Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Het schiet mij te binnen dat die onnavolgbare vermannelijking van vrouwelijke woorden in het Nederlands (en Kustwestvlaams) mogelijks ten dele veroorzaakt is als gevolg van een soort hypercorrectie van de variant van ‘se(n)’ in de Hollandse dialecten. Ze gebruikten voor bezitsconstructies ongeacht het geslacht een mannelijk voornaamwoord, en hebben dan het geslacht van dat voornaamwoord op de bezitters in kwestie weerspiegeld.
Ik heb nog een voorbeeld toegevoegd van het Noors, dat identiek hetzelfde systeem kent met het woord ‘sin’ (‘zijn’/‘haar’ – als het onderwerp, de bezitter, al genoemd is) – in het Engels was het trouwens ook ooit in gebruik – en als ge eens naar een w<a href=/definities/term/zware e>èreldkaart kijkt wordt wel duidelijk waarom. Het verschil is dat ze in Noorwegen wél nog kunnen onderscheiden tussen mannelijke en vrouwelijke woorden, hoewel het daar in zekere zin toch ook wordt afgeleerd door de voornaamste standaardschrijftaal ‘bokmål’ (boekentaal), die niet op enige Noorse maar uitsluitend op Deense dialecten is gebaseerd, waar er geen onderscheid is tussen mannelijk/vrouwelijk. Tiens, waar heb ik dat verhaal nog gehoord…
In de gratis Van Dale online staat nu als betekenis voor mondmasker ‘mondkapje’, en bij mondkapje ‘kapje of ander voorwerp dat je tegen besmetting voor je mond draagt’. Wat een ‘kapje’ dan wel zou mogen zijn blijft een raadsel, want als ge dat opzoekt (in de gratis VD) krijgt ge twee definities, de eerste is Vlaams: ‘hoofddeksel van verschillende vorm: (België)’; de tweede heeft niets te maken met maskers: ‘bedekkend bovendeel’.
Naast de ‘pour les flamands la même chose’-behandeling vraag ik mij ook af wanneer (professionele) woordenboeken in hun beschrijvingen mensen persoonlijk zijn beginnen aanspreken (en dan nog eens in de onbeleefheidsvorm): ‘kapje dat je tegen je besmetting voor je mond draagt’. Is ‘kapje dat men tegen besmetting voor de mond draagt’ geen correct Nederlands meer, of wat is nu precies de bedoeling van iedereen aan te spreken als peuters? (Is de betaalde versie misschien minder kinderachtig?)
Hmm:
Op Wiktionary staat dat ‘schier’ door 94% van de Nederlanders herkend wordt, tegenover 88% van de Vlamingen, en op Nederlandse sites wordt het niet weinig gebruikt. Daarentegen beweert de Engelstalige Wiktionary dat ‘schier’ in de betekenis ‘bijna’ beschouwd wordt als formeel (wat het voor mij niet echt is). Op de Nederlandstalige Wiktionary staat bovendien te lezen dat ‘bijkans’ herkend wordt door wel 91% van de Nederlanders tegenover amper 78% van de Vlamingen, maar ik kan mij niet voorstellen dat een Nederlander dat ooit zou spontaan in de mond nemen.
Is het verschil dus dat ‘schier’ in VL een normaal woord is, terwijl het in NL een formeel (= archaïsch) woord is? Zou het kunnen dat minder Vlamingen de woorden herkennen, terwijl ze die nochtans waarschijnlijk zelf gebruiken (in tegenstelling tot de Nederlanders, die die woorden enkel kennen uit en gebruiken in opgezwollen, onnatuurlijk taalgebruik), omdat ze die voortdurend afgeleerd worden omdat het geen modern Nederlands is?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.