Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit zijn de top Vlaamse termen volgens het aantal positieve stemmen.
klaar om te vertrekken
vnw: startklaar, klaar om te vertrekken
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands
vgl. startensklaar, vechtensklaar, etensklaar
zie ook vertrekkensgereed
Voila, we zijn vertrekkensklaar! Gepakt en gezakt.
vlinder
(tot nu toe nergens anders gehoord dan in de omgeving van Laarne.)
< vervorming van motte (vlinder) + vijffouter
Kom, we gaan moddevijvers vangen.
flessenopener (vgl. kurkentrekker)
zie ook: aftrekker, decapsulateur, opendoender, ziboelateur
Geef de stoppentrekker eens door, zodat ik de fles cola kan open doen.
een immobiliΓ«nkantoor
NL: makelaarskantoor
De bewoners werden tijdelijk ondergebracht in een immokantoor. VRT Tekst vandaag
vrouw die veel uithuizig is (woord uit mopje)
Van een vrouw die veel van huis is, wordt gezegd dat het een trektang is.
mop 530: “Hoe noem je een schoonmoeder die veel reist: een trektang” (campersite.be)
> andere betekenis van trektang
tegenwoordig
Haspengouw alleweijle, allewijl
Zie ook huu den daag
Allewiel zuuste nog mer weinig kinjer boeΓ«te.
(Tegenwoordig zie je nog maar weinig kinderen buiten.)
iemand (mannelijk) die belachelijk doet
vrouwelijk: belachelijke
Gij sen belachelijkaard, denkt ge nu echt dat ge interessant zijt door hier in uw bloot gat op de tafel te staan dansen?
Och Here
zie ook: ochot, welhere, ochottenere, ewelheere, ocharme
Ochere toch, dat manneke heeft ne serieuse totter gedaan en nu bloeit (bloeien) zijn knie.
Een piepeling is een jong vogeltje in het nest, dat constant piept om voedsel te krijgen. Bij uitbreiding kan men het woord piepeling gebruiken voor elk jong dier, dat aandacht vraagt. En ook een baby kan men een piepeling noemen.
zie pieper
Het jonge katje, piepeling, piept om gestreeld te worden of om gevoed te worden. Het is een piepeling.
geld dat er niet is, ingebeeld geld
letterlijk: wortelschijfjes
zie ook schijven
Hoe gade da betalen? Mè peejeschijven zekerst?
En dan was er daar een kalverenmarchand, die kalveren opkocht. En als die dan betaalde aan de mensen, dan betaalde hij met peeschijven. Schijven van een pee, gesneden zo, hΓ©. Dan betaalde hij met peeschijven. En aan vader Mermans, de vader van onze vader, had hij er dan ook een verkocht. “Jef”, zei hij, “kijk eens in uw schuif, dat ge uw geld wel hebt”. En daar lagen dan peeschijven in de schuif. (volksverhalenbank.be)
βHallo Maggie? Ik denk dat geboortes ferm gaan stijgen,
hoe ga je dat betalen ? Met peekesschijven?β (brasschaat.n-va.be)
En daarna, betalen met peeschijven? (twitter)
Met peeschijven?’ Hij bedoelde schijfjes van een wortel. Als kind had hij zo vaak met mijn vader winkeltje gespeeld met peeschijven. (Het Lortchersyndroom – Dimitri Leue)
Of men met peeschijven, euro’s of zilverlingen betaalt doet daarbij niets terzake. (jurdischforum.be)
een juk of draagriem voor de kruiwagen
mijne singel is versleten ik moet een ne nieuwe kopen.
(zelfde betekenis als in SN, maar in grote delen van Limburg wordt het verschil tussen enkelvoud en meervoud uitgemaakt door een toonverschil)
e been (sleeptonig, dus slepend lang; sommigen geven dit weer door een puntje na de ee: bee.n)
twee been (stoottonig, korte ee; de stoottoon wordt veroorzaakt door het wegvallen van de onbetoonde meervoudsuitgang)
Enkele andere woorden (minimale paren/homoniemen) die qua uitspraak aleen in toon verschillen: steen (enk./mv.), bal (dansfeest/speelbal), erm (arm adj./lichaamsdeel), bos (bos/beurs/borst/barst) …
Op ee been konste nie ston. (op een been kunt ge niet staan)
Hèè kos nimei op z’n been ston (hij kon niet meer op zijn benen staan)
lokaal, plaatselijk, binnen een zone: telefoonverkeer, sportorganisatie, …
bv. zonaal telefoongesprek, zonaal verkeer, zonale competitie, zonale uitslagen,…
vnw: een zonaal telefoongesprek: een lokaal gesprek, naar een telefoonnummer met hetzelfde kengetal
zie ook zone, interzonaal
Vroeger kon men zonaal voor een paar frank uren aan een stuk bellen zonder te moeten bijbetalen.
In de gazet van ’s maandags vindt ge alle sportuitslagen, zowel zonaal als nationaal.
bij de katholieken werd een persoon die door de duvel bezeten was ‘belezen’; een priester besprenkelde de persoon met wierook terwijl hij bepaalde gebeden opzegde
SN?
Van Dale:
beΒ·leΒ·zen
1. een bezweringsformule uitspreken over β
2. liturgische gebeden uitspreken ter uitdrijving of afzwering van de boze geest en zijn invloed
3. door belezing uitbannen
β’een ziekte, de duivel belezen
De paster (dialect voor priester of pastoor) heeft hem nu al twee keer belezen en ’t is nog slechter geworden.
verwaarloosd, letterlijk: arm geworden, “ver-armoed”
Die hond van u ziet er vererremojd uit.
stagzeil
Woordenboek der Nederlandsche Taal, bij lul: Van onbekenden oorsprong. Thans verouderde benaming voor de driehoekige fok, het stagzeil, dat op visschersvaartuigen en derg. geheschen wordt.
Een stagzeil of lul is een slaphangend zeil op een zeilschip.
> andere betekenis van lul
postkantoor
(terzijde: Postkantoor is in NL tegenwoordig een archeologisch begrip: alle postkantoren zijn er gesloten.)
Als ge naar de post gaat, brengt dan eens tien postzegels mee.
De post aan ’t gemeentenhuis is tijdelijk gesloten voor renovatie.
hard trappen (op de fiets)
Potverdekke, het regent dat het giet, ik zal nog wat rapper moeten pedallen om thuis te geraken.
goedpraten
SN: vergoelijken
uitspraak: vergoejlijken
Hetgeen hij gedaan heeft valt op geen enkele manier te vergoeilijken.
Tobback wil graag een omslag zien: “Laten we stoppen met vergoeilijken dat we er op ons gemakske wel zullen komen.”. (vrt.be)
En laat net dat het excuus zijn dat de machtige Hollywood-producent Harvey Weinstein inroept om zijn losse zeden te vergoeilijken. (demorgen.be)
De PS probeerde via sociale media de ‘knipoog’ nog te vergoeilijken, maar Goeders maakt het standpunt van de voetbalbond snel duidelijk. (standaard.be)
Woordenboek der Nederlandsche Taal: dop: tol, inzonderheid priktol of taatstol. In Zuid-Nederland, vooral in Brabant en Limburg, ook te Antwerpen.
Van Dale 2014 online: gewestelijk
Met een dop spelen dat was heel stoer vroeger. Zeker als meisjes em sneller en langer konden laten draaien.
> andere betekenis van dop
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
