Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Vanwaar die geslachtsaanduiding? Ik denk dat de ‘den’ niet meer is dan een stemtoevoeging aan ‘ten’ (het bijwoord in zijn tijdsbetekenis), geen geslacht.
Let ook op de knoert van een cirkelredenering in:
“als we het over de normen voor de uitspraak van het Standaardnederlands hebben, dan kunnen we natuurlijk alleen maar de uitspraak van die taalgebruikers beluisteren die Standaardnederlands spreken.”
Verder in zijn betoog ook “de VRT – hij”. “Ne VRT”? ‘Vrt’ is dan wel een mannelijk woord in het Sloveens (betekenis: hof), maar om nu ook klakkeloos het woordgeslacht van een andere taal, of het woordgeslacht van de betekenis van het woord in een andere taal, over te nemen…
Dat gedoe over de norm van het Engels in Engeland, Frans in Frankrijk, enz. is allemaal wel (gedeeltelijk) waar, maar het verschil is dat ze in Amerika/Nieuw-Zeeland/Nigeria/Schotland hun openbare omroep geen bekakt Londens Engels dwingen te spreken, dat ze in Oostenrijk en Zwitserland hun eigen versie van het Duits voorop stellen en niet alles hervormen naar Berlijns, evenals in Canada en elders hun eigen versie van het Frans (zelfs in Wallonië, waar eigenlijk nooit Frans werd gesproken), enzovoort enzoverder. Debrabandere gebruikt met andere woorden veel woorden om eigenlijk niks te zeggen. Een stokoude retorische tactiek.
Dat de Vlaamse uitspraak van Engelse leenwoorden met korte a ‘Frans’ zou zijn slaat nu toch wel echt alles.
Ook: zinnen beginnen met ‘maar’. Dat geeft dus les Nederlands he! Spijtig dat alleen de vraagsteller op die site een commentaar kan plaatsen bij een antwoord van een ander.
Op de VTM zijn het heruitzendingen van Liefde voor muziek. In de aflevering van ‘vandaag’ worden Bart Peeters zijn liedjes door de anderen gezongen. Het is Isabelle A haren toer, en Bart Peeters vraagt “Is ’t in ’t Vlaams?”. Ze antwoordt “Het is niet in het Nederlands”. Jamaja, dat was de vraag niet he. Uiteindelijk bleek het in ’t Frans te zijn.
(Re: mijn eigen commentaar hierboven, tiens. Ik neem aan dat ik ‘naamvalsrestant’ om een of andere reden had opgevat als een nog actief naamvallensysteem.)
Uitzondering op beide voorwaarden: ‘olijvelaar’ komt precies ook voor:
Maar er zat nog leven in de mytische olijvelaar, de gekrenkte stronk vormde opnieuw scheuten. (radio1.be)
Olijven en hun olie zijn een bijna-monopolie van de Europese Unie. Of beter: de wereld van de Middellandse Zee, want we mogen Tunesië niet vergeten en ook Marokko, Turkije en Syrië niet. In dat laatste land ligt mogelijk de oorsprong van de olijvelaar. (bruzz.be)
Om een naam op -laar te krijgen moet er zo te zien aan twee voorwaarden voldaan worden:
Het is nog maar relatief recent dat vijgen hier probleemloos kunnen overwinteren – zie ook de tweede voorbeeldzin -, dus krijgen ze nog niet altijd het -laar-achtervoegsel, maar het komt er toch aan. Nogmaals de tweede voorbeeldzin: die mens is familie van een van de eerste mensen die in deze streken vijgen in zijnen hof had staan, dus is er al langer mee vertrouwd dan de meesten, en schrijft in zijn al bij al korte commentaar niet minder dan vier keer ‘vijgelaar’.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.