Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit zijn de top Vlaamse termen volgens het aantal positieve stemmen.
boerenkar met een ton waarin de aal (urine) van runderen werd vervoerd om die op het land uit te sproeien
Het aalkarteel is hier weer voorbij gereden, ge ruikt het …
Van kinderen met sproetjes zei men dat ze met hun fietsje achter het aalkarteel gereden hadden.
in de uitdr. “op de buiten”: op het platteland (niet in de stad)
vnw: van de(n) buiten zijn: op de buiten wonen, op het platteland wonen
Zie ook: buiten, den ~, boerenbuiten, op den ~
Die onder in de straat zijn verhuisd, zij wonen nu op de buiten.
> andere betekenis van buiten
Niks van, niets van aan, vergeet het maar, dat zal wel zijn
uitspraak: ajuine
Wat zegt gij nu, ik stond daar te wachten gelijk een zot… niks van aan jong, ge waart er niet!
Wa zegde ga’na, k’stond’er te wachte gelak ne zot… “ajuinen” joeng, ge word er nie!
Wordt gezegd om de ziektetoestand van vooral kindjes te omschrijven.
Antwerps verkleinwoord voor slijm.
Zijn verkoudheid is beter maar hij heeft nog wat last van slijmen.
Onze kleingste is al wa beter mor a’hee nog wa last van “slemmekes”
onhandelbaar zijn
Hij heeft het weer lastig met zichzelf.
Hij heeft het weer in, zijn eigenaardigheden komen weer boven.
Als’em het in heeft" valt er me hem niks aan te vangen.
Ja kweet het, gisteren had t’hem het weer areg in.
treden, trappen, stappen, aftrappen
< metathesis van treden (De Bo)
Ook in delen van Oost-Vlaanderen gebezigd.
We waren op stap, en we tertten goed deure.
Door dat over hem te vertellen, had hij ferm op zijn tenen getorten. (figuurlijk: hem diep gekwetst)
een uitval doen, uitvaren
Van Dale 2016 online: BE
Waarom vliegt ge zo uit tegen de Paul? Hij heeft toch niks verkeerd gedaan!
dwaas, niet serieus, uit de lucht gegrepen
“Hij schildert mij af als een farfelu, maar mijn medische en wetenschappelijke achtergrond staat duidelijk op mijn website.” (ciaosn.be)
“die farfeluΓ« beweringen dienen hoofdzakelijk om andere zaken te camoufleren”
“Ik was altijd blij met Jean-Luc Dehaene. Voddenman, pur sang, maar wel aangekleed met ratio, niet met farfelue drapeerkunst.” (Hugo Camps)
“Bovendien zijn er toch telkens advocaten of notarissen ingeschakeld als bemiddelaar (gebonden aan beroepsgeheim maar je mag toch aannemen dat zij zich niet meteen voor de kar laten spannen van een farfelue fantast) en meestal worden …” (Siel Van der Donckt, deredactie.be)
“Mijn vertrouwen in de financiΓ«le sector krijgt opnieuw een knauw als men zoβn farfelue studies en cijfers lanceert.β, zegt Van der Maelen. (dirkvandermaelen.be)
VL: boulevard, bolwerk
AN: een met bomen omzoomde (wandel)weg
Van Dale 2009, laan 2a (= alg. Belg.-Nederlands))
Van Dale 2020 online BE
zie ook verzamellemma wegcode
Volg de ringlaan tot voorbij de Adolphe Maxlaan.
De Meulebroekstraat wordt een laan tussen het heraangelegde Kaaiplein en de Markt. (nieuwsblad.be)
nog ver van het doel, het gunstige verwijderd zijn.
nog verder van kant zijn: nog verder in het slop geraken
van kant staan, zijn, geraken
zie ook huis, ver(der) van ~ staan
Ze hebben serieus wat schulden. En als em nu zijn job kwijtgeraakt geraken ze nog verder van kant.
Met de regeringsonderhandelingen staan ze nog ver van kant. Ambras maken is het enige wat ze doen.
wanneer iemand een nieuw kledingstuk draagt mag een ander het uitnijpen. Dit is een voorwendsel om zachtjes in de arm of de bil te knijpen (vooral vriendelijk plagend bij kinderen).
Woordenboek der Nederlandsche Taal: 4.(Brabant) Met betrekking tot aangetrokken nieuwe kleedingstukken: knijpend inwijden (waarbij ook in arm of been geknepen wordt).
Als een kind eene nieuwe broek of een nieuwen jas aanheeft, dan nijpen zijne kameraden eens in dat kleedingstuk, zorg dragende er wat van den arm of het been bij te pakken. Dat heeten de snaken aannijpen, te Antwerpen uitnijpen, Cornelissen-Vervliet (1899).
Als een jongen zijn eerste lange broek aan heeft, vraagt men lachend: Is ze al uitgenepen? (In Duitschland, althans in Hessen, knijpt men een kind, dat in een nieuw pak steekt, werkelijk in arm en been; want de kameraadjes zeggen dat de kleermaker er nog in zit en er uitgepitst moet worden), Foncke (1932).
Amai, gij hebt een schoon nief broek aan: ik zal ze is rap uitnijpen sè!
leeftijd
vnw: in Belgie ook: leeftijd
-dezelfde ouderdom hebben, dezelfde leeftijd hebben
vrt-TaalNet: Ouderdom impliceert bij personen altijd een hoge leeftijd.
zie ook: ouwerdom; ouderdomsdeken
Heemkunde: ‘Met een gloeiende naald werd in deze “tutter” een gaatje gebrand dat klein of groot was, al naargelang de ouderdom van de baby.’
Wat is uwen ouderdom, manneke?
Op de ouderdom van 12 jaar deden de kinderen hun Plechtige Communie.
een wond, een schaafwond, een snee
Het kind viel en had een mees op zijn knie.
apparaatvoet, meestal uit rubber om bewegende toestellen een stabiliteit te geven.
Het wasmachien heeft 4 verstelbare antislipvoeten.
Het ijsmachien staat stevig op antislipvoetjes zodat het niet gaat lopen bij het afdraaien van crème-glace.
afknijpen, door nijpen wegnemen
zie andere samenstellingen bij nijpen
Bij tomatenplanten worden de valse okselscheuten afgenepen. Dan worden de tomaten groter.
zie andere betekenis afnijpen
uit zichzelf, vanzelf
zie ook eigen, van zijn ~
Ge moet daar niet teveel zalfkes opsmeren, zoβ n wondje geneest wel uit zijn eigen.
Ge moet daar niet op reageren dan zwijgt die na een tijdje uit zijn eigen.
dicht- , in samenstellingen zoals
toeplakken, toenaaien, toedoen, toewaaien, toeslagen, toemetsen, toekloppen, toeslagen, toedraaien, toeschilderen, toetoeverven, toezetten, toeklikken, toevallen, toesmijten, toegooien, toegeven, toenemen, toeduwen, toeschuiven, toeaarden, toeslibben, toe…
“Toe wordt ook gebruikt als eerste deel in samengestelde werkwoorden als toebinden, toebranden, toedrukken, toehouden, toeknijpen, toemaken, toenaaien, toeknopen, toeplakken, toespijkeren, toevouwen, toesnoeren, toegroeien, toeklappen. In BelgiΓ« worden zulke werkwoorden frequent gebruikt, vooral in gesproken taal en informele geschreven taal. In Nederland zijn ze minder gebruikelijk.” (taaladvies.net)
vb. toeplekke
Hij sloeg keihard de deur achter zijn eigen toe en was weg.
De naad van mijn broek is gelost, kunde gij dat toenaaien?
Was was die klop? ’t Venster dat boven toewaaide of wat?
politieman, politieagent
Leuvense studententaal, verouderd
vnw: politieman
Van Dale: naam van de soldaten uit het korps dat in 1741 door baron Von der Trenck gevormd werd om de Ottomaanse grensstreken van rovers te zuiveren.
< Frans pandour, < Servo-Kroatisch: pandur
< voor meer etymologische verklaringen zie: http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/pandoer
zie ook pandoering
βOp 18 maart 1955, in het kader van de aktie tegen de Collardwet, trokken Rik Vandekerckhove en elf dappere commilitones het Leuvens stadhuis, tevens pandoerenkot, langs de hoofdingang binnen. Klokken, trompetten, strooibriefjes en veel lawaai kondigden de inname van het stadhuis aan. De pandoeren konden slechts na een half uur terug in hun eigen kot, dat even later opnieuw belegerd werd.β (http://www.carpegeel.be/)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.