Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit zijn de top Vlaamse termen volgens het aantal positieve stemmen.
mijnwerker
wpt: “Een koolputter is Vlaams dialect voor mijnwerker.”
Klik op de afbeelding

Mijnwerkers lachend op de foto na het werk (1946).
vgl. koolput
Ik heb de zolder opgekuist, ik zag zo zwart als ne koolputter.
Maar een koelpiet, of koolputter zoals ze in België een mijnwerker noemen, laat zich het feest van zijn beschermheilige niet zomaar afnemen. (limburger.nl)
Hij is 81 jaar geworden, wat oud is voor een ‘koolputter’, maar hij heeft zijn hele tweede levenshelft last blijven ondervinden van … (standaard.be)
(verouderd; werd niet door iedereen gebruikt)
wagon
De klein mannen speelden met nen trein met veel bagonnekes.
identiek, als twee druppels water
zie ook: grad
in Antwerpen: op-en-top
Mijn nicht heeft een ééneiïge tweeling, die zijn nu oepentoep hetzelfde.
wanneer, toen
Typisch Vlaams: Geen Algemeen Nederlands
Als de zon onder ging werd het koud en gingen we naar huis.
> andere betekenis van als
priester van buiten de parochie die helpt bij de weekenddiensten
Van Dale 2016 online: BE
In veel kleine gemeenten is het een zondagpastoor die de hoogmis doet.
“Vele kloosterlingen stonden de plaatselijke Genovevaparochie met raad en daad bij als ‘zondagpastoor’, als kapelaan en zelfs als parochieherder.” (Parochie Genoveva Zepperen erfgoed)
een Vlaming die bij gratie van de Franstaligen verkozen raakt in het federale parlement
Hij zegt dat enkel nog “excuusvlamingen” zullen overblijven: een Vlaming die bij gratie van de Franstaligen verkozen raakt in het federale parlement vanop een Franstalige lijst.
een joint
Pfft, ik heb te veel petjes gerookt, ik geraak nooit meer thuis.
Rollen we nog rap een laatste petje voor het slapengaan?
> andere betekenis van pet
elke keer opnieuw, slag op keer, klak voor keer, klak op klak
Van Dale: slag op slag
– met herhaalde, op elkaar volgende slagen
– keer op keer
Woordenboek der Nederlandsche Taal: klak voor keer
klak: in oorsprong hetzelfde woord als klap, slag enz.
Hie es dor klak veur keer om mij geld te leenen. (Teirlinck)
Slag voor keer blijft die leurder met tapijten terug komen, ook al heb ik gezegd dat ik geen interesse heb.
madeliefje
< Woordenboek der Nederlandsche Taal: Modern lemma: kersouw
— Kersouwe; KARSOUW, Karsouwe, Karsoude: uit Kassoude — znw. vr. (soms onz.). Middelnederlands kersoude (kersouwe), carsoude, corsoude. Met ingevoegde r (verg. karpoets, karstanje, enz.) uit Oudfrans cassaude (Middellatijn consolida).
1. Benaming voor het Madeliefje, de Madelief (Bellis perennis L.), in Vlaamsch België, in ZeeuwschVlaanderen, en op de Zeeuwsche eilanden. Soms nog in den oudsten vorm kassoude, in Vlaamsch België (Heukels (1907)), maar met allerlei jongere en verbasterde bijvormen daarnaast.
Karsouwen moet ge niet aanplanten; gans uwe lochting staat ermee volle, en g’en moet gij der niet veur doene.
Die roze, die karsouw, die schoone tuylepant! (De gecroonde leersse, 1687)
Uitleg (doen, geven, zelfs bijhebben).
Van het Franse raisonner.
Uitspraak: re-zon, doffe e.
zie ook: rezeneren, raisong
Hij had nogal ne rezon bij voor zijn telaatkomen!
Die van hierover kan nogal ne rezon doen als ze begint!
Een rezonneke met Onzeluvveneer hebben (vloeken).
bloot leggen,
wordt in een kaartspel nog al eens gebruikt
Hij had schoon kaarten en ging voor 6 slagen.
Na de eerste slag die hij binnenhaalde, blekte hij al zijn troef op tafel, 1 voor 1 om te laten zien dat hij alle slagen kon binnenhalen.
> andere betekenissen van blekken
graszaad
De tuin wordt heraangelegd, we moeten nieuw geszaad halen.
daar ga je spijt van krijgen, daar ga je niet goed van zijn, je zult je straf niet ontlopen
vnw: dat zal u varen: dat zal u niet meevallen
Dat geet dich vaore, èste mênneke! (denk maar niet dat je hiermee weg komt!)
“Dat zal ons varen. We zijn onze hobby en onze bezigheid kwijt.” (nieuwsblad.be)
indoen, inleggen
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Zóó wegstooten of weggooien, dat er een klappend of een soortgelijk geluid ontstaat; kletsen; kwakken.
“Als ze caffy drinkt, ze djakt altijd het onderste van de kanne in ’t vier”, Loquela (1886)
Hij djakte de tagliatelli in het heet kokend water.
Hinderen, ergeren, tot last zijn.
< niet handen, niet gemakkelijk zijn en vandaar: hinderen
Dit werkwoord is, door toedoen van mutatie van de bilabiale approximatief, in Oost-Vlaanderen tot besannen verworden. In West-Vlaanderen zegt men daarentegen (historisch oorspronkelijker) ‘mesannen’.
ook in de Kempen
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Mishanden, (meshanden), belemmeren, lastig zijn, onthanden, ontrieven, hinderen. In Noord-Nederland bijna niet in gebruik, t.w. alleen in Zeeland.
“De tabakrook mishandt hem”, De Bo (1873).
“Die schup mishandt me geweldig: ik en kander nie’ mee werken”, Cornelissen-Vervliet (1899).
> antoniem: handen: geschikt zijn, iets dat gemakkelijk of aangenaam is, aanstaan, bevallen, lijken, zoowel als: gelegen komen, passen, vlijen, schikken (Kiliaan 1588)
- Deze verandering zal mij handen: zal mij aangenaam zijn, Schuermans (1865-1870)
Van Dale 2018: mishanden
niet algemeen
1. iem. niet van pas komen
2. figuurlijk hinderen
• het mishandt mij
zie ook besant da nie, het messant niet, mishand
Zoudt ge mij nen keer kunnen helpen, als het niet mishandt?
dikke kont, flink uit de kluiten gewassen achterwerk, toeptafel
Scheldeland, belotten, op iemands hol kunnen ~
Hebt ge die vrouw gezien?
Amaai, daar kunt ge ook op kaarten! (=Die heeft een grote dikke kont zeg!)
vuilnisbak, lett.: de as-emmer
oude uitdrukking voor vuilnisbak in de tijd dat er nog volop kolen gestookt werd.
Smiet de sjtub mer in der esjummer.
(gooi het stof maar in de vuilnisbak)
klein van gestalte; laag bij de grond (letterlijk)
in de Leiestreek zegt men: ukske bie de grond
Zo’n laag stoeltje, ‘k zit hier lijk fukske tegen d’ èrde
ten dode opgeschreven
vnw: een vogel voor de kat zijn: verloren zijn, ten dode opgeschreven, voor de poes zijn
DS2015 een vogel voor de kat zijn: standaardtaal
Vroegmiddelnederlands Woordenboek: Oudste attestatie: Gent, Oost-Vlaanderen, 1210
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Vogel: Een vogel voor de kat zijn: verloren zijn, er aan moeten gelooven (1792).
“Da bolleken (in den slokdarm) zal mijn deud zijn,” zuchtte Nonkelken tegen de menschen die naar zijn gezondheid kwamen vragen. “Da ’k het kon boven krijgen ’k woare genezen; moar anders ben ik ne veugel veur de katte”, Buysse, Bolleken (1917).
Toen mijn zwaar dementerende grootvader op het laatst weigerde om te eten of te drinken, wisten we, da’s ne vogel voor de kat.
overloopgebied, om overtollig water, bv. bij overstroming, tijdelijk op te vangen, overstromingsgebied
Typisch Vlaams: Belgisch-Nederlandse Standaardtaal, Gangbaarheid: 6, Vlaamsheid: 7
![]()
Wachtbekken Velm (Sint-Truiden)
Net een jaar geleden werd het wachtbekken in Egenhoven ingehuldigd als laatste reddingsboei om Leuven van overstromingen te vrijwaren. (Het Nieuwsblad)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
