Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
wang
Woordenboek der Nederlandsche Taal: kaak
Zijvlak van het aangezicht, beneden het oog; wang, koon. In sommige streken het gewone woord, zoo b.v. in den omtrek van Sluis, in ’t N. en W. der provincie Antwerpen, in ’t Land van Waas, in Z.-Oostvlaanderen, enz.
Van Dale online: wang, beendergestel dat de mondholte omsluit en waarin de tanden en kiezen geplaatst zijn, de organen waarmee men eet en spreekt
Tegenwoordig krijgen ze geen rode kaken (kaken, rode ~ krijgen) meer. Alles kan.
Ze gaf een kusje op zijn kaak.
Ze gaat op stap en ze heeft wat bloos op haar kaken gedaan.
wang
Woordenboek der Nederlandsche Taal: kaak
Zijvlak van het aangezicht, beneden het oog; wang, koon. In sommige streken het gewone woord, zoo b.v. in den omtrek van Sluis, in ’t N. en W. der provincie Antwerpen, in ’t Land van Waas, in Z.-Oostvlaanderen, enz.
Van Dale online: wang, beendergestel dat de mondholte omsluit en waarin de tanden en kiezen geplaatst zijn, de organen waarmee men eet en spreekt
Klik op de afbeelding
Kaak van een meisje
Tegenwoordig krijgen ze geen rode kaken (kaken, rode ~ krijgen) meer. Alles kan.
Ze gaf een kusje op zijn kaak.
Ze gaat op stap en ze heeft wat bloos op haar kaken gedaan.
kletsen, babbelen, sjaafelen, tetteren
zie ook sjauwel(aar)
uitspraak: /’sja: w.? l.?/
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Modern lemma: sjouwelen; sjauwelen: waarschijnlijk een klanknabootsing, verg. Wauwelen.
- Babbelen, kletsen, wauwelen. Te Antwerpen.
Da’ wijf gaat overal sjauwelen in de geburen, Cornelissen-Vervliet (1899).
- In den zin van: praatjes over iemand vertellen.
Daar wördt veul gesjauweld da’ nie’ waar en is.
Ik heb over die zaak al veul hooren sjauwelen. Corn.-Vervl.
Die stonden op den hoek van de straat te sjauwelen. En een uur later stonden die er nog.
niks
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Geen dem is in Zuid-Nederland eene gewone uitdrukking voor: in het geheel niets.
ook bats, geen ~
Antwerpse Kempen: vits, geen ~
Brugge: demp, geen ~
Al die uitvluchten interesseren me geen dem!
Ik heb zoveel voor die mens gedaan en wat krijg ik in retour? Niks, geen dem, nog gene merci!
geen sikkepit
sittepit=verbasterde vorm van sikkepit
Woordenboek der Nederlandsche Taal: sikkepit
znw. vr. Uit Sik en Pit. Daarnaast de blijkbaar verbasterde vormen sissepitje, sittepitje en sittebitje.
?— Geitekeutel. In de algemeene taal alleen (zonder dat de eigenlijke betekenis nog gevoeld wordt) als voorbeeld van iets dat in het geheel geen gewicht in de schaal legt of van een uiterst kleine hoeveelheid.
“Zuivren drank, en spijzen Waaraan geen Stas een sittebitje kon verwijzen!” Nolet de Brauwere, Gedichten.
Ik ken daar ginne sittepit van.
“Mateke, daar geloof ik geen sittepit van.” (seniorennet.be)
“Ik vind er niets uitbuntig aan om een ruimtevaartschip te worden en denk je dat ik een sittepit meer waard zou zijn als ik ineens door heel dat geroboteer met …” (forum.politics.be)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.