Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit zijn de top Vlaamse termen volgens het aantal positieve stemmen.
voor de noen. Voor de middag. A.M.
< Latijn n?na
zie ook: achternoen, voornoen
Je moet in de voornoene nie komen want dan ben ik niet thuis.
streefdoel, zorg
taaladvies.nl: In de betekenis ‘datgene waarnaar men streeft, wat men wil bereiken’ is het standaardtaal in België.
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands
DS2015 standaardtaal
Onze eerste bekommernis is zoveel mogelijk Vlaamse woorden en uitdrukkingen te verzamelen.
poetsdoek, doek
Woordenboek der Nederlandsche Taal: In Zuid-Nederland wordt vod in neutralen zin, zonder gedachte aan versletenheid of vuilheid, gebezigd voor: doek; in ’t bijzonder voor stofdoek
“Hij had eene vod rond zijnen vinger”, Goemans
“Veeg dat weg met een vod.” poëem
Van Dale 2014 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal
zie ook opneemvod, schotelvod, stofvod, snotvod
Ik moet een vod hebben want ik heb verf op de parket gesmost (smossen).
Ga eens met de vod over ’t tafel, die ligt nog vol kruimels.
beflemen, vertroetelen
Zit niet met die kat te prossen… Doe ’s wat nuttig!
> zie andere betekenis van prossen
monteur, mecanicien, mechanieker
ook mecanieker (zie voorbeelden)
vgl. automekanieker
We moeten een mekanieker bellen om dat machien te maken.
Omdat zij een groot wagenpark hebben, zijn we voor deze vacature op zoek naar een mecanieker die het onderhoud van alle machines op zich kan en wil nemen. (randstad.be)
nonsens, prietpraat, gezever
(ook: kwijl)
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal
vgl. gezever; zever, gezever
Ge moet niet zoveel zever verkopen, manneke.
“De Belgische politiek is, gelukkig maar, noch Iers, noch Joegoslavisch. Ondanks onze communautaire spanningen is er nooit bloed gevloeid. De zever des te meer.” (Mark Eyskens)
> andere betekenissen van zever
hoor, hè, toch, wat denkt ge wel, …
bevestigend stopwoordje, ook gebruikt als bekrachting van een mededeling
Etymologie: Ontstaan uit ‘zullen’ met enclitisch gij: zult gi > zuldi > zulde > zulle (Woordenboek der Nederlandsche Taal)
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal
zie ook
Antwerpen: zenne, zene, ze
Antwerpse Kempen: zalla, zalle, za, zenne, zeulle, zulle, zolle
Hageland zonne of zolle
West-Vlaams: wi
- Ik zal u nog wel hebben, zulle!
- “zonder mij komt ge d’r niet, zulle” – uit ‘Zichemsche Novellen’, Ernest Claes, 1921
- Ge moet nie peinzen dagge da moogt doen, zulle.
> andere betekenis van zulle
huwelijk, trouwdag, bruiloft
Van Dale 2018 online: verouderd
zie ook trouwgast
Het was fantastisch mooi weer op onze trouw.
koekjes in de vorm van een hand, gemaakt met bloem, eieren, boter, suiker en amandelen. Ze worden sinds 1934 gefabriceerd.
De Antwerpse handjes verwijzen naar de legende van Brabo die de hand van de slechte reus Antigoon afhakte.
parmantig
“Gisterenavond laat.
2 snotneuzen – geschat rond de 14-16 – op de fiets rijden vlak voor mijn neus parmantelijk achter elkaar een voorrangsweg over.
Beiden kijken, en rijden dan gewoon straal het kruispunt op …” (uit een forum)
flapoor
Ilse had een lotsoor die ze op ouwere leeftijd nog heeft laten corrigeren.
boem, boef, bang, klabots
ook: boempatat
vnw: pats!, klets!
Hij struikelde en patat daar lag em tegen de aarde.
Patat, die goal hadden ze niet zien aankomen.
Patat! Deze vips krijgen (letterlijk) een duizelingwekkende KO op hun bord. (hln.be)
> andere betekenis van patat
in een mum van tijd, vrijwel onmiddellijk
eigenlijk ‘op een nik en een gauw’:
< nik < nikken = knipogen of knikken met het hoofd
Waasland: op een ik en een gij
“Daar zag hij over de hofhaag heen Fox driftig komen aangestapt, en de Witte liet al staan wat stond, vloog recht, en was op een nik en een gauw langs de achterdeur het huis uit.” (Ernest Claes, De Witte (1920))
Oep nen hik èn ne gaa had hem z’n hoiswààrek gemokt.
(Op nen hik en ne gauw had hij zijn huiswerk afgemaakt)
meisjes aanstaren
vergelijk geelogen
Dat vies ventje heeft een hele middag in de cafetaria van het zwembad zitten geilogen naar de meisjes.
een klein kacheltje dat veel warmte afgeeft; een klein, handig voorwerp dat “duivels” goed presteert
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Klein gietijzeren kacheltje. In Zuid-Nederland (Cornelissen-Vervliet)
Het duvelke brandde op halve kracht, maar toch was het na een half uur al lekker warm in de blokhut.
> andere betekenis van duvelke
klaar, afgewerkt, voltooid
Es ’t eten nog ni gereed?
belasting om met een voertuig de op de openbare weg te mogen rijden
Van Dale 2016 online: BE
NL: motorrijtuigenbelasting (algemener: wegenbelasting)
De `verkeersbelasting` is in België wat men in Nederland de motorrijtuigenbelasting noemt. Deze belasting wordt volledig toegewezen aan de gewesten. De belasting wordt tot nu toe geïnd door de Federale Overheidsdienst Financiën, maar vervolgens wel doorgestort naar Vlaanderen, Brussel of Wallonië.
vgl. ook verkeersaccident, verkeerscode, verkeershinder, verkeersinbreuk, verkeerswisselaar
zie ook verzamellemma wegcode
Er was veel gemor over de verkeersbelasting.
U moet jaarlijks een verkeersbelasting betalen wanneer u als bestuurder van een gemotoriseerd voertuig gebruikmaakt van de openbare weg. (Belgium.be)
verrek, verdomme, de pot op!
ww. foerten en vorten: oprotten
vnw: verrek!, bekijk het maar!, zoek het zelf maar uit!
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal
ter aanduiding dat men zich ergens niet (meer) mee wil bemoeien of het zich niet meer wil aantrekken
synoniem: zoek het zelf maar uit, ze bekijken het maar
zie ook foertstem, foertteken
Foert, ik trap het hier af (aftrappen), dat ze ’t in ’t vervolg zelf doen!
Ze kunnen allemaal foerten! (provincie Antwerpen)
Goedele Liekens is terug na huidkanker: “Alle alarmbellen gingen af met vlekje in decolleté, toch dacht ik ‘foert’” (vrt.be)
Eén dag voor het circulatieplan van kracht is, zegt de Gentenaar ‘foert’. (demorgen.be)
kort opeenvolgend, vaak, dikwijls
Ook gebruikt in de zin van “dicht op elkaar”, bijvoorbeeld planten die nogal dicht op elkaar geplant staan: “eigelek ston die plaante wel wa te bedicht, niej soms?”
“Moeder vond dat ‘dieje gast’ toch nogal bedicht langskwam, zou die misschien een oogske op de dochter hebben?…”
Sterk garen voor allerhande toepassingen, die aan robuuste belasting moet weerstaan.
In de handel wordt dit ook ijzergaren genoemd.
< Frans: fil tambour
Klik op de afbeelding
Tamboerkesgaren van vlas
De schoenmaker verkoos tamboerkesgaren boven pikdraad/pekdraad om mijn schooltas te hernaaien.
Tamboerkesgaren wordt nog gebruikt voor het aanzetten van knopen op zetelkussens, op werkkledij en op lederen jassen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.