Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Op het nieuws spreken ze de naam ‘Instagram’ steeds uit gelijk ‘InsteGwèm’. Ik denk dat iedere Vlaming dat nochtans zou uitspreken gelijk ‘instagram’, en de jeugd heeft het ook kortweg over ‘insta’. Zelfs de Nederlander van Wiktionary spreekt het perfect vernederlandst uit: ‘instaachram’.
https://nl.wiktionary.org/wiki/Instagram
Waarom moeten ze op het nieuws dan moeilijk doen met een barslechte, totaal ongepaste pseudo-Amerikaans-Engelse uitspraak van een woord dat bestaat uit lettergrepen die allemaal al in onze taal voorkomen? In-sta-gram, hoe moeilijk kan het zijn?
Hier is het misschien best om toch de uitspraak als titel te gebruiken en de Franse oorsprong als uitleg, want ‘silvoeple’ is juist een zelfstandig naamwoord kunnen worden omdat men geen idee had dat het eigenlijk Frans was.
De spelling zou hier eerder ‘neet’ moeten zijn (het is een scherplange e zoals in ‘scheef’, geen lange i zoals in ‘kieken’), en om die reden denk ik ook dat de aangehaalde passage uit de WNT ofwel niet met deze ‘niejet’ te maken heeft, ofwel dat de WNT daar de bal ferm missloeg.
Deze ‘niejet’ is eigenlijk “nee, ’t”, zoals ook ‘jot’ eigenlijk “ja, ’t” is, maar het wordt niet uitsluitend gebruikt in gevallen waarbij men een onzijdig onderwerp in de derde persoon enkelvoud bevestigt. In West- en Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant wordt nog het uitgebreider systeem gebruikt, waarbij ‘ja’ en ‘nee’ niet alleen de korte vorm van ‘et’ (het) krijgen, maar ook van alle andere personen: “ja, ’k” (ja, ik), “ja, g” (ja, gij), “ja, n”/“ja, s”/“ja, ’t” (ja, hij/zij/het), “ja, m” (ja, wij), “ja, g” (ja, ge), “ja, z” (ja, ze), en “nee, ’k” (nee, ik), “nee, g” (nee, gij), “nee, n”/“nee, s”/“nee, ’t” (nee, hij/zij/het), “nee, m” (nee, wij), “nee, g” (nee, gij), “nee, z” (nee, zij). ‘Nee’ heeft natuurlijk ook de nevenvorm ‘neen’, en dus ook bv. “neen, ’k” enz.
Ik denk dat ‘ja’ technisch gezien een buigings-n krijgt voor ‘wij’ (1M) en ‘zij’ (3M), zoals dat ook bij ‘dan’ (= bijzin-inleidende ‘da’ (dat) vóór ‘wij’ of ‘zij’) of ‘an’ (= bijzin-inleidende ‘a’ (als) vóór ‘wij’ of ‘zij’) het geval is. De uitleg bij het lemma joak lijkt dat vermoeden alleszins te bevestigen.
Ik denk dat er hier door de i/ie (1) een zekere verwarring is opgetreden: de ‘i’ of ‘ie’ van ‘plastieken’/‘plastiken’ wordt bij alle Vlaamstaligen kort uitgesproken, het lemma ‘plastikken’ maakt dus een onderscheid dat in de werkelijkheid niet bestaat.
(1) Een van de zovele gebreken van de Nederlandse spelling: er is geen duidelijk onderscheid tussen een dofkorte i (vis), scherpkorte i (fiscus) en (scherp)lange i (kieken). Voegt hier nog aan toe dat Brabantse dialecten alle doffe i’s scherp uitspreken, en dat Oost-Vlaamse dialecten (evenals het Nederlands) geen onderscheid maken tussen scherpkorte en scherplange i, en er ontstaat op den duur een Babelse spraakverwarring. Ik zeg dan nog niet over het Limburgs en het Nederlands, waar zeer veel scherpe i’s verdoft worden, of de verschillende complexe uitspraakregels over welke i’s dof, scherp of lang zijn, of de woorden die die regels niet volgen, enz.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
