Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    Top woorden

    Dit zijn de top Vlaamse termen volgens het aantal positieve stemmen.

    #721

    eurk
    (de ~ (m.), ~en )

    hork, nurkse mens
    uitgesproken als eeurrek, in prov. Antw. neurrek

    zie ook nurk, neurk

    Daar kan geen lachje vanaf, da’s nen echte eurk, alle dagen loopt dat te eurken.

    > andere betekenis van eurk

    2 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door jiet en laatst gewijzigd door de Bon (10 Jun 2025 12:10)

    👍
    517

    #722

    kousenvoeten, op uw ~ afkomen
    (uitdr.)

    op een slinkse manier iets proberen gedaan te krijgen van iemand, of iets proberen goed te maken

    ook in de prov. Antw.

    Ik vind het zéér verdacht als mijn man ineens met een bloemetje thuiskomt, die komt op z’n kousenvoeten af om iets van mij gedaan te krijgen.

    Na een kletterende ruzie kwam ze op haar kousenvoeten af om het bij te leggen.

    1 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door jiet en laatst gewijzigd door fansy (02 Aug 2021 20:15)

    👍
    517

    #723

    babbelwater
    (het ~, geen mv.)

    spraakwater, (ook) sterke drank, “huppelwater”

    In de lagere school toen de leerlingen tijdens de lesuren zaten te babbelen zegde de onderwijzer: “Zij letten niet op, ze hebben vandaag weeral babbelwater gedronken.”

    We hadden allemaal nog veel babbelwater en energie over toen we terug thuis waren.

    Ter gelegenheid van de Aalsterse Topdag 1996 kwam een nieuwe moutjenever op de markt met de veelzeggende naam: “OILSJTERS BABBELWATER”.

    Het land heeft in zijn algemeen een tekort aan goede rioleringen, maar op politiek gebied een teveel aan babbelwater dat alleen door de goten van het eigen ego wordt verwerkt. (dit laatste citaat verwijst naar Suriname)

    0 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door petrik en laatst gewijzigd door de Bon (11 Aug 2021 16:58)
    Dit woord was woord van de dag op 30 May 2011

    👍
    517

    #724

    nationaliteit
    (de ~ (v.), ~en)

    Net als in het Nederlands betekent dit woord ook het lid zijn van een staat.

    Echter, waar alle (Nederlandse) “officiële” taalinstanties het over eens lijken te zijn, is dat er een fout staat in elk van onze (Vlaamse) identiteitskaarten. Volgens deze “instanties” moet een Nederlander op de vraag “Wat is uw nationaliteit” antwoorden “Nederlandse,” als bijvoeglijk naamwoord. Deze logica volgend, zou een Belg dus moeten antwoorden “Belgische,” maar we zeggen steevast “Belg,” niet “Belgische.” Ook op onze identiteitskaart staat er “Belg.”

    mogelijke reden: in het Frans zijn het zelfstandig naamwoord “Belg” en het bijv. naamwoord “Belgisch” identiek: “belge”. De administratie is lang eentalig Frans geweest in België en er werden heel wat Franse zinswendingen overgenomen.

    zie ook verzamellemma nationaliteiten

    Ondervrager: Dewelke is uw nationaliteit?
    Staf: Ik heb de Belgische nationaliteit
    Kees: Ik heb de Nederlandse nationaliteit
    Ondervrager: Wat is uw nationaliteit?
    Staf: Belg
    Kees: Nederlandse
    Ondervrager: Wat is de kleur van deze tafel?
    Staf: Blauw
    Kees: Blauw

    4 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door aliekens en laatst gewijzigd door nthn (06 Aug 2021 13:16)
    Dit woord was woord van de dag op 03 Apr 2009

    👍
    516

    #725

    been
    (zn., o., benen)

    een deeltje of partje van een appelsien, billeke
    verklw. beentje(s)

    Clémentine (11016243455)
    Een clementine en twee beentjes.

    Een clementijn, mandarijn, appelsien, pompelmoes, alle citrusvruchten kunnen verdeeld worden in beentjes. Op die manier kunt ge limoenen en citroenen ook langer vers bewaren.

    0 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door haloewie en laatst gewijzigd door Ernelijk (29 May 2025 08:41)

    👍
    516

    #726

    frotten
    (ww. frotte, gefrot)

    hard wrijven

    < Fr. frotter: wrijven)

    zie ook reussen, frotter

    Frot ne keer op mijn rug.

    De gootsteen is enorm vuil. We zullen goed moeten frotten.

    1 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door hamamelis en laatst gewijzigd door Marcus (11 Aug 2021 17:20)

    👍
    516

    #727

    kaske
    (het ~, ~s)

    1) afstandsbediening voor tv, dvd, apparaatje om betalingen via het internet te verrichten

    voornamelijk gebruikt ten oosten van de Schelde

    zie ook: bakske, zapper

    Ícono Control - Televisión
    Kaske van de tv

    2) verpakking uit licht hout, meestal gebruikt voor fruit

    1) Allez! Waar is het kaske van den tellevies weer naartoe?

    “Eeeuuuhhh, dat gebeurd toch al lang, althans met de creditcard die ik gebruik althans, ik kan geen online betaling zonder m’n kaske bij de hand te hebben en ik vind dat maar goed ook.” (reactie in Knack op 01/11/16)

    2) Ik heb een kaske jonagold gekocht op de markt.

    0 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door lili en laatst gewijzigd door nthn (11 Aug 2021 09:31)
    Dit woord was woord van de dag op 27 Apr 2009

    👍
    516

    #728

    bijs
    (de ~ (m.), geen mv.)

    (koude) noorderwind

    Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt), bij bijze:
    BIJS, en gewestelijk BIEZE, BIES —, znw. vr. Middelnederlands bise.

    Frans bise

    In Bilzen zei men vroeger: “Thaajs ’t ès baajs!” (Thijs, ‘t is bijs), "’t ès Kêmpische wènd" of “Sjoeg, ’t ès kaad!” of ook: “Sjoeg sjoeg, Peiterke ploeg, lêpke lèèr, kaad wèèr!” (als het bijtend koud was, zei men: “‘t vries de steen aut d’iëd” (het vriest de stenen uit de grond).
    Met “’t ès ne pit kadder woëne” (het is een jas kouder geworden) bedoelde men dat men zonder overjas niet meer de deur uit kon.

    > andere betekenis van bijs

    0 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door petrik en laatst gewijzigd door de Bon (05 Jun 2025 11:23)

    👍
    516

    #729

    plekken
    (ww., plekte, geplekt)

    1. stucwerk doen, stuken, plaasteren, beplaasteren
    2. kleven, plakken
    3. bevlekken
    4. in bepaalde stukken verdelen
    5. kleverig zijn

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    1. Met pleister of leem besmeren.
    2. Met een kleefstof aan of op iets bevestigen, vastkleven, plakken.
    3. Plekken of vlekken maken of krijgen, besmeuren. Daarnaast ook Plakken.
    4. Van grond. In plekken verdeelen, in bepaalde stukken deelen. Verouderd. (in de Kempen nog in gebruik)
    5. Kleven, kleverig zijn. Gewestelijk, b.v. in het Haspengouw, Kempen

    1. De man van mijn vriendin heeft de gang met plaaster geplekt.
    “Met calck plecken”, Plantijn (1573).

    2. Moeders kunnen hun kinderen soms achter het behang plekken.
    Er hangt zoveel gelei aan de pot dat het aan mijn vingers blijft plekken.
    “Tegen den wandt plecken”, Plantijn (1573)

    3. Ge hebt mijn T-shirt helemaal onder geplekt met verfspatten.
    “Muren plekken als zij vochtig worden”, De Bo (1873)

    4. Het kerkhof is in verschillende plekken verdeeld. Elke overledene heeft zijn eigen plek.

    5. Pas op! De sjambrangs zijn pas geschilderd, De verf plekt nog.

    5 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door fansy en laatst gewijzigd door de Bon (23 Jul 2021 00:30)

    👍
    516

    #730

    hof
    (de ~ (m.), hoven)

    tuin

    Middelnederlands Woordenboek, hof: Omheining, omheinde ruimte, plaats; synoniem van middelnederlands tuun

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Hof: Omsloten stuk grond, met bloemen, boomen en andere gewassen beplant.
    - in geheel Vlaamsch België het gewone woord voor tuin
    - in Holland, een dichterlijk of een deftig woord (vgl. gaarde)

    Klik op de afbeelding
    GARDENS IN THE RUBENS HOUSE - ANTWERP
    Hof van het Rubenshuis in Antwerpen

    vgl. hoving

    Mijnen hof ziet er al heel wat beter uit, nadat ik het gras heb afgereden.

    > andere betekenis van hof

    2 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door aliekens en laatst gewijzigd door Georges Grootjans (05 Nov 2022 08:19)

    👍
    515

    #731

    ribbedebie
    (bw.)

    weg, verdwenen, foetsie, ook ‘ribbedie’

    ribbedebie zijn:
    - mensen: zich snel uit de voeten maken of gewoon aankondigen dat men weg gaat
    - voorwerpen: ze zijn dan spoorloos verdwenen of men vindt ze niet in eerste instantie

    < mogelijk uit Bargoens ‘rip’ + “de bie = (de) weg”): zie bie, de ~ jallen. Rip betekende vroeger weg, vertrokken, verdwenen, gevlucht, gestolen.
    < volgens J.L. Pauwels zou het een verbastering zijn van het Frans ‘à bride abattue’: met losse teugel

    zie ook piepedada, pist, de ~ in zijn, rietepetie

    Als je begint over betalen, is hij ribbedebie.

    Ben ribbedebie, salodder en tot morgen allemaal.

    Mijn sleutels zijn ribbedebie. Waar heb ik die weer gelegd?

    Volgende week zijn wij ribbedebie, op vakantie!

    14 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door enigma en laatst gewijzigd door de Bon (02 Aug 2025 13:14)
    Dit woord was woord van de dag op 31 Oct 2009

    👍
    515

    #732

    afhaspelen
    (ww. haspelde af, afgehaspeld )

    1) (iets) snel uitvoeren
    2) vlotjes afwerken
    3) overhaast en slordig

    Van Dale: BE on­han­dig en slor­dig ten ein­de bren­gen

    3) Het is er aan te merken dat hij zijn huiswerk heeft afgehaspeld. Het staat vol slordigheden.

    2) Op weg naar de Sierra Nevada moesten de renners amper 129 kilometer afhaspelen, maar de vijftiende etappe beloofde wel loodzwaar te worden. (hln.be)

    1) De sneltoets van het gemeentelijk mobiliteitsplan vind ik een zeer interessante oefening. Je kan ze echter niet zomaar snel-snel afhaspelen. (mobielvlaanderen.be)

    1 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door la_rog en laatst gewijzigd door Georges Grootjans (03 Aug 2021 07:17)
    Dit woord was woord van de dag op 18 Apr 2010

    👍
    515

    #733

    broeksriem
    (de ~ (m.), ~en)

    riem om de broek op te houden, gordel

    broeksriem met tussen-s

    Van Dale
    (de m.)
    1 riem die dient om een broek op te houden

    zie ook verzamellemma kledij

    Belt Gürtel

    Mijn bretellen zijn kapot, ik zal maar weer mijn broeksriem gebruiken.

    3 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door la_rog en laatst gewijzigd door de Bon (08 Aug 2021 15:28)

    👍
    515

    #734

    paasbloem
    (de ~ (v.), ~en)

    gele narcis, paaslelie

    vnw

    Van Dale 2005: paasbloem
    volksnaam voor verschillende planten die rond Pasen bloeien, bv. het madeliefje, de gele narcis en de sleutelbloemen

    niet te verwarren met de pisbloem

    Narcissus flowers

    De voortuin staat in maart vol met paasbloemen.

    “Mooie Anne Geddes narcis (Paasbloem) …” (2dehands.be)

    De narcis bloeit meestal rond de paasperiode en daarom wordt ze de paasbloem genoemd.

    3 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door aliekens en laatst gewijzigd door Georges Grootjans (26 Aug 2024 06:58)
    Dit woord was woord van de dag op 05 Apr 2015

    👍
    515

    #735

    speculoos
    (de ~ (m.), geen mv.)

    in Nederland: speculaas (doch anders van smaak)

    vnw: speculaas

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: In het Belgisch-Nederlands is de nevenvorm (van speculaas) speculoos wijdverbreid. Deze gaat terug op een Brabantse uitspraak van speculaas en heeft zich ook uitgebreid tot het Belgisch-Frans als spéculoos of spéculaus. (M. Philippa e.a.)

    vergelijk speculatie

    Biscuit de speculoos 2

    “Speculaas en onze speculoos zijn twee verschillende koekjes. Wij maken bij Lotus Bakeries helemaal geen speculaas. Speculaas is iets typisch Nederlands en is gemaakt op basis van het specifieke speculaaskruid. De smaak van onze koekjes krijgen we net door een speciaal bakproces waarbij de suiker in het koekje karameliseert en dit heet dus Speculoos.” (lotusbakeries.be)

    7 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door aliekens en laatst gewijzigd door Georges Grootjans (28 Mar 2025 07:46)

    👍
    515

    #736

    billekletser
    (de ~ (m.), ~s)

    rok, rokkostuum, jas met zwaluwstaart, pitteleer
    niet te verwarren met billenkletser

    zie synoniemen bij pitteleir

    De dirigent liet de panden van zijne billekletser zwaaien, toen hij voor het publiek applaus boog.

    Om in de suite te lopen moesten we een billekletser aandoen.

    1 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door haloewie en laatst gewijzigd door de Bon (10 Aug 2021 23:08)
    Dit woord was woord van de dag op 21 Dec 2008

    👍
    515

    #737

    neffest
    (bw.)

    naast

    zie varianten bij neffen

    Ben Crabbé zat er helemaal nèffest, toen hij dacht dat Gertude van Duitste komaf was. Was er ooit een Gertude in Blokken?

    (Booms) “Die van ie nyvest (buurman dus) vangt/is zot – alma wit poejer (poeder) ron’gestrojt ‘oem d’olanders weg t’ave!’ – ‘ma d’r weunt tog zo ene langs den and’re kant nyven’a (naast u)??’ – ‘Slegt poejer eh jonge, sleg’poejer!’” (geadapteerd van Urbanus zijn Pajottenland-sketch)

    2 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door haloewie en laatst gewijzigd door de Bon (06 Aug 2021 11:36)

    👍
    515

    #738

    boemel, op den ~ gaan
    (uitdr.)

    op de lappen gaan, van ’t een café naar het ander

    Nederland: aan de boemel zijn of gaan (bron: anw)

    zie ook: boemel

    Als we nog eens op den boemel gaan, moeten we Charrel meenemen. Die brengt leven in de brouwerij.

    4 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door haloewie en laatst gewijzigd door Georges Grootjans (01 Dec 2024 10:49)

    👍
    515

    #739

    gedacht, een (goed) ~ van zijn eigen
    (uitdr.)

    een (hoge) dunk van zichzelf (gezegd van iemand die het hoog in de bol heeft), eigendunk

    zie ook hoog, het ~ in hebben

    vgl. gedacht, er een goed ~ van hebben

    Ik krijg er iets van: mensen die uit medelijden contact zoeken, mensen met een veel te goed gedacht van zichzelf.

    3 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door petrik en laatst gewijzigd door Georges Grootjans (14 Oct 2022 07:47)

    👍
    515

    #740

    kot
    (zn. o. -en)

    1. hokje, cel (autobuskotje: bushok; telefoonkot: telefooncel)
    2. huis
    3. achtergebouw

    Bushokje

    zie ook verzamellemma koterij

    1. We kunnen schuilen bij regen in het autobuskotje.

    2. Ik baal ervan als ik hoor dat het tijd is huiswaarts te keren, men spreekt van: we gaan naar ons kot!

    Zelfs in tijden van corona kan je aan cultuur doen, vanuit je eigen kot (demorgen.be)

    3. De buren beginnen met de afbraak van hun koterijen (achtergebouwtjes).

    > andere betekenissen van kot

    1 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door hamamelis en laatst gewijzigd door Georges Grootjans (06 Aug 2021 05:17)
    Dit woord was woord van de dag op 10 Nov 2008

    👍
    514

    Meer ...

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.