes snijden”, De Bo
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.