Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit zijn de top Vlaamse termen volgens het aantal positieve stemmen.
benoeming, aanstelling; bestemming (zie ook affecteren)
De reservisten worden persoonlijk op de hoogte gebracht van hun affectatie / reaffectatie.
(en tal van samenstellingen)
voorstel tot aanpassing van het onderhavige reaffectatiebesluit
had op het onderwijskabinet een eerste informele vergadering over deze reaffectatiereglementering plaats
werd eerst artikel 36 behandeld en aansluitend de reaffectatiecommissies
karnemelk
(Horebeke) kirremelk
< gekeernde melk (De Bo)
Keiremelk roeren tot pap.
Verse keiremelk drinken da’s gezond!
in Nederland: zomertijd
Van Dale 2017 online: BE
vergelijk winteruur
Wanneer moeten we onze klok verzetten naar het zomeruur?
“Bent u voorstander van het zomeruur? (standaardtaal in België)” Taaladvies.net
pasgeborene, pasgeboren kind
Borelingen moogt ge niet te neig (nijg) over hun hoofdje wrijven omdat dat een gevoelige plek is.
- knoeien, prutsen
- frauderen, sjoemelen
vwn: bedriegen, sjoemelen
Typisch Vlaams: knoeien, sjoemelen (informeel): Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 4; Vlaamsheid: 4
Woordenboek der Nederlandsche Taal: foefelen
1. Bedriegelijk te werk gaan, vooral bij het spel.
“Ik kan niet begrijpen hoedat hij altijd wint, hij moet er onder fo?felen. In kiezingen wordt er dikwijls gefo?feld”, Cornelissen-Vervliet (1899)
2. Slecht of morsig werk leveren, morsen.
“Die onbehendige werkman is bezig met foefelen. Een schoolkind foefelt als het kladden maakt in ’t schrijven, De Bo (1873).
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands spreektaal
DS2015 geen standaardtaal (ondanks bloemlezing onder)
zie ook uitfoefelen, foefelaar, gefoefel, foefelare, ineenfoefelen
> andere betekenis van foefelen
Als ge nog veel foefelt aan uwen otto is hij straks helemaal naar de knoppen.
We hebben wat gefoefeld met de belastingen.
Ambtenaren konden jarenlang foefelen bij Regie der Gebouwen (standaard.be)
De uitzonderlijke vervolging komt er nadat het drietal foefelde met handtekeningen. (standaard.be)
Wie foefelt, gaat eruit – De Standaard
een werkloosheidsuitkering krijgen, aan den dop staan
vnw: aan de dop zijn/staan: stempelen
< herkomst zie doppen
zie verwante woorden bij dop
Er zijn van die mensen die al jaren aan den dop zijn, dat kan toch niet dat die geen werk vinden? Het zijn echte beroepsdoppers.
Het was een periode van weinig werk in de bouw, Jan stond aan de dop en de gemeente wilde er enkele schilders bij.
(februari 2004 – De Hoogstraatse Maand )
vroeg
ook tierlijk
Ge moet tielijk gaan slapen vanavond.
Als je tielijk opstaat kun je de zon zien opkomen.
klagen en zagen
vergelijk hengselen
Niet enselen vandaag hè, de zon schijnt!
het is het een of het ander, er moet gekozen worden
zie ook eiren of jung
Vlaamse kust/Brugge: oltied een ei of een joenk, het is altijd iets
Wa wilde nei: aren (aar) of jong?
(Wat wilt ge nu: eieren of jong?)
terwijl
zie ook swengst dat, swees, swens, swijl, swenst, swinst; binst
Swengst da gij da doe, doeng kik (doen ekik) dees wel efkes.
omhelzen, in de armen nemen, de armen om iem. hals slaan
→ Fr. embrasser > bras (=arm)
Ik had er een hekel aan dat mijn tante mij ambrasseerde, ze stonk naar de parfum.
iemand die niet kan stilzitten, zenuwpees
uitspraak Westhoek: frikkelgat
zie ook wrikkelen, frikkelen, wezzergat, kwispelgat
“Die Sofie is toch een echt wrikkelgat. Die kan geen vijf minuten op haar stoel blijven zitten!”
“Jij bent ook een nerveus frikkelgat. Je zal nog eens van je stoel vallen.”
“Tijdens de lange vergadering zat Jan constant te wiebelen; hij is echt een wrikkelgat en kan geen moment stilzitten.”
schommel
< verkorting van bies- of bijskoord;
< werkwoord bijzen (bees, gebezen), op eene koord heen en weer schommelen (Oost-Vlaanderen en Klein- Brabant) Schuermans 1865-1870
zie ook: biezabijs, bijze, bijs, boes, boeschcammeré, boesjkammeree, ratak, ratek, renne, rennekoker, rietseko, rijtak, sturrel, stuur, suur, toeter, touter, wippentater, zwier, zwierentouter
Naast de afritser, was er ook nog een bies op de speeltuin.
schuilplaats tegen bombardementen (woord in zwang tijdens WOII)
< Frans: abri: schuilplaats
ook in de Kempen
bet. AN: “wachthuisje”
Een oude abri in Mons
Mijn grootvader had vroeger ook een abri gemaakt. Die diende meestal om familie onder te brengen. Een abri werd gemaakt onder de grond, maar ook in wallen.
(spottend) ingebeelde ziekte
zie ook: Sinte-Medunkt, manzjenieziekte; verzamellemma geneeskunde
Ik weet niet wat er met onze Jef aan de hand is; hij heeft zekers het vanbrustum.
1) persoon die speekt, spuwt, spuugt
2) een waterspuwer: een beeld met een gapende mond
vastgemaakt aan het gooteinde voor de afvoer van regenwater, zodanig dat de daarbij gevormde straal vrij blijft van de eronder liggende gevel
vroeger als bouwornament: in de vorm van een spuwende kop van een monster, draak of een lelijk gezicht.
1) iemand die iets uit zijn mond op de grond speekt is een speeker.
2) Aan de dakgoot van een kerk ziet ge nog wel eens een speeker hangen. Kijk goed naar de monsters met met wijd open getrokken bakkes.
roste: vrouw met ros haar
rosten: man met ros haar
ook in Oost-Vlaanderen
in de Kempen, naast een ~, ne rosse
in Antw.: ne rosse(n), een rosse (meervoud onveranderlijk)
Die roste is met ne rosten getrouwd.
Roste wa mutte koste? ’k zal aa koepe oem achter de beirkaar te loepe! (Kempen)
Roste wat moet ge kosten? Ik zal u kopen om achter de beerkar te lopen!
iemand in verleiding brengen
NL: de kat bij het spek zetten
Onze taal: algemeen Belgisch-Nederlands
Met rechtstreekse EU-belastingen wordt de kat bij de melk gezet, en zal er al helemaal geen maat meer staan op de uitgaven van de EU.
boodschappentas
zie ook: kabas
< Frans: cabas
Woordenboek der Nederlandsche Taal: kabas, voorheen ook KABASSE; daarnaast KABAAS, KARBAAS; ook wordt op vele plaatsen in Vlaamsch-België (o.a. te Gent) KABA gezegd (het woord moet dus tweemaal ontleend zijn)
Mnl. cabas en cabaes. In Noord-Nederland althans nu niet meer gebruikelijk.
ook in Oost-Vlaanderen
Ben met me kabba vol groenten van de markt gekomen.
> andere betekenis van kabba
snottebel, neuskeutel
voor de betekenis “worm” zie pielewuiter, tetting
Van Dale pier: 1. aardworm
“Voor de hardnekkige “pieren” die toch in het neusgat blijven plakken: (na het spoelen en aspireren) gebruik maken van wattenstaafjes en de opgerolde punt van een compresje."
(forum.zappybaby.be/ 07/11/2008)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.