Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit zijn de top Vlaamse termen volgens het aantal positieve stemmen.
of tengel, netel
zie ook: tingelen, zich ~, melktengel
ook in NW van W-Vl.
Woordenboek der Nederlandsche Taal: tengel, gewoner tingel: het zal dan oorspronkelijk als ”steker” bedoeld zijn en een naam voor de plant zijn geweest. Alleen in Z.-Nederl. bekend. Gesleypt door tinghels, distels ende haghen. (1590)
Als je langs de graskant gaat, pas maar op voor de tingels, want ze kunnen stekken.
klimmen, klauteren
ook in Vlaams Brabant
zie ook klaverkatte
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Klaveren
> klauteren, klafotteren, klauwieren, klauwieteren
in N.-Brabant en Vlaamsch België: KLAFEREN
gewestel.: KLEVEREN
In Westelelijk Noord-Brabant en in deelen van Vlaamsch België: KLEFFEREN
Zich met armen en handen, knieën, voeten —, van dieren: met de voorste en achterste ledematen en, bij katachtige dieren, met behulp van nagels, klauwen, in iets (boom, paal) —, tegen iets op, — behendig of moeizaam — omhoog werken. Als een woord van de eigenlijke volkstaal: boven den Moerdijk onbekend en niet in gebruik, en, bij Hollandsche auteurs: uit het Zuiden ontleend.
Klaferen, voor klaveren (Antw.), in Brabant en de Kempen zegt men klefferen, ook kreffelen, Schuermans 1865-1870
ook: kruipen van baby over de grond
- De kat kleffert op den boom, De Bo 1873.
- Dieë kwaêjongen kleffert overal op, Cornelissen-Vervliet.
Ons Joske kleffert geren in de bomen.
Als de hopman in de boom kruipt, klefferen hem al de welpen na. (Dr. Fa Claes: http://www.literatuur.comli.com/)
trots zijn op iets of op iemand
Van Dale 2013 online: fier op Belgisch-Nederlands
Ik ben echt fier op u!
iedereen, alleman
Ook: Pier, Pauw en Jef,
Peer en Pauw,
Jef en Pier,
Jan Pier en Klaai
oorsprong: Pieter en Pauwel
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Dikwijls in de verbinding:
- Pieter en Paulus, op dezelfde wijze gebruikt als: Jan, Piet en Klaas.
Waar gy nu deze Aanwijzing van daan gehaalt moogt hebben, van Pieter, of van Pauwels, uyt blauwe boekjes, straatgeruchten, of andere in- en aan-blazingen, dat is al even veel, oudaan, H. Broederm., Aanm. op de Besch. (1674)
Van Dale 2015 online: Jan, Peer en Pauw
In haar straat kent ze Pier, Pauw en Jef.
lade
vnw: lade
regio kust + Westhoek
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Middelnederlands scof. Van Schuiven. Thans nagenoeg alleen in Zuid-Nederland.
zie ook schuif
Het schof ligt wiesterkapeele (wiesterkapeele, het ligt ~).
De man verklaarde aan de speurders dat hij het wapen in een kast en de munitie onder een jeansbroek in een schof had verstopt (nieuwsblad.be)
We schenken het aan het museum, zodat het nooit in een schof of zolder belandt en iedereen ervan kan genieten. (gva.be)
wit- of geelafzetting op de tong
SN met aanzetsel bedekt (schoorsteen, (pis)pot, koffiekan, theekop, enz.)
zie ook verzamellemma geneeskunde
Z’n toeng is “aangelaaien”. A “broeit” wèr wa. (Zijn tong ziet wit. Hij broedt weer iets.)
schepkarretje, steekwagentje, steekkarreke
uitspraak in Antwerpen: klik op de luidspreker (of het puzzelstukje) om het woord te beluisteren
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Aanmerking bij pirouette. Te Antwerpen is pirrewitje in gebruik als benaming voor een steekwagentje, een klein handwagentje om een zak te verplaatsen (Cornelissen-Vervliet 1899). Dit kan een bijvorm zijn van Pierewiet en Pirouette, maar ook een verbastering van frans brouette, kruiwagen, onder invloed van deze woorden en met bijgedachte aan het opwippen van den zak die vervoerd zal worden.
ook in het Pajottenland
zie pierewiet
Da’s te zwaar om op te heffen, haal het pirrewitsje eens.
doelverdediger, verdediger van het doel bij balspelen
Van Dale 2018 online: BE, verouderd
Typisch Vlaams: Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 5; Vlaamsheid: 4
Bij het nemen van de strafschop zette hij de doelwachter op het verkeerde been.
Georgy Fourcroy was jarenlang een bijzonder gepassioneerd doelwachter bij Racing. (hockey.be)
Ik ben 32 jaar, doelwachter bij de nationale ploeg van Andorra, en er is mij gevraagd om tijdens het duel tegen de Rode Duivels een blog bij te houden; in plaats van het traditionele verslag van een absolute non-wedstrijd. (hln.be)
Het al dan niet opzettelijk speels strijken of strelen met de borsten tegen een persoon, met een prikkelend gevoel als gevolg. Ook, in figuurlijke zin, van steelse blikken gezegd.
Tietelen is het antoniem van swaffelen, maar dan voor mensen met gevoel voor ironie.
< herkomst van het woord in flair.be/nl:
De geboorte van een nieuw woord in stappen
1) Tietelen is pas als nieuw woord gelanceerd door 4 madams & 1 tegenpartij
2) het werd meteen op Wikipedia gezet
3) en er ook meteen weer afgesmeten!
4) na de Wiki-censuuractie ging men op slag ondergronds gegaan
5) registratie op http://www.vlaamswoordenboek.be/definities/term/tietelen
6) een boomende facebookgroep ‘Tietelen van Wikipedia gegooid? Niet met ons’
7) een artikel in de Wax, de weekendbijlage van De Morgen (‘Gezocht: vrouwen met humor’).
het nieuwe woord werd massaal opgepikt. En de 4 madams & 1 tegenpartij gaan voor ‘het woord van het jaar 2009’.
Stietelen
het equivalent van tietelen, maar dan als het koud is.
Ik verkies het mentale tietelen van mannenogen die steels langs de grens van bloot vlees en kleding glijden om met een sprongetje – soms betrapt maar vaak zonder gêne – terug naar mijn ogen te springen en ons beiden een prikkelend gevoel te geven. (Cathérine Ongenae, 2009)
eerst, tweede, derde,
eerstes-eersts, tweedes-tweeds, derdes-derds, vierdes-vierds, vijfdes-vijfds, zesdes-zesds, zevendes-zevenst-zeventst-zeventste, achtstes-achtst-achtsts-achtstes, negendes-negenst-negentst-negentste, tiendes-tienst-tientst-tientste, elfdes-elfst-elftst-elftstes, …
(Wie kijkt dit lijstje eens kritisch na?)
Van Summeren was in Parijs-Roubaix eerstes, Cancellara was tweeds en wie was er weer derdes?
Eersts moet ge stoppen met roepen anders kunnen we niet klappen.
Zij was zelf elftstes in den elft van de elfstedentocht voor elfen.
Nederlander.
De gemiddelde Belg, net als veel andere niet-Nederlanders, is er zich niet zo van bewust dat Holland slechts een deel van Nederland is. Niet elke Nederlander wil zichzelf een Hollander noemen. Toch is het gebruik van “Hollander” om een Nederlander aan te duiden algemeen verspreid. De Belg staat hierin overigens niet alleen, in talloze talen over de hele wereld zijn de officiële namen voor ‘Nederland’, ‘Nederlands’, ‘Nederlander’ e.d.m. variaties op ‘Holland’, ‘Hollands’, ‘Hollander’, enz. (bv. ‘Hulanda’ in het Papiaments, ‘Hollandi’ in het Groenlands, ‘Holandija’ in het Servisch, ‘Holani’ in het Hawaïaans, ‘Holand’ in het Perzisch, ‘Hulanda’ in het Arabisch, ‘Hélán’ in het Chinees, enz.) Deze woorden zijn daar o.m. terechtgekomen door Hollandse kooplieden, die gedurende hun zeereizen zichzelf, hun taal en hun land aan de lokale bevolking als dusdanig voorstelden.
vrouwelijke tegenhanger: Hollandse
zie Holland
zie ook verzamellemma nationaliteiten
We gaan niet meer op reis naar campings, want het zit daar steevast vol Hollanders.
ter discussie stellen, in twijfel trekken
standaardtaal in België? status onduidelijk
DS2015 standaardtaal
Dts. in Frage stellen
Fr. mettre en question
Oude wetenschappelijke denkbeelden durven in vraag te stellen.
VLD Antwerpen moet zich zelf in vraag stellen. (DS okt. 2006)
“Het optreden van de minister in deze affaire werd door verschillende leden van de oppositie in vraag gesteld. (in België, status onduidelijk)” Taaladvies.net
gehaktbrood
Dikke Van Dale online:
vleesbrood:
zelfstandig naamwoord; de (m); meervoud: vleesbroden
(voorlopig toegevoegd in 2009)
in een broodvorm gebakken gehakt met kruiden
synoniem: fricandon, frikadellenkoek, gehaktbrood, vleeskoek
Van Dale professioneel:
vlees·brood (het)
1.(België) in broodvorm gebakken gehakt met kruiden
betekenisverwante termen
hyperoniem: gerecht
synoniem(en): fricandon
‘Vleesbrood’ is niet courant in Antwerpen, het woord zal oorspronkelijk uit een andere regio komen.
rennen, hardlopen
DS2015 standaardtaal, maar in Vlaanderen heeft “lopen” een engere betekenis, namelijk “zich snel op de benen bewegen”, in NL betekent “lopen” ook “zich op de benen bewegen”, in VL gebruikt men dan eerder “gaan”
Typisch Vlaams: Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 7; Vlaamsheid: 1; Gaandeweg dringt de Belgische betekenis ook in Nederland door. Mensen die voor hun plezier (hard)lopen noemen zichzelf ‘lopers’ en onderscheiden zich daarmee van trage wandelaars.
Ik heb de hele afstand gelopen.
Loopt, of ge mist uwen bus straks nog!
Waar is Armand naartoe? Hij is kwaad naar buiten gelopen.
waterbekken, grote (metalen) kom, teil
zie ook basseng
Frans bassin (Franse woorden die op een nasale klank uitgaan (-in, -on, -an/ant …) werden oudtijds in Limburg, maar vermoedelijk ook elders, met -ng uitgesproken):
perzoeng (prison), beloeng (ballon), bedoeng (bidon), meloengsteen (melon, soort natuursteen), pertang (pourtant), Zjang/Zjeng (Jean), Reng (Laurent), koek de Nang (couque de Dinant), zich sjangeneren (se chagriner)
‘Bassing’ was vroeger ook een voornaam.
hark
ook in Oost-Vlaanderen
Van Dale 2018 niet algemeen
vergelijk Engels “rake” (hark)
zie ook: rakelen, rijf, gritsel
Gebruik die rakel om de bodem effen te maken!
franje, korte siertouwkes aan een tapijt, gordijn of kledingstuk
In het Brugse: friengels
< Oudfrans fringe
Kom, kind, hou u wat bezig, hier is nen borstel en kamt de frennekes van de tapijt.
“Dekor: living met heel postuurtjes en frularia op de kasten, een sofa met ‘frennekes’, deuren …” (guykeeren.be)
“Daarna deed ze een Shakirapakje aan, een topje en een broek met ‘frennekes’ en een blote buik die er behoorlijk afgetraind uitzag.” (concertnews.be 19 mei 2007)
met nadruk neen zeggen
regio West- en Oost-Vlaanderen
Moeder tegen zoon: hebt ge uw kleren weggelegd?
zoon: baneenk
snoepje – niet te verwarren met spekkies (zie meiskesvlees)
Van Dale 2014 online: gewestelijk suikerballetje
Van Dale 2018 niet algemeen suikerballetje, babbelaar
Etymologiebank:
spek 1 m. (suikerspek), West-Vlaams spekke v. zeer oude ontleening uit Latijn speciem (z. specerij); nu nog heeft Frans épice (J. Vercoullie (1925), Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal)
West-Vlaams: spekke
Oost-Vlaams: spekke, spek
Moet ge nog ne spek hebben?
> zie andere betekenis van spek
nieuwkomer
vnw: groentje, onervaren persoon, rekruut
zie ook bleuke
Bij iedere nieuwe lichting werden de bleus gedoopt.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.