Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit zijn de top Vlaamse termen volgens het aantal positieve stemmen.
(onoverg.) feesten
gwnt: (abs.) (Zuidn.) feestdag houden : de gilde viert
De gilde viert, de gilde juicht.
> andere betekenis van vieren
Het bovenste verdiep, vnl. in de hiërarchie. Het is een plaats met veel luxe, pracht en praal.
Het kan het verdiep van de Gouverneur zijn, het verdiep waar de directieleden van bedrijven vertoeven, een prachtige zaal in een stadhuis,…
zie ook: schoon, het ~ verdiep
Begin jaren ’80, heb ik als secretaresse gewerkt op het Schoon Verdiep van een openbare dienst.
Bart de Wever wil met zijn partij de dominante partij worden op het Schoon Verdiep.
Op het Schoon Verdiep gaat het er soms toch niet zo proper aan toe.
bedevaart, letterlijk “bedeweg”; recentere spelling: b-weg
ook wel ommegang
Klik op de afbeelding
![]()
Centrale paneel van de tryptiek De kaarskensprocessie te Scherpenheuvel (1903-1905) door Frans Van Leemputten. De bedevaarders trekken rond de kerk.
Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt): In de zuidelijke gewesten de gewone term voor wat anders bedevaart heet.
“Noveen En beeweg baatten niet”, De Cort, Lied. (1868).
Afleidingen
beewegen
vnw: (veroud.) bedevaart
Ik ben al verschillende keren op beeweg geweest naar Scherpenheuvel.
Donderdag 9 augustus organiseren wij een bedevaart naar Melsele. We verzamelen om 12u45 in de inkomhal. Rond 14u00 voorzien we een gezamenlijke B-weg en krijgt iedereen de kans om een kaars te branden in de kapel. (www.zorgnetwerktrento.be)
De Nieuwe beeweg werd aangelegd in 1968. Pastoor Sabot was hiervoor de drijvende kracht. (ontdekhetwaasland.be)
Ze namen Victoor zijn gezegden kwalijk maar vergaven ‘t hem omdat ze onder Victoors knoet lagen: om ‘t wieden van hun hof, ‘t maken van kwee van de kweeperen die niemand en wilde, om wijn af te trekken tegen een schenteventersprijsje, om een beeweg te doen verre van de parochie, en om duizend andere kleine diensten.(dekroniekenvandewesthoek.be)
Langs de straten van de oude dorpskern loopt een beeweg, ontstaan tussen 1870 en 1880, met zeven in steen opgetrokken kapellen. (klein-sinaai.be)
Toen ons-lieve-vrouwke heuren beeweg deed – Ernest Claes
aansteker, allumeur
standaardspelling briquet
uitspraak: briekè
Rokers laten altijd ergens hunnen briket liggen en dan moeten ze bij iemand anders eentje lenen of een stekske(lucifer) vragen.
“… passeert dan aan ons tafel, met zo’n tik met z’n hand, recht voor m’n neus, dat hij nog een leeg bekertje meegraait, komt dan bij mijn man zijn briket vragen, omdat hij er ook eens eentje gaat roken.” (uit een blog)
vertrekken
zie ook gaan zien; kijken, gaan ~
We zetten aan om 9u ’s morgens en dan zijn we tegen de middag op de bestemming.
Het is tijd om aan te zetten.
De Ros Beiaardommegang is op dit moment bezig in Dendermonde.(…)Het paard had moeten aanzetten rond 15.30 uur, maar is pas een klein uur later kunnen vertrekken. (vrt.be)
vuilerik, viespeuk, viezerik
→ kieszak
Kuis je kamer, kiesak! Laat die onderbroeken niet rondslingeren!
Ruim je kamer eens op viezerik.
Het gebruik van het bepaald lidwoord ‘de’ voor een eigennaam is kenmerkend voor Antwerpen, Vlaams-Brabant, …
zie Limburg, de ~, Walen, de ~, Congo, de ~
Woordenboek der Nederlandsche Taal bij Vlaanderen: (Zuid-Nederland) In het meervoud de Vlaanders
- Ook voor persoonsnamen in Antw., Vlaams-Brabant, … zie: de
We gaan op monumententocht met den Erik en zijn lief in de Vlaanders.
meestal gebruikt tesamen met farm als in ‘farm teef’ (=zeer informeel)
Dat is een farm teef, een ferme vrouw, wel gevormd en struis van gestalte.
een kind krijgen
ook schertsend: vrijen
zie ook kopen, een kindje ~
Eerst gaan we trouwen, een huizeke zoeken en dan kinnekes kopen!
confituur, stroop
Stil je honger met een boterham met bogaardhesp!
Dezelfde doeleinden nastreven, eendrachtig samenwerken, (koord, aan één ~ trekken)
Ook: ‘aan één zeel trekken’.
NL: één lijn trekken
vnw: aan één/hetzelfde zeel trekken: het met elkaar eens zijn, één lijn trekken
Typisch Vlaams: Belgisch-Nederlandse Standaardtaal: Gangbaarheid: 5; Vlaamsheid: 6
Het substantief zeel in de zin van touw is verwant met het Duits ‘Seil’, maar lijkt in het noorden in onbruik te zijn geraakt. Het Woordenboek der Nederlandsche Taal beschouwt deze in Vlaanderen courante uitdrukking dan ook als verouderd in Nederland.
zie ook zeel
Allez, zo komen we er niet; we moeten een plan met onze doelen opstellen, en dan zien dat we aan hetzelfde zeel trekken.
Mannen als bondgenoten zien, is ook een optie. We moeten allemaal aan hetzelfde zeel trekken om iets te veranderen. (vrt.be)
Men kan armoede lokaal maar bestrijden als alle overheden aan het zelfde zeel trekken (demorgen.be)
Daarmee komt er een barst in het front van Suez en de gemeenten, die totnogtoe als aandeelhouders van Electrabel steeds aan hetzelfde zeel getrokken hebben. (standaard.be)
heilbot
ook ellebut
Een stutte met een paar schellekes gerookte elibut er tussen smaakt zeer lekker
zie ook gelijk wie, gelijk wat
VRTtaal.net: Gelijk welke en gelijk wie behoren volgens de ANS en de Grote Van Dale niet tot de standaardtaal
Voor mij is ’t gelijk welke vlaai ge meebrengt, ik mag ze allemaal even gere.
Gelijk welke beslissing er genomen werd, het zou weer op de kap van het personeel zijn.
Het strooien van zand of gelijk welk ander product om sneeuw of ijs te laten smelten op de treden van buitentrappen, op voetpaden of op de openbare weg, ontheft de personen die daartoe overgaan niet van hun verplichting om de voetpaden te onderhouden.
Het is verboden ieder voorwerp of plaats van de openbare ruimte te bevuilen of te beschadigen op gelijk welke manier. Behoudens voorafgaande machtiging van het College van Burgemeester en Schepenen is het verboden gelijk welke tekens of opschriften met gelijk welk product, op de openbare weg, aan te brengen." (uit politiereglement Jette)
Van Dale online: niet algemeen, idioot
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Simpelaar: onnoozele, in Zuid-Nederland.
Urbanus is toch ne simpelaar!
”Meende hij met een simpelaar te doen te hebben dat hij hem met een andere wilde paaien?” (Stijn Streuvels, Minnehandel (1903).
Bokkenrijders: naam voor roversbendes in 18e eeuws Limburg. De eerste vermelding van de term Bokkenrijders (oude spelling “Bockereyders”) komt uit het boekwerk: Oorzaeke, bewys en ondekkinge van een goddelooze, bezwoorne bende nagtdieven en knevelaers binnen de Landen van Overmaeze en aenpalende landstreeken. (ongedeeld Limburg in de 18e eeuw) (bron: Wikipedia)
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Naam eener bende roovers, die in het laatst der 19de eeuw de schrik van Zuid-Limburg waren; aldus genoemd, omdat zij naar het volksgeloof des nachts op bokken door de lucht vlogen. Zie jongeneel, rutten 1890) en lamb. hurrelbrinck, Limb. Nov. 226 vlgg.
vgl sparrijder
Es kèndj loesterde veer gaer noa verhoale euver de Bokkeriejers.
Als kind luisterden we graag naar verhalen over de Bokkenrijders.
directeur
verouderd: den bestuurder van ’t school
Den bestuurder kwam in de klas en iedereen moest fiks naast zijn bank staan.
bevlekken, bevlekt
Gooi die jurk maar in de was, ze is helemaal beplekt.
1. kerel, jongen
2. kind
zie ook: gaminneke
Alle gamins verzamelen aan de botsauto’s.
Zij hebben drie gamins, twee jongens en een meisje.
De gemengde gevoelens van de Brusselse gamins: “Wij kunnen ons hier niet veilig voelen” (demorgen.be)
Bij de rellen in Brussel gaat het niet enkel om Brusselse ‘gamins’. Ongeveer een derde van de relschoppers komt uit Vlaanderen. (demorgen.be)
bovenlicht, glazen paneel boven een deur (voordeur en binnendeur) of raam om meer daglicht in huis te hebben
vnw: bovenlicht van een deur
Woordenboek der Nederlandsche Taal: (Vlaams-België en Brabant) Veelal halfcirkelvormig raam, inz. boven een deur of raam, dat dient om licht en/of lucht door te laten.
West-Vlaanderen: ipperlucht
Bij de grote kuis (lenteschoonmaak) had de kuisvrouw de waaier boven de achterdeur over het hoofd gezien.
De gemarmerde tegeltjes met landelijke taferelen (denk aan: schapen in de sneeuw, varkens in een weide…) tegen de muur, de glazen tegels tegen het plafond, het glas-in-loodpaneel in de waaier boven de deur: het interieur ademt de sfeer van de jaren twintig van de vorige eeuw. (hln.be)
De voorgevel heeft een deuromlijsting in arduin (spiegelboogomlijsting) in Louis XV-stijl en een glazen waaier boven de voordeur. (toerismeaffligem.be)
stopzetten, ophouden in heel ruime betekenissen
Maasland: oetsjieje
zie ook uitscheiding
Hij is uitgeschieën met zijn restaurant, hij was binnen.
De Jean gaat uitschieën met zijn vervolmakingscursus boetseren met koeienmest. Hij heeft genen tijd meer, zegt em.
Schieët toch eens uit met dat lawaai, ik kan ’t nieuws niet verstaan. (Schei toch eens uit is SN.)
Het is eindelijk uitgeschieën met regenen. ’t Wier tijd.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
