Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit zijn de top Vlaamse termen volgens het aantal positieve stemmen.
stug, moeilijk plooibaar
Mijn nieuwe schoenen zijn erg steeg, ik zal ze de schoenmaker eens op de leest laten leggen.
> andere betekenis van steeg
’t is ruzie, ’t is bagaar
vnw: ’t zal kermis zijn: je zult ervan langs krijgen, er zal wat zwaaien
Toen haar man gisteren thuiskwam, was het weeral kermis. We hoorden ze roepen tegen elkaar.
(verouderd) soort, aard
Woordenboek der Nederlandsche Taal: aartsoen:
1) Aard, slag, soort. Nog in het westvlaamsch (De Bo 1873).
Door v ledicheyt alle dinck te quist gaet Ghy sijt een slecke van luyen aertsoene, Antw. Sp. 252 (1562)
2) Als collectivum: de menschen van een bepaalde soort. Vervolgens ook: iemand van een ongunstige soort. Niet meer in gebruik.
“Die tarwe is van een goed artsoen” De Bo (1873)
Vrijen, seks hebben.
Dubbelzinnige uitdrukking.
We gaan selder planten in de seldergroef, pikkenotje spelen dus.
Erg kwaad, zeer boos.
- Vaak gebruikt met colère: “wroet van colère”, “in een wroete colère”
- Figuurlijk: vroed van den honger zien: scheel zien van de honger
< Middelnederlands: verwoet, verroed
afleiding: oendewroet: erg kwaad (zo kwaad als een hond a.h.w.).
Wat je daar gelapt hebt, daarover ben ik wroet!
Iedereen was met hem aan het lachen, en hij is dan maar vroed van colère alleen aan de werken begonnen; hij is er in een vroete colère alleen aan begonnen.
Ik had de hele dag gewerkt op het land, en zag vroed van den honger.
Starten, in gang zetten.
Smiet de moteur mor in route, me gon vertrekken!
schuin tegenover
Hij woont schuinsrechtover het postgebouw.
ecologisch label voor toeristische bedrijven zoals hotels of campings die voldoen op het vlak van bepaalde milieuvereisten
NL: Greenkey
In 2012 hebben 70 kandidaten in Vlaanderen het keurmerk De Groene Sleutel ontvangen.
meikever met witte ‘bloem’ op zijn dekschilden
Woordenboek der Nederlandsche Taal: De naam van predikheer is ontleend om de eenigszins gelijkenis van kleuren… bij den kever, aan ’t witte en zwarte kleedsel van een dominikaan of predikheer, Schuermans (1865-1870).
Het is lang geleden dat we nog ne preekheer in de beukehaag zagen.
veelbelovend
Niets dat zo beloftevol ruikt als maagdelijke schriften, niets zo uitnodigend als een onbeschreven blad papier. (Cathérine Ongenae)
Een lijkbleke vrouw die amper beweegt of spreekt
Ze zei van de ganse dag niets, wat een moane.
houten vloer, houten planken in verband gelegd met groef en uitsteeksel (tong)
< Frans: le plancher > picardisch, oud-Frans > latijn planca
vnw:
•houten vloer, plankenvloer
•vloerplank
zie ook plankier
Met de balken bloot kunt ge duidelijk de plancher van de zolder zien.
De leefruimte (20m²), op plancher, komt uit in de open keuken (5m²). (immopoint.be)
De plancher is om en bij de 15 m2 groot en werd in 1993 uit de vloer van een boerderij in de Béarne, in het zuidwesten van Frankrijk, gebroken. (demorgen.be)
dierenarts, paardsmeester
Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt): Paard(en)meester, veearts.
Peerd-meester. Veterinarius, mulomedicus, Kiliaan (1599).
J. de Smet, Peerdemeester in Borgerhout, schrijver van een boek over paarden (Antwerpen, 1686).
“Dan ging hy by eenen Peirde-meester, om de Peirden te leeren behandelen en Cureren” Amus. Kindervertellingskens
Kzen met de kat naar de peirdemeester gegaan.
indraaien
Aan het kruispunt slaagt hij de straat rechts in.
zie zijn stomme muizen die maar een gat hebben
-
schijten
/’schi tn/
(Kortrijk) skietten /’ski tn/
Hij is in zijn broek aan het schietten van benauwdheid.
opportunisme
NL: draaikonterij, gedraaikont
Steeds Uw mening ‘herzien op basis van nieuwe realiteit’ is een chique benaming voor kontendraaierij.
-wat dronkenschap tot gevolg heeft
-het zich bedrinken, zuippartij, zatlapperij, zuipfeestje
-hoeveelheid drank waarmee men zich bezat.
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
“Waar hebt ge dat zatsel gekocht?” Rutten (1890).
“Hij heeft den eersten prijs behaald: er is een zatsel aan vast.” Verz. Gezelle (voor 1899).
ook in Noord-Brabant , vroeger waarschijnlijk in heel NL
Die man stond vooral bekend om zijn voorliefde voor wijnen en andere zatsels.
“Daar zulde ook geen zatsel mee oplopen” wordt gezegd wanneer alcohol in een opvallend kleine hoeveelheid wordt gepresenteerd (…)
http://www.cubra.nl/tilburgsdialect)
Een zatsel met een grote hoop is plezanter.
“Voor een „zatsel” bier- — een door hem zelf uitgevonden maat die, den uitvinder toegemeten, ongelooflijk veel kannen blijkt te bevatten houdt hij een gezelschap een heele avond aangenaam bezig" (Etsen naar het leven, door A.C. Loffelt Google books)
hyperactief, scherp reagerend
Maar die flashraming hoeft geen aanleiding te zijn tot hyperkinetisch gedrag, zei de minister. (deredactie.be)
merkwaardige 3de pers. enkelv. van liggen
contaminatie tussen liggen en leggen?
ik lig
gij ligt
hij lee (naast hij ligt; spreek uit in de trant van lei)
wij liggen
golle ligt
zij liggen
Dat lee daar maar te liggen. (ongeveer uit te spreken als: da lei der mor te ligge)
Waar is de stoppentrekker? Die lee op tafel.
Nadal heeft verloren, hij lee t’er uit.
- Wa zee t’em?
- Als em ligt, dan lee t’em…
> andere betekenis van lee
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.