Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst toegevoegde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek. Deze lijst is ook
beschikbaar als RSS Feed
letsel, blessure
< Mnl. quetsure: verwonding, wond
< Oudfrans: quassure, quasser
Van Dale: kwetsuur
verwonding
taaladvies.net: "Het zelfstandig naamwoord kwetsuur (‘lichamelijk letsel, verwonding, blessure’) is standaardtaal in het hele taalgebied. "
google2018: “kwetsuur”: .BE (>26.500) ; .NL (54.100)
zie ook kwetsen, kwetsing, kwetsure
De fietser die ik had omver gereden had gelukkig enkel wat kleine oppervlakkige kwetsuren.
nootmuskaat, kruinoot, kruidnoot
vnw: nootmuskaat (als specerij)
Van Dale online: stofnaam, Belgisch-Nederlands, niet algemeen
zie ook verzamellemma groenten en fruit; Vlaamse volgorden
Er is geen muskaatnoot in de puree gedaan!
Rasp wat muskaatnoot over de soep en breng op smaak met peper en zout. (knack.be)
Kruid de groenten met voldoende peper van de molen, wat vers geraspte muskaatnoot en wat zout (naar persoonlijke smaak). (dagelijksekost.vrt.be)
oom: broer van moeder of vader, of echtgenoot van tante
zie ook nonk
DS2015 geen standaardtaal
uitspraak: klik op het pijltje
< Frans oncle. Tijdens de achttiende eeuw werd het Franse woord “tante” met open armen ontvangen in heel het Nederlandse taalgebied en verving vlug de oude benaming “meu”. De ‘nonkel’ bleef in Vlaanderen hangen.
< Frans oncle; met de n van voorafgaand woord in “mon oncle”, < Latijn avunculus, (oom) verkleinwoord van avus (grootvader)
(etymologiebank.nl), zie ook nilft
zie ook verzamellemma mensen
zie ook foute nonkel; plezante nonkel; zatte nonkel
Nonkel Karel is de zot van onze familie.
bloemlezing De Standaard:
De nonkel van Steve B. vreest dat er nog zaken naar boven zullen komen. (standaard.be)
Gewapend met een portie humor gaan tante Netteke en nonkel Marijn op pad om inwoners te sensibiliseren over zwerfvuil.(standaard.be)
14-jarige steelt wagen van nonkel (Schaarbeek) – De Standaard
Wijs ook je nonkel eens op sluimerend racisme – De Standaard
(enz.)
persoonsnaam voor een zoon van een nonkel of tante
In Vlaanderen is een ‘neef’ een kind van een broer of zuster
vnw: neef, zoon van iemands oom of tante
Woordenboek der Nederlandsche Taal, bij kozijn: Uit frans cousin. In het Noorden verouderd, in het Zuiden nog algemeen in gebruik.
Van Dale 2018: kozijn
1599 < Frans cousin
BE; spreektaal neef, kind van iemands oom of tante
prov. Antw. ook kozze
zie ook verzamellemma mensen
Mijn kozijn lijkt gelijk twee druppels water op mijn nonkel.
Natuurlijk ken ik hem, hij is ne kozijn van mij. Hij is de zoon van mijn tante Louise.
> andere betekenis van kozijn
NL: maillot
vnw: panty, maillot
Van Dale 2014 online: Belgisch-Nederlands
wikipedia: Een maillot (Nederland) of een kousenbroek/broekkousen (Vlaanderen) is een nauw aansluitend kledingstuk dat bestaat uit lange kousen en een broekje aaneen.
> verzamellemma kledij
Tijdens het skiën draag ik een kousenbroek onder mijn skipak.
(Kleine) gebouwen bij (meestal achter) een huis, zoals schuur, duivenkot, wasruimte, buitentoilet …
vnw: koterijen (mv.): geïmproviseerde bijgebouwtjes, schuurtjes achter een woning
Van Dale 1995: gewestelijk
Van Dale online 2017: BE;
ongunstig; voornamelijk meervoud
1. verzameling onaanzienlijke huisjes
2. de bijgebouwtjes naast een huis of hoeve
zie ook schrijf- en uitspraakvariant koterie
zie ook Vlaamse koterij
We wonen in een oud boerderijtje met veel koterij achter de woning.
“U weze dus gewaarschuwd, Nederlandse lezers: de zetel van mijn grootmoeder zal nooit een fauteuil worden, en de koterij van mijn grootvader nooit een aanbouw.” (Ann De Craemer DM 30/05/14)
De wereldberoemde Nederlandse architect Rem Koolhaas werkt aan een boek over België. Nee, niet over de Belgische koterijen en fermettes. Over de kunst van het compromis, want daar zijn Belgische politici jarenlang meesters in geweest, vindt Koolhaas. (deredactie.be)
“Breek de koterij onverwijld af”: nieuw toeristisch onthaalgebouw aan het Steen in Antwerpen oogst bergen kritiek (vrt.be)
> andere betekenis van koterij
poken, peuteren
vnw: porren, peuteren, poken
Van Dale 2013 online: gewestelijk
Van Dale 2017 online: BE, niet algemeen
provincie Antwerpen en Hageland: keuteren
West-Vlaanderen: kotteren
vgl. koteraar
De jongens zitten met een stok in het vuur te koteren.
Koter zo niet in je neus.
> andere betekenis van koteren
hoofd, ook gebruikt om het hoofd van een mens aan te duiden
Van Dale: kop (dem; koppen)
1. het voorste of bovenste deel van het dierlijk lichaam, overeenkomend met het hoofd bij de mens
2. (informeel) hoofd van een mens
zie ook verzamellemma geneeskunde
Ik ben met mijn stomme kop tegen de deur gelopen, en heb nu een grote bult.
> zie andere betekenis van kop
vnw: steelpan, koekenpan
Met een “pan” wordt geen pot bedoeld, zoals in NL.
Een pan wordt gebruikt om in te bakken, een pot om iets in te koken.
Van Dale: pan
(algemeen Belgisch-Nederlands) koekenpan, steelpan
Pas als de boter bruin is legt ge den biefstuk in de pan.
vnw: kookpan, pan
Kookpotten met scheel
Doe de patatten maar in de kookpot.
gezellig babbeltje bij een tas koffie
vnw: koffiepraatje, koffiekransje
ook koffieklasj
zie ook koffiekletsen, koffiekletser
Elke zaterdag komt de buurvrouw op koffieklets.
race, wielerwedstrijd
vnw: snelheidswedstrijd van paarden of van wielrenners
Van Dale: snelheidswedstrijd, wedren
Typisch Vlaams: Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 7; Vlaamsheid: 1
In Nederland: Met ‘de koers’ wordt de Tour de France bedoeld, daarbuiten is het gewoon wielerwedstrijd – zie reacties
zie ook koerswedstrijd; koers in de koers
vgl. achtervolgingskoers; koerskenner; koersliefhebber; kenner van de koers
Ze hebben alle straten van het dorp afgezet omdat de koers er door moet.
speelplaats
zie ook speelkoer
< Frans: la cour
Van Dale 2017 online: BE, niet algemeen
DS2015 geen standaardtaal
De kinderen mogen tijdens de speeltijd voetballen op de koer.
De leerlingen van basisschool De Piramide uit de Brugse Poort spelen al jaren op een veel te kleine koer. (standaard.be)
Spelen gebeurde op zondagnamiddag op de koer van de jongensschool, bij slecht weer in de patronagezaal in de Poststraat. (standaard.be)
> andere betekenissen van koer
gekoelde vitrinekast
NL: koelvitrine
De koeltoog van den beenhouwer ligt vol kerstversiering.
arresteren, vangen, in de kraag vatten
Van Dale 2013 online: BE
Ze hebben den dief geklist.
ziekenhuis, hospitaal, gasthuis, krankhoes
< Frans clinique < Latijn clinicus < Grieks klinikos (betrekking hebbend op een bed)
In Nederland is kliniek veelal een gespecialiseerd ziekenhuis, bv. een hartkliniek. (Wikipedia)
zie ook verzamellemma geneeskunde
Ik moest na mijn operatie maar 1 nacht in de kliniek blijven.
klanten
Van Dale 2015 online: Belgisch-Nederlands
DS2015 standaardtaal
Algemeen Belgisch Nederlands, volgens het Groene Boekje geschreven met een c: cliënteel
In België is de vorm cliënteel het gebruikelijkst, in Nederland “de clientèle”.
Zonder vast kliënteel gaat ge zo failliet geraken.
Vast cliënteel stationscafés drinkt nu pintjes op Statieplein (hln.be)
klanten, klantenbestand
zie ook kalant
De bakker kan veel buurtbewoners als vaste klandizie rekenen.
pet
vnw: pet
-met zijn klak ergens naar slaan: er een slag naar slaan, gissen: er met de pet naar gooien
-de man met de klak: Jan met de pet, de gewone man
Woordenboek der Nederlandsche Taal: klak
— KLAKKE —, znw. vr. Naam voor verschillende hoofddeksels, van welken de oorsprong niet is na te gaan.
1. In Vlaamsch België (en ook in Nederlandsch Limburg): de naam voor het hoofddeksel van mannen, knapen en jongens dat in Nederland pet heet: een soort van ronde muts of baret met een stijve klep van voren.
2. Eertijds in de Kempen. De naam van een lederen hoofddeksel der kleine meisjes, dat het geheele hoofd als een muts bedekte (Cornelissen-Vervliet (1899)).
3. In de Zaanstreek. De naam voor het huismutsje (van fluweel of andere stof) dat oude heeren dragen; kalotie.
?Aanmerking. — Klak als naam voor een heerenhoed dien men toe kan slaan of in elkaar kan drukken om hem onder den arm te kunnen dragen, is een ander woord, ontleend aan Frans ‘chapeau claque’.
zie ook amai mijn klak,
klak, hoe zijn ~ staat
klak, er met de ~ naar gooien,
klak, er met uw ~ hene slaan,
met de klak rondgaan,
klak, de ~ afnemen,
klak, zijn ~ is aan zijn kop vastgegroeid,
Jef klak
Jan met de klak
zie ook verzamellemma kledij
Opa draagt altijd zijn klak.
Dien Johnny heeft een belachelijke klak op.
speelbox voor kinderen
vnw: (baby)box
< Frans parc à bébé
Laat Karel nog maar even in het park zitten, hij is braaf aan het spelen.
gohh… ik heb 4 katten, maar die moeten vannuafaan buiten, ze sprongen aaneen int park van de baby, en haren overall (baby.be)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.