Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit zijn de top Vlaamse termen volgens het aantal positieve stemmen.
blufpoker spelen
Hij wou opslag en zette zijn baas onder druk door hem te vertellen dat hij op een ander meer kon verdienen. Opslag en buiten. Dat krijgt ge nu met (door) stoefpoker te spelen.
uit armoede (meestal fig.), van ellende, van miserie
ook wel: bij gebrek aan beters
Hij stond daar een uur op haar te wachten, van armoe is em het maar afgestapt.
De Jean zijn stamcafe was toe. Van armoe is em dan maar in ’t frituur een pint gaan drinken.
tegenslag, morele slag, morele of fysieke inzinking
Amai, via via te horen krijgen dat uw vrouw met een ander aanhoudt, dat kan ik geloven, dat zijn kloppen.
Hij was al vanaf ’s morgens vroeg in de weer, maar tegen een uur of drie kreeg em toch zijn klopke en viel op zijne stoel in slaap.
Toen zijn vrouw stierf heeft em zijn eigen de hele tijd sterk gehouden. Pas na de begrafenis kreeg em zijne klop.
> andere betekenis van klop
iemand die altijd op de een of andere manier zijn plan weet te trekken of het in zijn voordeel weet te regelen
ook pejoratief bedoeld: iemand die altijd wel op een of andere manier aan zijn verplichtingen onderuit weet te komen.
(zie voor de tweede betekenis: karottentrekker, carottier)
vnw:
•iemand die zich weet te redden, overlever
•profiteur
Typisch Vlaams: Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 3; Vlaamsheid: 6
vnw: iemand die zich weet te redden, overlever
znwb: Pers. die zich in alle omstandigheden weet te redden; soms bep.: pers. die rustig zijn eigen gang gaat, die op een handige manier alles in zijn voordeel zoekt te regelen enz.: opportunist; – ook in pejor. zin: pers. die langzaam of traag werkt: lijntrekker, dagdief.
Van Dale 1995: gewestelijk
Van Dale 2016 online: BE algemeen
DS2015 standaardtaal
vgl. plantrekkerij
Rijden er geen bussen meer na 11 uur ’s avonds? Och, ’t is ne plantrekker, hij zal wel op de een of andere manier thuisgeraken.
De Jean is ne plantrekker eerste klas: als em een gaatje ziet is em de pist in.
iets niet kunnen verkroppen
ook op de lever liggen (lever, op de ~ liggen) (zie voorbeelden)
meestal gaat het om problemen algemeen, problemen met iemands gedrag en gedoe, enz.
vnw: dat ligt op zijn lever, dat ligt hem op de lever: dat ligt op zijn maag, dat zit hem dwars
Van Dale 2018 online: BE dat ligt op zijn lever: dat kan hij niet verkroppen
“Het ligt al langer op mijn lever dat de wegwijzer is weggenomen. Dat Zottegem een wegwijzer heeft vanaf de E40 en Geraardsbergen niet, is onlogisch.” (schepen van toerisme)
Oude mensen die beweren
dat ik het soms durf risceren
van zomaar te vliegen in je haar
Maar dat ligt op mijne lever,
want das allemaal dikke zever
en daarbij da’s helemaal nie waar
(De Vledermuis, Urbanus)
Hetgeen dat ge 5 jaar geleden tegen haar gezegd hebt, dat ligt nog altijd op hare lever.
“Dat zijn imago een knauw dreigt te krijgen, zal Coucke zwaarder op de lever liggen dan de dreigementen van Perrigo”, zegt Bert Lauwers (knack.be)
We willen minister Van Peteghem en de regering waarschuwen dat dat zwaar op de lever ligt bij ondernemend Vlaanderen. (tijd.be)
kurkdroog
vnw: poeierdroog (bn.): kurkdroog
Antwerpen: poeierdroeg
Antw. Kempen: peujeurdroeeug
Hageland: poeierdruëg
Leiestreek: poerdroge
Van Dale 2005:
poederdroog
bijv. naamw.
(algemeen Belgisch-Nederlands geheel en al, door en door droog
vormvariant: poerdroog
Het moet meerdere dagen regenen, willen we alle planten kunnen behouden in de tuin. De grond is poerdroge. (Leiestreek)
Eventueel bouwvocht of vocht uit de constructie (denk aan hout, da’s nie poeierdroog he), kan perfect naar buiten diffuseren. (bouwinfo.be)
Lendenen, leest, middel
zie ook lee
Iemand die fel vermagert krijgt smalle leentjes.
(benaming voor) de driekleurige winde, dagschone (Convolvulus tricolor)
(cf. Van Dale 2009)
Men zegt ook wel “bonjourmadammekes” tegen de petunia.
woonwagenbewoner
in België en Frankrijk ‘manouche’
in Nederland ‘Sinti’
< Sanskriet manusa (= mens), verwant met het Nederlands man (wikipedia)
zie ook de reactie
Het Integratiedecreet omschrijft woonwagenbewoners als personen die legaal in België verblijven en die wonen of woonden in een woonwagen als omschreven in de Vlaamse Wooncode, of waarvan de ouders dat deden, met uitzondering van bewoners van campings of gebieden met weekendverblijven.
Met deze omschrijving verwijst de Vlaamse overheid naar de Roms, Manoesjen of Voyageurs die naar traditie wonen of woonden in een woonwagen.
Voor betere definities: googel ‘manoesjen’ want zeker is dat de manoesjen, de Roms, de zigeuners en de woonwagenbewoners niet met elkaar verward willen worden.
Een esdoorn, esselteer, violenhoutboom
verbastering van herzelenteer
Het tweede deel van de samenstelling “teer” – dikwijls ook “ter” – betekent boom. Zoals in ’t Engels “tree”.
Woordenboek der Nederlandsche Taal, bij esdoorn: Wellicht is dezelfde boom bedoeld met esselteer, dat voorkomt Costumen van Brussel (1657).
MNW bij tere:
Kluyver vermeldt nog als Belgische boomnamen (doch zonder bewijsplaatsen) hardenteer, harenteer, herzelenteer, en den geslachtsnaam Notelteirs (uit Schuermans).
In de Canadese vlag staat een blad van een hezzelenteer.
van ver, vanvaar, vanwaad, vaas, van ~
Ik zag hem vanveis aankomen.
Technisch Secundair Onderwijs
= middelbaar onderwijs dat een technische opleiding aanbiedt
vnw: (bnl.) afkorting van: technisch secundair onderwijs, middelbaar technisch onderwijs
Mijn zoon heeft het TSO volledig uitgedaan. Hij is elektrieker van beroep nu.
“In het tso gaat de aandacht vooral naar algemene en technisch-theoretische vakken. Na het tso kan je een beroep uitoefenen of verder studeren in het hoger onderwijs. Bij de opleiding horen ook praktijklessen.” (onderwijs.vlaanderen.be)
(niet) geapprecieerd worden, (niet) op prijs gesteld worden
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, alg.
DS2015: standaardtaal
zie ook gesmaakt
VTI Roeselare: Het Sint-Jozefsfeest werd erg gesmaakt door de leerlingen van de afdeling houtbewerking.
Het Belang Van Limburg: De snor van Bent Van Looy wordt niet gesmaakt.
De nieuwe keuken van Jeroen Meus werd ook niet gesmaakt bij de fans van Dagelijkse Kost. Zijn eten daarentegen…
je gemak er van nemen, op je lauweren gaan rusten
Hij wil dat je je in het diepe gooit en dat je niet teert op comfort.
vroedvrouw, baker
Uitspr.: nadruk op eerste lettergreep (stoottonig, met ontronding: waajsvroo)
Vrigger wos ‘t de gewènte dat de waajsvroo bij kènder wo ze op de wêrd braach den hélligennaom Ghislenus of Ghislain(e) mètgoêf, petraun tiëge de steipkes. (vroeger was het gebruikelijk dat de vroedvrouw aan kinderen die zij hielp geboren worden de toenaam ’Ghislenus’ of "Ghislain(e)’ meegaf, patroonheilige tegen de stuipkes, om het kind voor deze ziekte te behoeden)
een voorwerp of een persoon die niet als mooi wordt bevonden
< scharminkel
Toen we Caty de braderiekoningin zagen in het winkelcentrum, vonden we haar allebei een lelijk skermik.
De schouwgarniture bij de buren vinden wij ook maar een lelijk skermik.
uit zich zelf (dus niet zoals het Vlaamse vaneigens ‘vanzelfsprekend’)
Vaneges is dae knoemel der weer mit oetgesjeeje/opgehouwe.
Uit zich zelf is dat (rot)ding er weer mee opgehouden.
buikpijn
Miljaardeju, ik heb weer penspijn. Ik heb teveel gegeten.
Conventen waren gemeenschapshuizen voor begijnen die geen huis konden bouwen of huren. Ze werden gesticht door rijke begijnen of geestelijken. Elke begijn beschikte over een eigen slaapruimte naast gemeenschappelijke ruimten zoals keuken, refter, werkplaats en spreekkamer. De kandidaat-begijnen of novicen verbleven eveneens een aantal jaren in het Convent. (kempenserfgoed.be)
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Thans alleen nog in Zuid-Nederland Een huis in een begijnhof waar een groot aantal begijnen, inzonderheid nieuwelingen, onder toezicht samenwonen.
< Frans: couvent
vgl. begijnhof, besloten hof
Nu worden leegstaande Conventen verbouwd tot afzonderlijke huisjes, waarvan een gedeelte als kunstgalerij wordt ingericht of waar bijeenkomsten kunnen gehouden worden voor bvb. minicursussen of workshops.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.