Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit zijn de top Vlaamse termen volgens het aantal positieve stemmen.
Een compleetje…
Horeca term.
Een “complèke” is … een koffie met cognac èn een sigaar.
Ik bestel een “compleque” en die nief serveus wist ni over wa’dak sprak!
uitroep van afschuw: bweik, jakkes, bah
de klemtoon bepaalt de intensiteit:
eikes: lichte tot matige afschuw
ei-kes: sterke afschuw, walging
“Daar is schimmel aan.” “Eikes!”
stripelmagazine.be: Daarmee bedoel ik dat je als kijker nooit de gedachte “Eikes, weer tekst” voelt opkomen en je als lezer langer dan verwacht blijft hangen bij de prenten.
plezant, aangenaam
We gingen op uitstap naar de Zwalmstreek. Het was geestig.
blikken bus voor warme of koude drank, die mensen meenemen naar hun werk of op reis
zie ook drinkbus
Ik moet dringend een nief drinkebus kopen. Z’ is overal geblutst en er is een klein scheureke (scheurtje) in. Daarom lekt ze.
Met op te ruimen ben ik mijn metalen drinkebus, van toen ik bij de chiro was, tegengekomen. De blutsen erin vertellen dat ze een heftig leven op de kampen heeft gehad.
Met ‘Brussel Frans’ worden traditioneel de Waalse mediazenders bedoeld. Dit begrip dateert uit de tijd dat er slechts twee nationale omroepen waren: Brussel Vlaams en Brussel Frans.
D’er zijn nie veel menschen die nog naar Brussel Frans kijken; dienen commerciëlen trut van VTM en VT4 is veel populairder.
demorgen.be: Vroeger was alles eenvoudig. Zelfs de vraag ‘Wat is er vanavond op tv?’ kon toen makkelijk worden beantwoord. Omdat je als je arm was geen tv had en als je bij de rijken hoorde alleen maar kon kiezen tussen ‘Brussel Vlaams’ en ‘Brussel Frans’.
En dat komt door het popprogramma Vibrato dat Brussel Frans, nu beter bekend als de RTBF, in 1967 uitzond. Twee jaar lang, meer niet. (vrt.be – Van Dievel)
grote slungel, plaaggeest, deugeniet
vnw deugniet, schelm, schobbejak
wnt: Modern lemma: lorejas
- lorias – Wellicht samenhangende met Lor en Leur
In een groot deel van Zuid-Nederland in gebruik voor: deugniet, schobbejak; ook wel voor: lomperd of verwaand mensch.
Lowieke is ne echte laurejas! (Haspengouw)
Die lorejas laat niemand gerust. (Mechelen)
”Willen we dan gaan zwemmen?” opperde Bertje, die wellicht aan ’t bedenken was geweest dat ze een zoo schoonen vrijen namiddag toch niet mochten laten voorbijgaan, zonder een enkelen guitenstreek of eenige deugnieterij te verrichten. Daarvoor waren ze ”lorejassen”! Bollansée
Laat die kinderen gerust, leelijke lorejas! Cornelissen-Vervliet (1899)
O die lorias! hij drinkt gedurig en betaalt zijn schulden niet, Joos (1900-1904).
> zie andere betekenis van lorejas
verkorting van “socialist”, lid van de socialistische partij
vnw: sossen: bijnaam voor de socialisten
vgl. tjeef
De sossen riepen in koor: Wat heeft de werkman op zijn brood? Recht, meneer!!
“Mijn vader, de sos
DM-journalist Freek Evers in gesprek met Ronny Evers, ooit een trotse Gentse socialist” (DM 30/12/17)
zich moeien, zich inlaten met, zich inspannen, zich moeite getroosten
Vroegmiddelnederlands Woordenboek: Oudste attestatie: Brabant-West, 1265-1270
Zich bemoeien (met), zich inlaten (met), zich mengen (in).
Kinderen die ruziën, moet ge u niet onderwinden, voor ge het weet zijn ze weer de beste kameraadjes.
(Kènder wo riezing maoke moeste dich ni onderwènne, eiste ’t wiës zin ze wier kameraod mèteen.)
figuurlijke betekenis
< oorspronkelijk: kerkelijke feestdag zoals Kerstmis of Pasen, maar nu alg. voor feestdag. Zie andere versie van hoogdag
VRT taalnet: standaardtaal in België
Van Dale 2015 online: Belgisch-Nederlands
vnw:
•kerkelijke feestdag
•feestdag
NL: hoogtijdag
De Ronde van Vlaanderen is de grote hoogdag van het wielerseizoen.
Het wereldkampioenschap voetbal is de hoogdag voor alle gekwalificeerde landen.
kapot, uit de vorm, zot gedraaid
zie ook dul draaien
vnw: van slag
Wikipedia:
Kadul is Vlaams voor een voorwerp dat beschadigd of stuk is
Woordenboek der Nederlandsche Taal: In Zuid-Nederland en in Limburg. In de uitdrukking kadul slaan.
Het wiel van mijne velo staat kadul.
De wijzers van de klok draaien kadul.
> andere betekenis van kadul
tongzoenen, een tong draaien (tong, een ~ draaien)
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, informeel
zie ook binnendoen
De Karel heeft een schoon meiske binnengedraaid tijdens den Bamba.
bed
Middelnederlands: ‘kevie’ = eigenlijk kooi < Latijn cavea
Kempen: ook keve
zie varianten bij tram, naar zijnen ~ gaan
Hij ligt al in zijn kevie. Komt morgen maar eens terug.
“Ik gaan gauw naar m’n kevie” (Cornelissen-Vervliet (1899))
> andere betekenis van kevie
restaurant, eethuis
plaats waar ge iets kunt drinken en snacks of kleine maaltijden kunt eten (spaghetti enz.)
< Frans une taverne < Latijn taberna
Van Dale 2018 onder “taverne”: 2 eetcafé, wijnlokaal
We gaan sebiet in de taverne ne carbonara gaan eten, gaat ge mee?
kerel, vent
Hela, fiston! Gaat ginder eens helpen.
iemand aan de onderste trede van de maatschappij, de lage sociale klasse
uitspraak: basklas
In die bepaalde wijk van de stad woont veel bas-volk.
Hou u niet op met hem, da’s basse-classe.
Maar het past allemaal perfect bij elkaar meestal: de looks van paps en mams met tattoos tot op hun smoelwerk, zo stijlvol mogelijk onderuitgezakt met gestrekte arm op het stuur, allebei rokend in de auto, kledij van zestienjarigen en last but not least: een soepkar van een auto.
Basse classe es uuk classe… (dudeofcaly.blogspot.be)
geen eerlijke mens, een mens met een verborgen agenda, geen goed karakter hebben.
Ik zag die zijn gezicht en aan de hand van wat die vertelde, dacht ik : “Menneke, gij zijt de broeder ni”
boekentas
< Frans “carnassière” (weitas) etymologisch van Latijn “carne” (vlees)
verschillende varianten in Oost- en West-Vlaanderen
- cannasière (de ~ (v.), ~n)
in sommige streken wordt het woord ook uitgesproken zoals in het Frans (West-Vlaanderen)
- carnasjière (de ~ (m.), ~n) (Vlaamse Ardennen)
- kannesjère (de ~ (m.), ~n) (Leiestreek)
Zit je stuttedoze (brooddoos) al in je cannasière?
Heb je je agenda al in je carnasjière gestoken
Ik heb mijn kannesjère nodig om naar school te gaan.
kwajongen, straatbengel
brakkevolk, braker(m.)-braak (v.)
(woord is verouderd in genoemde regio)
in Lier wordt dit nog gebruikt: ook brakkejoeng
(vroeger zong men) De school is uit, de school is uit, de brakken komen truit!
> andere betekenis van brak
homo, janet
zie ook: zjanol, jeanet
Kijk! Je ziet het zo… da’s een janette.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
