Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Onze databank bevat de volgende beschrijving(en) van "kant"
(verouderd) boterham
Van Dale 2014 online: gewestelijk
etymologiebank:
Nhd. Kanten ‘homp brood, kapje’ gaat terug op de verouderde mnl. betekenis ‘stuk brood’, via Nederlandse kolonisten in Oost-Duitsland (12e eeuw)
Middelnederlandsch Woordenboek: Cant
Stuk, brok, homp, bete. Kiliaan kant broots, j. hompe, frustum praecidaneum; gall. chanteau; angl. cantell.
Schuermans : kant is een boterham;
ook in samenstellingen: kezekant, koolkant, spijzekant en kantzak, bedelzak, alsmede de uitdrukking ‘om kanten gaan’, bedelen
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Kant
Mnl. Cant, wrs van het oudfrans: cant, can; nieuwfrans: champ
dat van Keltischen oorsprong is (?)
Wao hébs dich èn z’n botrammedaus zitten haajn? Ne sjroêpkant, ne keiskant en nen derm sesies!
(Wat heb jij in je boterhammendoos zitten vandaag? Een boterham met stroop, ene met kaas, en een eindje worst.)
Ich niks as ne botterkant.
(Ik enkel een met boter besmeerde snede broods.)
Smalle, platte zoom in of aan lijstwerk
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Bij schrijnwerkers, alleen in Zuid-Nederland.
- Het kantje van eenen astragaal, de bo. Eene bies met twee kantjes, de bo (1873).
Platte kant, noesche (schuine) kant, v. keirsbilck, Timm. 207 (1898).
’En baguette schaven met twee kantjes, corn.-vervl.
De plinten zijn aan 1 kant hol gefreesd als versiering en de platte kant is tegen de vloer gemonteerd.
Dat kantje van die parelkettingmoulure is schoon afgewerkt met een witte bies.
trottoir, voetpad
Voetgangers lopen het best op de kant, de kinderen zo dicht mogelijk tegen de huizen.
rand, berm, gras, goot of haag rond een hof, veld, stuk grond, weg, koer
Van Dale 2014 online: gewestelijk
Vroeg MiddelNederlands Woordenboek: Cant
Oudste attestatie: Antwerpen, Brabant-Noord, 1248-1271
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Kant
Mnl. Cant, wrs van het oudfrans: cant, can; nieuwfrans: champ
dat van Keltischen oorsprong is (?)
In Zuid-Nederland:
- Rand (begrenzing; voorts: begrenzende strook, zoom) van een stuk grond.
- Het gras op of langs de kanten van akkers enz.:
De koeien langs de kanten wachten. Het gers van de kanten afmaaien. De kanten worden dikwijls uitgesneden deur mannen die konijnen houden. (De Bo 1873 en Joos 1900-1904)
- Heg van schaarhout langs een akker (corn.-vervl.; schuerm. 1865-1870 en joos 1900-1904).
In de kant, onder de haag heeft de gans 3 eieren gelegd.
Als ge de gazon hebt afgedaan (afdoen), vergeet dan ook de kant niet bij te knippen.
In de kant neffe de vaart ligt heel wat vuiligheid.
Weet ge nog een andere betekenis voor deze term? Als ingelogd gebruiker kunt ge uw eigen beschrijvingen van Vlaamse woorden en uitspraken in onze databank aanvullen. Om fouten te verbeteren klikt ge bij de bovenstaande definities op de "bewerk" link, en om te reageren op een definitie klikt ge op de "reacties" link.
Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.