Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit zijn de top Vlaamse termen volgens het aantal positieve stemmen.
water van zoethout, “kallichesap”
Als kind dronken wij vroeger vooral kliswater in plaats van cola.
metalen veldfles, meestal bestemd om in een knapzak of op de fiets mee te nemen drinkebus
< andere definitie van bidon
zie ook finalebidon
Als kind uit een grote en arme familie had hij maar één vooruitzicht: naar de travo gaan werken met een bazas en een bidon.
constant zeurende pijn voelen
Mijn heup waarop ik gisteren ben gevallen die mòuwert toch zo!
1) rommel, bazaar
2) klikken en klakken
3) menstruatie, boellen, uw ~ hebben, maandstonden
zie ook bullen en benen
< de ‘-n’ wordt niet uitgesproken
Woordenboek der Nederlandsche Taal, bij bul: inzonderheid in het meervoud gebruikelijk, en thans vooral in zuidelijke gewesten. Zeker verwant met Bel (bel = flard, lap. Een woord dat vooral in Noord-Holland en in Friesland en Groningen thuis behoort maar toch ook in het Zuiden niet onbekend is.)
?1. Lomp, vod, oude lap.
‘En bulleken om zijne’ vinger winden, Cornelissen-Vervliet (1899)
?2. Voddige oude kleeren, en in ’t algemeen dingen zonder waarde.
Van Dale 2016
1. niet algemeen oude lappen
= vodden
2. thans spullen, zaken, eigendommen
3. niet algemeen maandstonden
zie ook bulleke
1) Kom, pakt uw bullen maar en vertrekt maar naar school. Met dat treuzelen mist ge sebiet de trein nog.
Zet die bullen maar buiten want hier staan ze in mijne weg.
2) Hij is toch wel met zijn bullen van den trap gevallen zeker.
3) Met die bullen elke maand; een goei gevoel hebt ge als vrouw er niet bij za.
voormiddag, voor de noen
voornoens
-voornoen is niet in gebruik in Antwerpen
In de voornoen kan ik heel wat werk verzetten.
(zòn) zo een, zo’n, zulke
Zon kratserke gèlste dich bie de Blokker veur eine euro.
Zo’n krabbertje koop je bij de Blokker voor een euro.
Zon dinger zaeste neet.
Zulke dingen zeg je niet.
iemand die aan alles frutselt, die alles met zijn handen inspecteert
ww.: taantefaire
vgl. tantefeer
In ne winkel zit de kleine altijd aan vanalles te taantefaire.
fig.: iets voorzichtig komen aanbrengen
Van Dale online: Belgisch-Nederlands, spreektaal: iemand op zijn sokken horen afkomen
zie ook afkomen, sleffers, op zijn ~, op zijn kousenvoeten afkomen
Onze Jeroen ging zeker een uur studeren. ’t Duurde geen vijf minuten of hij kwam op zijn sokken af: “Mag ik eens gaan zien of de Jasper thuis is?”
kieskeurige eter
zie pieëvereir
spellingvarianten: kêvereir, kevereir, kêveraar, keveraar, kêvereer, kevereer
Regio Scherpenheuvel
Middelnederlands Woordenboek, bij keveren:
zwak werkwoord intr. ‘Kauwen, knauwen, herkauwen’, eigenlijk “eene kauwende beweging maken met den mond zonder de tanden te gebruiken.”
Zit zoë ni te kieëveren! Et e bekke deur!
(lett.) doorbandje, enkel nog in de uitdrukking:
ergens de rechten doorbendel (niet) van weten/kennen: de ware toedracht (niet) kennen
vgl. onderbendel, achterbendel
Doë kèn ich de rèèchten dérbêndel nie van (ik weet niet precies hoe de vork in de steel zit)
Belasting die aan de eigenaars van kerncentrales (zijnde Electrabel) opgelegd wordt omdat ze langer mogen openblijven en zo winst maken op afgeschreven installaties.
De nucleaire rente en de notionele interestaftrek liggen nu al enkele formaties lang telkens opnieuw op de onderhandelingstafel van de regering.
dienblad, dienbord
Typisch Vlaams: presenteerblad: Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 6; Vlaamsheid: 2
zie ook bledje
Zet die pinten maar op je plateau en breng ze naar tafel 7.
voddenkoper
Kan evengoed een heel slordig gekleed iemand zijn
Da’s een echte slunsepiet! Zo slordig!
ontzettend goed kunnen liegen
zie ook schouwe, dat het ~ geeft
Je moet niet geloven wat hij vertelt, hij kan liegen dat ’t schouwe geeft.
stuk hout tussen de twee kettingen waar het paard de kar mee trekt. Er bestaan “dobbele angschijnen” en angschijnen voor drie of vier paarden (of andere trekdieren)
in andere regio’s: aamschier, haamschier, hanschier, hangschier, haamschijd, zwengelhout, zwenghout
Pik ’t angschijn oan ’t peird en oan de kerre.
Angschijn: haamhout waaraan de strengen van het paard vastzitten – als er met het ‘koppel’ gereden werd, werden de twee angschijnen vastgemaakt aan een zwing. (http://www.sinaaileeft.be/Sinaiek42014.pdf)
overdreven vriendelijk zijn
NL: poeslief zijn
Gisteren bekeek ze ons niet eens en vandaag was het weer al wat de hemel geven kan.
weide voor ossen, zie ook ossebeik
“De ossen blijven ’s zomers dag en nacht in de bilken”, De Bo (1873)
Zie die ouwen! Hij is juist nog goed voor de ossenbilk.
> andere betekenis van ossenbilk
het financieel niet kunnen redden. Sorry, geen betere uitleg, zie voorbeeldzin hieronder
Mensen die moeten leven van een uitkering zullen daar ook geen dikke stronten van kunnen leggen.
trappen, schoppen
vnw: schoppen, trappen met de voet
Hij heeft hem gestampt tot hij niet meer bewoog.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.