Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit zijn de top Vlaamse termen volgens het aantal positieve stemmen.
protkont = nuffig meisje
Antwerpen-stad: schetkont
Wat een strekenkind is dat, een echte protkont.
sterven, de pijp aan maarten geven, het bijltje erbij neerleggen
In de fleur van zijn leven spoog hij z’n sjieke uit.
hard, maar toch onderdrukt lachen
Van Dale 2014 online: gewestelijk, onderdrukt lachen, proesten
Woordenboek der Nederlandsche Taal: poefen, onderdrukt lachen, proesten van het lachen. Alleen in Vlaams Belgiรซ en stellig niet zonder invloed van Frans pouffer de rire.
“Me kosten onze lach nie meer inhouwen, en den eene begost veur, en den andere naar, te poefen”.
Kempen: ook proesen
Ze stonden achter mijne rug te poefen van ’t lachen.
hevig bibberen
Woordenboek der Nederlandsche Taal: modern lemma: rijeren, daarnaast rijderen
< Middelhoogduits rรฎderen. Frequentatieve vorm van Rij(d)en: Rillen, bibberen, sidderen, huiveren. Hetzelfde als Rijelen.
In Noord-Nederland verouderd.
“Rijeren van de kรถrts” Cornelissen-Vervliet (1899)
ook in Zuid-Limburg
in Antwerpen en Lier: rijlen
Hij stond daar te rijeren van de kou.
Ge kunt ook rijeren van de schrik.
Gerijerd van de koorts heb ik gedaan voor dat mijn amandelen werden getrokken.
Iemand die van het gemakkelijk leven profiteert zonder zich zorgen te maken. ’n Genre bon-vivant.
Dis nen echten boemelaar, altijd op de kaffee.
- afglijden, afrijzen
- in 1 trek iets in serie weghalen
zie ook uitritsen
- Met 2 direct achtereen zijn ze van den rijsaf afgeritst.
- Rooi bezekes (aalbessen) kunt ge, met uw wijsvinger en duim, in 1 keer van de troskes afritsen.
De afgeritste bezekes eten we geire met witte suiker bij ons boke
het uitproberen van iets
Deze uitprobatie is een poging om het trefwoord niet te opvallend onder de aandacht te brengen.
woord om enige aarzeling uit te drukken
woord om een denkpauze in te lassen
ook: stopwoordje
NL: eh
Ik herinner me dat Jerommeke altijd euh… zei (met toegeknepen ogen)
auto-ongeluk dat gebeurt in het weekend, meer bepaald ’s nachts tijdens het uitgaan. De betrokkenen zijn meestal jonge bestuurders.
Alcohol is een factor die meespeelt bij de weekendongevallen, naast onervarenheid, snelheid, drugs en stoerdoenerij.
beaamt wat de vorige spreker gezegd heeft, men is het volkomen eens
zie ook da is, jom, dat is
Ook in de streek van Aarschot, Heist op den Berg,…
- Bij die familie is er genen ene goede bij, ze deugen in de huid niet. – Daddis, jom!
onbedwingbare goesting hebben voor iets (hartelijks).
vb: “Wil jij een stuk chocolade?”
“Geef mij er maar twee want ik voel mij kriemig!”
1) gemeen, stout, venijnig
2) marginaal, basse-classe
3) van slechte kwaliteit
4) schunnig
een uitspraakvariant van “gemeen”, heeft in de Antwerpse Kempen een zeer sterk emotioneel afkeurende bijklank. De AN betekenis “gemeenschappelijk” bestaat in die streek niet meer.
1) Gij se gemane tik; dat is gemaan die kinderen zo pesten.
2) De familie Flodder uit de film, hoe gemaan zen die nei! Ja, ’t is echt gemaan soort!
3) Die jenever die ze daar schenken is zo maar gemanen boecht.
4) Scheid nu toch eens uit met die gemane klap!
> andere betekenis van gemaan
het is terecht
Van Dale, bij besteden:
(gewestelijk) dat is wel besteed (wanneer iets slecht afloopt)
dat is verdiend
Dat is goed dat die foutparkeerder eindelijk een boete gekregen heeft. Het is welbestit.
“Dan maar de burgemeester onder handen genomen, hem volgegooid met verf en uitgesmeerd, voilรก, daar zal hij niet blij mee zijn, ’ t is welbestit.” (uit een blog)
asfalt dakbedekking op platte daken
is standaardtaal in Belgiรซ
In Nederland: asfaltpapier, dakleer (rubberoid)
vnw: waterdichte kunststof als dakbedekking voor platte daken
< Belgisch-Frans: roofing < Engels: roofing, dakbedekking
Van Dale:
(algemeen Belgisch-Nederlands) waterdichte kunststof op basis van asfalt of rubber, m.n. gebruikt als dakbedekking
zie ook roofingdak; dakroofing
De roofing is de opperhuid van een plat dak. Een mankement in die beschermende laag heeft al vlug gevolgen voor de rest van het dak.
Het vuur ontstond tijdens het heraanleggen van de roofing op het dak van een winkel in babyartikelen. (vrt.be)
Maak je dak voldoende solide als je er ooit een dakterras op wil leggen of kies voor wortelwerende roofing als je een groendak wil plaatsen. (demorgen.be)
uitgekookt, geslepen
Hageland: doorneukt
Voor zoiets te bedenken moet ge toch deurnuft zijn zenne.
kleine muts, soort baret, meestal met een uitsteekseltje
Onze pa droeg altijd een tittanteulleke als hem met de velo reed.
zie mijn jong hart en mijn stijve ledematen
-
plassen, lozen
zie ook loederen
< Duits: lรถsen (loesen): lossen, bevrijden, laten lopen
VMNW: inf.: loesen, loessen, losen, lozen
MNW: van zich laten gaan
Eene stof uit het lichaam. (Kil. loosen, inanire, vacuare). In het Mnd. heeft het woord ook de bepaalde bet. stoelgang hebben
Wat du loses wt dinen monde, wt dinen nase, wt dinen oren ende wt allen leden, hoet algader sijn vuylheden, Wrake III, 2308, Brabant, 1390-1410.
Het (de fistel) wert onderwilen geloset met messe enz., Jan Yp. 198, Vlaanderen, 1401-1500.
Den nieuwe hond heeft in de gang geloesd.
geweldig, groot, verachtelijk
< heeft een speciale morele betekenis
Ge moet nieten geloven van wat hij zegt: ’t is ne vorte leugenaar
suikerboon, doopsuiker
zie ook kinnekeskak, suikerklitsen, kakkebeulleke, kakmentjes
ook in de prov. Antw.
Met de kakkeboon verwelkomen we de pasgeborene.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.