Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    Top woorden

    Dit zijn de top Vlaamse termen volgens het aantal positieve stemmen.

    #13961

    salopette
    (de ~, (v.) mv ~n/s)

    overall met bretellen
    NL: tuinbroek

    Het woord ‘salopette’ is Frans en betekent ‘vuil’ of ‘vies’. Aanvankelijk werd het kledingstuk ontworpen voor arbeiders, om niet vuil te worden.De salopette werd bedacht in de 19de eeuw door een zekere Adolphe Lafont, die het leven van zijn schoonvader makkelijker wilde maken. Het model werd daarna in de winkels gebracht door Levi Strauss en was het typische kledingstuk voor werkers in het industriรซle tijdperk. bron: yunomi.nl

    zie ook verzamellemma kledij

    Bib-brace
    Salopette in jeansstof

    “Wie had dat gedacht… De salopette is weer in de mode!”

    “De salopette, hรฉt symbool van het eind van de jaren 80, is weer te zien op de catwalk, met een aantal aanpassingen. Yunomi vertelt je meer over de terugkeer van een kledingstuk dat iedereen voorgoed verdwenen achtte.”

    0 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door LeGrognard en laatst gewijzigd door nthn (11 Aug 2021 00:52)

    ๐Ÿ‘
    302

    #13962

    wijer
    (de ~ (m.), ~s)

    vijver

    Oud Nederlands Woordenboek : wiare, ontlening uit Latijn vivarium, ’bak waarin levende dieren levend gehouden ’ < vivere (leven)
    “Thine ougon sint samo wiare ze Esebon… Je ogen zijn als de vijvers te Chesbon…” Egmond, Holland, ca. 1100.

    Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt): wijer: Middelnederlands wier, Oudhoogduits wรฎwรขri, wรฎรขri, Nieuwhoogduits weiher. Uit Latijn vivarium en als ontleening ouder dan gelijkbetekenend, op Oudfrans vivier teruggaand ‘vijver’ (Weijnen, Leenwoorden (1967)). Aangetroffen in het noordoosten van het taalgebied, een deel van Noord-Brabant en Nederlands- en Belgisch-Limburg.

    zie ook wouwer

    Klik op de afbeelding
    Platwijers uitzicht
    Uitzicht op de Platwijers

    In de wijer gaan vissen.

    “Vanaf hier ga je via het kanaal, de Hommelheide en de Paalsteen naar het natuurreservaat de Platwijers. Deze Platwijers zijn een onderdeel van de Wijers.De Wijers is een gebied met maar liefst 1175 vijvers. Het strekt zich uit over de gemeenten Zonhoven, Hasselt, Genk, Heusden-Zolderen, Herkenrode en Platwijers Houthalen-Helchteren.” (groteroutepaden.be)

    > andere betekenis van wijer

    0 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door petrik en laatst gewijzigd door de Bon (28 May 2025 22:16)

    ๐Ÿ‘
    302

    #13963

    clochen
    (de ~ (v.) , mv.)

    eufemisme voor kloten in allerlei uitdrukkingen

    < Frans: cloche: klok

    zie ook klosj, klos

    Amai mijn clochen, wat is dat hier allemaal?

    Het is hier precies naar de clochen, mijn PC reageert niet meer.

    Mijn clochen! Daar kunt ge nu eens naar fluiten, se!

    0 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door Georges Grootjans en laatst gewijzigd door Georges Grootjans (30 Jul 2021 12:08)

    ๐Ÿ‘
    302

    #13964

    prezentobel

    toonbaar

    G.V.D.:
    presentabel
    bijv. naamw.; -er; -st
    <Fr. prรฉsentable
    1.er fatsoenlijk uitziend

    Hij is goed afgeborsteld, hij komt er prezentobel voor.

    1 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door bastos en laatst gewijzigd door de Bon (25 Jul 2021 09:05)

    ๐Ÿ‘
    302

    #13965

    jeirdol
    (de~, (m., v.),~s, ~len)

    1) een klein persoon, ook in pejoratieve betekenis
    2) iets dat klein en schattig is
    3) een klein dier

    vergelijk jeiredolleke

    Hun moeder zaliger, noemde 1 van haar dochters een jeirdol omdat ze veel kleiner was dan de anderen en omdat ze niet meer groeide.

    Dien jeirdol had wel grote praat aan den toog. Zou dat thuis ook zo zijn?

    Pasgeboren katjes zijn altijd schattige jeirdollekes.

    0 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door fansy en laatst gewijzigd door de Bon (11 Aug 2021 02:40)

    ๐Ÿ‘
    302

    #13966

    oetjedom

    heel erg dom

    Toen het aandeel L&H zeer sterk gezakt was kocht hij nog aandelen bij. Dat is toch oetjedom.

    0 reactie(s)
    Toegevoegd door tielts dialect (08 Aug 2021 14:56)

    ๐Ÿ‘
    302

    #13967

    schierloos
    (bn. bw.)

    schrikkig, schichtig

    hij kijkt zo schierloos rond, hij is niet gerust

    0 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door japper en laatst gewijzigd door fansy (15 Jul 2021 05:40)

    ๐Ÿ‘
    302

    #13968

    koutje
    (zn. o.)

    een praatje, een babbeltje

    < Middelnederlands cout. Van denzelfden wortel als Kouten. (Woordenboek der Nederlandsche Taal)

    De buurvrouwen slaan een coutje aan de voordeur.

    1 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door hamamelis en laatst gewijzigd door de Bon (22 Jun 2021 19:55)

    ๐Ÿ‘
    302

    #13969

    gat, ogen op uw ~ hebben
    (uitdr.)

    alles gezien hebben, zeer opmerkzaam (moeten) zijn

    Amaai, dat is hier een drukke weg, hier moet je ogen op uw gat hebben.

    1 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door jiet en laatst gewijzigd door de Bon (29 Jul 2021 14:25)

    ๐Ÿ‘
    302

    #13970

    netelen
    (ww., netelde, geneteld)

    een branderig gevoel geven door contact met brandnetels, prikken

    vnw: prikken, steken van brandnetels

    Die witte dat zijn dove netels, die netelen niet. (scherts.)

    Vandaag netelen de netelen niet.

    1 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door petrik en laatst gewijzigd door Georges Grootjans (23 Mar 2024 11:54)
    Dit woord was woord van de dag op 18 Apr 2024

    ๐Ÿ‘
    302

    #13971

    pet
    (de ~, (v.), ~ten)

    een vrouwelijk persoon die kan petten

    zie ook petteren, pet, een ~ krijgen of hebben, petter, pettejoenk, loeten, zijn ~ hebben

    Ons Nancy, als die klein was en die kreeg haar goesting niet, dat was een grote pet. Dan trok ze een lip en hare kop hing dan naar beneden. Als ge er iets tegen zei dan werd ze razend.

    > andere betekenis van pet

    0 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door fansy en laatst gewijzigd door de Bon (26 Jul 2021 18:13)

    ๐Ÿ‘
    302

    #13972

    swenst
    (bw.)

    terwijl

    zie ook swengst dat, swees, swens, swijl

    ook in de Kempen

    Kunde gij dezen brief posten, swenst da ge naar den bakker gaat?

    0 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door Jongles en laatst gewijzigd door fansy (17 Jul 2021 11:56)

    ๐Ÿ‘
    302

    #13973

    notere, de ~ en de votere
    (uitdr.)

    de onze en de uwe

    uitspr. noo-te-re, voo-te-re

    Voila se, hier ben ik met de aperitiefjes.. dat is de votere en deez is de notere.

    Ieder het zijn: dat is de votere en deez is de notere. Ik blijf van die van u af en gij blijft van de mijne af. Afgesproken?

    1 reactie(s)
    Toegevoegd door Georges Grootjans (09 Aug 2021 22:09)

    ๐Ÿ‘
    302

    #13974

    pet, een ~ krijgen of hebben
    (uitdr.)

    een kuur krijgen van ongeduld

    zie meer bij petteke, het ~ in hebben

    ook in het Hageland

    We stonden rustig naar de processie te kijken, maar opeens kreeg me die kleine daar een pet omdat de paarden te lang wegbleven naar zijn goesting; hij stampte op de grond met zijn korte pootjes en schreeuwde: de paarden, wanneer komen die paarden nu?

    0 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door fansy en laatst gewijzigd door de Bon (29 Jul 2021 09:44)

    ๐Ÿ‘
    302

    #13975

    ginneniene, gieneniene, genneniene
    (onbep. vnw.: m.)

    niemand, niet ene

    zie ook ginne, giene, genne, ginien, gienien, genien, gin, gien, gen

    Ik heb ginneniene gezien die door het roodlicht reed.

    Gieneniene is te laat gekomen temorgend.

    Ik heb nog genneniene carnavalszot geweten die nog nooit poepeloere geweest is.

    0 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door fansy en laatst gewijzigd door de Bon (25 Jul 2021 04:27)

    ๐Ÿ‘
    302

    #13976

    lelijkaard
    (zn. m., ~s)

    (figuurlijk) iemand met een lelijk karakter, een slechterik

    vnw

    Van Dale 1995: gewestelijk
    Van Dale 2016 online: BE; spreektaal
    NL-SN: lelijkerd

    Gust, die rosse gorilla uit de zologie, was nen echte lelijkaard, maar wel heel populair bij het volk.

    Gij se lelijkaard, mij zo willen in ’t zak zetten.

    0 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door Georges Grootjans en laatst gewijzigd door Georges Grootjans (08 Aug 2023 05:51)

    ๐Ÿ‘
    302

    #13977

    puilder
    (zn. vr. mv.-s)

    schuin opgestelde stokken waarop de kippen slapen

    < polder, mogelijk van het Oudfrans poultre = balk

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: pulder < bijvorm van polder
    Plaats in den stal waar de kippen slapen.
    Pulderhout, houten staak met gedraaid stroo omwonden, waarlangs de kippen naar hun slaapplaats klimmen.

    > Pulderbos: Kempische gemeente

    De kippen zitten allemaal netjes naast elkaar op hun puilder.

    0 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door japper en laatst gewijzigd door de Bon (10 Aug 2021 23:01)

    ๐Ÿ‘
    302

    #13978

    pitsen
    (ww., pitste, gepitst)

    prikken, tintelen, een pijnlijk gevoel geven door schuren of schaven

    Van Dale 2014 online: Belgisch-Nederlands, niet algemeen

    Mijn been pitst. Ik heb te lang in 1 bepaalde houding gezeten.

    Het etiketje in mijn trui pitst in mijn nek.

    > andere betekenissen van pitsen

    0 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door fansy en laatst gewijzigd door de Bon (09 Aug 2021 15:04)

    ๐Ÿ‘
    302

    #13979

    ring
    (zn. m. ~en)

    basket, basketkorf

    Diene lange basketter gooide de bal vanaf 20 meter los in de ring.

    0 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door Georges Grootjans en laatst gewijzigd door de Bon (31 Jul 2021 15:55)

    ๐Ÿ‘
    302

    #13980

    loper
    (de ~ (m.), -s)

    een kindje dat zijn eerste stapjes zet

    Ons Paulientje was ne late loper.

    “Nu mijn vraag: zijn er hier nog ouders met late loperkes. Hoe oud zijn ze, of op welke leeftijd liepen ze. Hoe reageerde de omgeving.” (baby.be)

    0 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door de Bon en laatst gewijzigd door de Bon (04 Jul 2021 02:21)

    ๐Ÿ‘
    302

    Meer ...

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.