Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit zijn de top Vlaamse termen volgens het aantal positieve stemmen.
(verouderd in Nederland)
touw in het alg., vooral dik touw
vooral gebruikt in de uitdrukkinggen zeel, aan hetzelfde ~ trekken en zeel, het ~ aanhebben; zeeldraaien
vnw: dik touw
wnt: Middelnederlands seel. Van een Indogermaanse basis *s?(i) – ‘binden’
zie ook: koord
We zouden beter (aan) één zeel trekken om het voorstel erdoor te krijgen.
De klokken werden toen nog met een zeel geluid. (heemkring-liedekerke.be)
Die beweerde dat in de hoeve van de vereniging (Juniorslaan 114) ooit een man woonde die zijn broek met een zeel in plaats van een broeksriem ophield. En vandaar dat de volksoverlevering steeds sprak van ’t Huis van ’t Seel. (blog.seniorennet.be)
iets wat de vorm van een wig heeft, bijvoorbeeld waar twee straten in een scherpe hoek bijeen komen.
Voor wie de laatste spie smurfentaart?
Nog een spieke brie?
Spie Rijstvlaai – Bakkerij Bella – Bakkersonline
> zie andere betekenis van spie
zie seskes
“de floereseskes van iets krijgen”: het ervan op de heupen krijgen
zie ook: floeren, er ne ~ van krijgen
Die kinderen luisteren voor geen zier, dat is toch om de floereseskes van te krijgen!
- lekstok, lolly
- saxofoon
De acteur Telly Savalas scoorde, in de jaren 70, eeuwige roem als politieinspecteur Kojak; een opvallende figuur, hij heeft een kletskop en steekt regelmatig een zabberstok in zijn mond.
Met een zabberstok zijn de klein mannen blij, zelfs grote mensen.
“Mijn ogen zijn alleszins opengegaan sinds ik weet dat een zabberstok dialect is voor saxofoon.” (evalia.skynetblogs.be 270704)
het branden van de zon, heet weer buiten
Het is buiten aan ’t bakken, zo heet.
De zon bakt goed en ik baad/braad erin.
Het is bakkenheet.
> andere betekenis van bakken
welgesteld, vermogend, rijk, begoed
vnw: welgesteld, bemiddeld, gegoed
Van Dale: “BE welgesteld”
VRT Taalnet: Standaardtaal in België
De welstellende families gaven allemaal iets voor het goede doel.
bliksem, weerlicht
Er is hemellicht en ik hoor het ook donderen.
uitdrukking :
Hij is zo rap als nen hemellicht.
(Hij is bliksemsnel)
eig. afwerking d.m.v. betimmering, inwerking in een kast; (±) lambrisering (bij uitbreiding ook met ander materiaal dan hout)
synoniem: omkasting
vgl. afkasten
Massief eiken binnendeur met afkasting €150,00.
Koop geen deuren met de afkasting in MDF, dat slorpt teveel water op!
Tussen de afkasting en de muur dient een luchtdichte isolatie aangebracht te worden.
uitspraakvariant van “ouders”
zie ook ouwer
vgl. Hageland: aavers
Antw.: aawers
Bij m’n aaërs thaus, èn ’t aaërshaus.
een succes worden
SN/NL: aanslaan
zie andere definitie van aanslagen
De tamagotchi’s, indertijd sloeg dat aan bij de kinderen. Iedereen had er ineens eentje.
op onduidelijke manier verkregen (zwarte goederen, gestolen goederen, …)
Van Dale 2014 online: Belgisch-Nederlands
NL: van de vrachtwagen gevallen
zie ook scheefslaan, van den boot gevallen
Zoe goeiekoop?! Dat is van de camion gevallen zeker?
autokeuring, keuring, autocontrole, schouwing, autoinspectie, keuringscentrum
Typisch Vlaams: Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 4; Vlaamsheid: 6
Nederland: APK: Algemene Periodieke Keuring
zie ook verzamellemma wegcode
Daarna moest hij nog naar de automobielinspectie om zijn voertuig te laten keuren.
arch.be: Centrum voor Technische Automobielinspectie
hln.be: Inbraakpoging bij automobielinspectie in Webbekom
slechte betaler, hongerlijder, sukkel
=> gezegde: ‘krotte en compagnie’, gezegd van een arm huisgezin: “’t Is daar al krotte en compagnie.” (zie krot en compagnie)
In deze wijk wonen enkel krotters.
koer, tuin of stuk land achter het huis
Van Dale 2017: afgesloten plaats of tuintje achter een huis
Dit huis heeft een grote achteruit waar je eventueel groensels zou kunnen kweken.
We zijn op zoek naar een huis met achtereut. We willen een siertuin aanleggen. (Leiestreek)
school voor peuters en kleuters
vnw: (veroud.) kleuterschool
is in prov. Antw. een beetje verouderd.
wordt slechts nog schertsend gebruikt: bv. ‘Dat is hier percies een papschool!’
Ons kleinste is oud genoeg om volgend jaar naar de papschool te gaan.
Toch is er ook kritiek, vooral dan op fictiereeksen zoals “Los Zand” of “Thuis”, waar al te vaak een soort Brabants-Antwerpse tussentaal zou worden gebruikt. Iets à la “mijne maat van in de papschool”, begrijpt u? (deredactie.be)
Lucien volgde kleuteronderwijs in de papschool op St. Rochus en trok daarna naar de jongensschool in de Doorniksewijk. (nieuwsblad.be)
Vandaag haalt hij herinneringen op aan zijn eerste schooldag in de papschool van de nonnen in Bonheiden bij Mechelen. (vrt.be – 2019)
(eet)vork
< Frans fourchette
zie varianten in andere regio’s bij verket
Haad z’n versjèt èn z’n lènkerhand ên ‘t mês èn z’n raechter!
(Hou je vork in je linkerhand en het mes in je rechter.)
deugniet
< Frans: filou
Opa keek weeral onder de rokjes van de verpleegsters, de filoe.
alles opeten, niets overlaten
< andere definitie van krot, met ~ en mot
Friet met stoverij, zo lekker dat ze alles met krot en mot hebben opgegeten.
woensdag
Voor de goede orde: de andere dagen van de week zijn “moendig, diënsdig, donnerdig, vrijdig, zotterdig en zondig”; de genitiefvormen hierbij: “smoendes, stiënsdes (stiënzes), sgoensdes (sgoenzes), stonner(d)es, svrijdes, sotter(d)es, sondes” (´s maandags, ´s dinsdags, ´s woensdags, ´s donderdags, ’s vrijdags, ´s zaterdags, ´s zondags)
Antw. Kempen: gunstdag
Vlaams Brabant: goensdag
Maasland: goonsdig
Kimste de goensdig? Nèè, ich kan sgoensdes ni. (Kom je woensdag? Nee, ik kan ´s woensdags niet)
Alle goensdige ès ´t (destijds: ees) vergaodering. (Alle woensdagen is er vergadering)
Goensdigoëved gèève ze dèk voê(t)bal op télevieze. (Woensdagavond is er vaak voetbal op tv)
Brom, broem, broes, broesem, broemsel.
Dik, vuil schuim.
Term die gebruikt werd bij het bierbrouwen en bij het maken van een bouillon.
Woordenboek der Nederlandsche Taal: oudtijds ook BREM en, gewestelijk nog,
BROEM, znw. m.; zonder mv.
Een woord voor: Schuim, welks afkomst onbekend is.
“Den broem van de soep afscheppen”. Cornelissen (1899)
< In de prov. Antwerpen is broem, brom ook, als vr. woord, bekend voor: bekaamsel, laag schimmel op bier, wijn enz. (Cornelissen)
Als ge ne goeie bouillon wilt maken, dan gebruikt ge best soepvlees, boullie of mergpijpen. Na een tijdje koken verschijnt er echter brom of een vies witgrijs schuim bovenaan in de pot. Die moet ge dan afscheppen met een schuimspaan, want anders ziet uw soep er gekabbeld (kabbelen) uit. Vies !
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
