Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
rond, knapperig broodje
uitspraak: /pistolé/, niet /pistolèt/ zoals in Nederland
In tegenstelling tot de betekenis van “pistolet” in Nederland, wordt in België met een “pistolé” een specifiek rond, zeer luchtig en knapperig broodje van een krokante gistdeeg bedoeld. Pistolets staan centraal in het typisch Vlaamse zondagse ontbijt dat pistolets, sandwichen, vloerkes, boterkoeken, eitjes, charcuterie, etc omvat.
variant pistolee
Woordenboek der Nederlandsche Taal: pistolet: in Zuid-Nederland, met behoud van de franse uitspraak
bij vergelijking als naam voor een langwerpig broodje (of koek) met in ’t midden een groef. Zie b.v. Joos (1900-1904), Cornelissen-Vervliet en Teirlinck op pistolee.
- Pistolé, zekere langwerpige koek van twee of drij cents, Schuermans (1865-1870).
- Pistolees koopen. Eene pistolee met hespe.
< Ontleend aan Belgisch-Frans pistolet (1837; Goosse 2003), overdrachtelijke betekenis van Frans pistolet ‘pistool’, naar aanleiding van de langwerpige vorm van een pistolet. (M Philippa)
Klik op de afbeelding om deze te vergroten
Elke zondagochtend halen we bij de bakker pistolets, en dan eten we daar een eitje bij.
omruilen, verwisselen
zie ook.: vermangelen, mangelen, hem ~
ook in Hageland
Van Dale 1995: gewestelijk
MNW:
oorsprong oud Germaans dialect: mang: vermengd
Handel drijven, ook ruilhandel drijven: Coopen, vercoopen ende mangelen met ons ondersaten alrehande goeden, (a. 1507).
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Gewoon is in de latere taal de betekenis ruilen.
‘(Hij) heeft haestelijck met hem ghemangelt van kleederen, ende … hem laeten ontsnappen’ À Castro(1686)
Thans nog gewestelijk, b.v. in Brabant, in Zeeland, in Vlaanderen.
‘Gij hèt e schoon mes: wilde mangelen tegen ’t mijn?’ Corn.-Vervliet
Wilt ge niet mangelen?
ten dode opgeschreven
VMNW: Oudste attestatie: Gent, Oost-Vlaanderen, 1210
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Vogel: Een vogel voor de kat zijn: verloren zijn, er aan moeten gelooven (1792).
“Da bolleken (in den slokdarm) zal mijn deud zijn,” zuchtte Nonkelken tegen de menschen die naar zijn gezondheid kwamen vragen. “Da ’k het kon boven krijgen ’k woare genezen; moar anders ben ik ne veugel veur de katte”, Buysse, Bolleken (1917).
Toen mijn zwaar dementerende grootvader op het laatst weigerde om te eten of te drinken, wisten we, da’s ne vogel voor de kat.
herfsttijd
Woordenboek der Nederlandsche Taal: bamis
in ouderen vorm bamisse, baafmisse —, znw. vr., gebruikelijk als tijdsbepaling. De vorm bamis is ontstaan uit baafmis, dat is de mis van S. Bavo, wiens feestdag valt op 1 October. In Zuid-Nederland nog zeer gebruikelijk, ook wel in den ruimeren zin van: herfsttijd.
“Te Baafmisse (d. i. in den herfsttijd) vallen de blâren van de boomen” De Bo (1873)
Met baamis is het al vroeg donker.
hetzelfde als vetzak
Woordenboek der Nederlandsche Taal: gewestelijk in Z.-Nederl. voor: vuilpoets (Corn. (1936))
Die vettigaard wast zich nooit.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.