Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit zijn de top Vlaamse termen volgens het aantal positieve stemmen.
mond
Zwijg maar een beetje, of ik klop op uwen teut!
Houd uwen teut nu es 5 minuten!
> andere betekenissen van teut
dat is het probleem, dat is de kern van de zaak
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands
vgl. paard, daar ligt het ~ gebonden; daar ligt de hond gebonden
“Het is niet dat hij het niet kan. Het is dat hij niet genoeg studeert! Dááárr ligt het kalf gebonden…” (uit de handleiding ‘Wat zegt ge op een oudercontact’ voor leraars)
abuis, fout
< Middelnederlands: abuus, ab(b)uys
< Frans abus (misbruik), abuser (onaangepast, overdreven gebruiken)
Da’s een abuus da ni just is!
- domme vrouw
- als scheldnaam, verwijt of uitdrukking van zelfbeklag
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Lut – Lutte: Vrouw met weinig verstand, sul van een vrouw. Ook als scheldwoord voor een vrouw in een bepaalde toestand: een dronken lutte, een zatte lut, een stomme lut,… In verschillende streken van Vlaand. en Brab.
West-Vlaanderen: lutte
Als mijn moeder tegen zichzelf zei dat ze een ‘stomme lut’ was, was ze vergeten dat ze al zout in de soep had gedaan, op het ogenblik dat ze zout in de soep deed.
Dekke toch, se stomme lut da ’k zen. Mijn sleutels op den auto laten steken en de deuren met de hand vastgemaakt.
een ongeplande zwangerschap
Moet ge nu eens weten: De Jean en Gerda zijn in verwachting, een accidentje.
Het is als kind misschien niet altijd gemakkelijk om te weten dat ge een accidentje zijt.
eindsalvo van vuurwerk, ook apotheose, schitterend sluitstuk
Einde van het vuurwerk.
‘t Is den bloemekee, ’t zal op z’n end lopen.
“Dit jaar ben ik afgestudeerd aan het xaveriuscollege in Borgerhout.
Het zesde jaar moest ‘den bloemekee’ worden van datgene dat bedoeld werd met ‘the best’.” (juliebaeten.wordpress.com)
> zie andere betekenis van bloemekee
salukes!
vriendelijke afscheidsgroet
dààg!
zie ook dada
Tot morgen, salukes!
1. gaar
2. dronken
3. bekaf
< herkomst: murw
Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt):
“Zet de patatten af, ze zijn mörg genoeg.” Cornelissen-Vervliet (1899).
andere uitspraak: meurrig, meurreg, murrig, mérf, mörrig
1. Zijn de patatten al meureg?
2. Toen ’m van ’t café kwam, was ’m meureg.
3. Na een paar keer bergop en bergaf met zijne velo was de Jean zo meurg als iet.
- wc, toilet
- plaats waar de toiletten zijn
- ‘naar de koer gaan’: eufemisme voor ‘zich gaan ontlasten’; zijn grote commissie (gaan) doen.
zie ook: koer, de ~
Van Dale 2017 online: BE, niet algemeen
Ik moet dringend naar de koer, anders doe ik het in mijn broek.
“Haast u een beetje, want ik moet ma(a)lgeree (= dringend, hoognodig (vlg. Fr. ‘malgré’)) naar de koer.”
> andere betekenissen van koer
kinderoppas, opvangmoeder
vnw: opvangmoeder, oppasmoeder, thuismoeder
DS2015 standaardtaalGaat gij de kleine straks afhalen bij de onthaalmoeder? Ik moet nog naar de coiffeuse.
meisje, jonge vrouw
NL mokkel
vnw: griet, meisje
Geert z’n nieuw lief is een knap mokke.
OK we gon schiejen, den boel weurdt geteld
mor voor mij zen de kosten, voor a is het geld
REFREIN:
ni mè mij he mokke, ni mè mij
ni mè mij he mokke, ni mè mij
ni mè mij he mokke, ni mè mij he mokke
ni mè mij he mokke, ni mè mij
(Katastroof)
in Aalst: flebbeke, nooit fleppeke
“Ondanks alles zal Op de Beeck haar vader heel lang op een voetstuk plaatsen, zij was zijn ‘flebbeke, het lieverdje’.” (/npofocus.nl)
(plaatselijk) hoofdkantoor van de posterijen
Van Dale 2015 online: BE
Afgiftekantoor Brussel X.
De Post voorziet in de mogelijkheid bepaalde drukwerken van huis tot huis te bedelen, als natuurlijk de opdrachtgever voldoende betaalt op het afgiftekantoor. (stradalex.com)
Op de cover van SHOT moeten voor B-post verplicht een aantal gegevens voorkomen, zoals destijds het nummer van het afgiftekantoor. (cerclebrugge.com)
zie spougen
-
haaknaald
< Frans: le crochet
Antw.: crochet, (onz., ~ten)
Kempen: crochet (de ~, m., ~ten, ~s)
zie ook crocheenaalde, crocheteren, kristeren
Mijn moeder had zeker twintig verschillende crochees, van een zeer kleine tot een grote haak.
barrevoets
zie overzicht bij baarvoets
Ik loop graag barvoets in huis.
dikkopje, kikkervisje
zie ook pompeloerke
Ook in de provincie Antwerpen
Dat beekje zit hier vol poempeloerekes.
vooruitgeholpen, uit de penarie gehaald
< er niet mee ‘genaderd’ zijn
Mijn tante kreeg haar geyser niet aan de praat.
Op de knop blijven duwen en dan knetsen.
“Dat zegt die vent ook, die ernaar komt zien. Ik zijn der ni mee genëdderd”, zei ze. De veilleuse (waakvlam) stond zeer laag afgesteld en de tocht blies ze soms uit.
“Wat is ‘t genaderd da’ ge’m geld geeft, hij drinkt ommers toch alles op?” (Cornelissen-Vervliet (1899))
aansteker, allumeur
< Frans briquet
uitspraak: /briekè/
Van Dale: briquet
/brik?t/
zelfstandig naamwoord • de m • briquets
1824, Frans
aansteker
Verdorie, mijnen briquet is leeg, hoe moet ik mijn saffen nu aansteken?
(Verdorie mijn aansteker is leeg, hoe moet ik mijn sigaret nu aansteken?)
zich haasten, zich reppen, rap zijn
SN: zich spoeden
zie ook gespoed zijn,
spoeien, ik zal mijn eigen eens ~
Allee, spoeit u eens een beetje! Straks zijn we nog te laat!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.