Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst toegevoegde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek. Deze lijst is ook
beschikbaar als RSS Feed
iets in orde brengen, niet noodzakelijk op een wettelijke manier “fiksen”
Van Dale 2015 betekenissen van “arrangeren”
1 rangschikken zodat een ordelijk of sierlijk geheel ontstaat, schikken, inrichten
niet algemeen; schertsend toetakelen, ook te pakken nemen = foppen
2 de schikkingen treffen waardoor iets op de gewenste wijze of met het gewenste resultaat kan plaatshebben of aflopen = regelen, organiseren
3 mbt. een geschil bij schikking afdoen
4 mbt. een muziekstuk voor een andere instrumentale uitvoering geschikt maken dan waarvoor het oorspronkelijk geschreven was = bewerken
vnw:
-regelen, opknappen, repareren
-een zaak/kwestie arrangeren: een zaak/kwestie regelen, in orde brengen
De garagist zal dat wel arrangeren.
De schepenen in Charleroi staan erom bekend dat ze veel kunnen arrangeren.
treinkaartje
vnw: in België ook: treinkaartje
< in de betekenis van treinkaartje is coupon Belgisch-Frans
ook treincoupon
zie ook coupong; verzamellemma wegcode
Ik moet mijne coupon nog kopen.
Zij kochten voor ons een treincoupon tot in Verviers en nodigden ons uit om bij hen te overnachten. (http://wo1dudzele.brugseverenigingen.be/)
kaartjesknipper op de trein
vnw:
•veldwachter
•boswachter
•conducteur
•bewaker
De garde is daar en ik heb geen coupong.
Opgebrande overschot die zich in de asbak bevond onderin de kachel.
< waarschijnlijk een verhaspeling van het Waalse escarbille (sintel) en hoelle
ook in de Kempen en Vlaams-Brabant: schramoele
zie varianten bij scharbieljen
figuurlijk : scheldwoord voor uitschot.
Tijdens de oorlog krabden de mensen door de uitgegoten schrammoelje, op zoek naar kleine niet opgebrande kolen die zij terug konden gebruiken.
roddelen; uitspraak kommeeren
zn. komeer = roddelaar(ster) < Frans commère
ook in West-Vlaanderen
Woordenboek der Nederlandsche Taal, bij commeer: commeeren, babbelen, kletsen, kwaadspreken, in Zuid-Nederland nog in gebruik
Die twee zijn aan het komeren over hun buurvrouw.
Die komeer is weer alles aan het vertellen.
houten schoen of klomp
Antwerpen-stad: blok
Antwerpse Kempen: kloon, blok, kloef of kloefers
Hageland: olleblok, kloenk
Limburg: holleblok, kloemp
Limburgse Kempen: holen
Oost-Vlaanderen: blok, kloef
Vlaamse Ardennen: kloet
Waasland: toon, blok
West-Vlaanderen: kloefe
Woordenboek der Nederlandsche Taal: kloef
In ’t Westvlaams daarnaast kloefe, vr. Van onbekenden oorsprong.
1. Eigenlijk Houten schoen, klomp, holsblok. Inzonderheid in Vlaand. en Antw. in gebruik, in ’t laatste met minachtende of spottende bijgedachte voor een ruwen, lompen klomp.
zie ook kloefekapper; verzamellemma kledij
Doe uw kloefen aan voor je in de stal gaat.
Toen ik klein was aan mijn voeten
Droeg ik altijd zware kloefen
En ik trok er mee gezwind
Naar de school rap als de wind
Kwam de meester mij te straffen
Ja dan moest ik zonder blaffen
Om mijn straffen uit te boeten
Gaan in de hoek staan op mijn kloefen
(Bron: https://muzikum.eu/nl/vlaamse-volksliederen/op-mijn-kloefen-songtekst)
overjas, mantel
< Frans paletot <ontleend aan Middelengels paltok; verdere herkomst is onzeker
- overgenomen in diverse talen: Russich ??, Duits, Albanees, Turks …
Woordenboek der Nederlandsche Taal: paletot
(uitgesproken als in het Frans), znw. vr., mv. -s. In de 19de eeuw overgenomen uit frans paletot; in ouderen vorm palletot, palletoc enz., dat samenhangt met nederl. paltrok. Ook in andere talen in gebruik.
Van Dale 2005:
paletot
de (m.); -s; paletotje
(1866) < Frans paletot
1. korte overjas, korte mantel
wordt niet gebezigd in Antwerpen
zie ook verzamellemma kledij
Mijn palto hangt aan de kapstok.
Een oud woord voor schaatsen
zie ook schoverdijnen, schaverdijnen
Zie die 2 daar schofferdijnen op de toegevroren vijver.
- kolen, steenkool
- turf, gedroogd veen dat dient als brandstof
< nu nog in de betekenis van kolen voor een kolenkachel, steenkool
zie ook: hoelle, oe(i)le, oelen, hullen
Ik zal eens hulle op de hullestoof doen.
> andere betekenis van hulle
De tepels van een vrouw zijn zichtbaar door haar kledij.
zie ook verzamellemma kledij
Kijk Ive, de kiekens zitten door den draad.
politie, veldpolitie
vnw:
•veldwachter
•boswachter
•conducteur
•bewaker
vgl. garde, de ~ van
Pas op, de garde is daar !
geslachtsgemeenschap hebben, ook vossen, neuken, poepen
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Modern lemma: vogelen
— veugelen — Van vogel.
Eigenlijk: Treden, resp. paren, van hoenders.
De haan veugelt de hen, De Bo (1873).
Overdrachtelijk, van menschen. Coire, resp. futuere, beslapen. In de volkstaal nog vrij algemeen, vooral in het Zuiden.
“Yverig … heb ik u al mijn dagen, O zoete Engelin! mijn liefde toegedragen …! Omdat ik wonder veel van zoete vogelen houw. Dus laten wij te zaam ons beide vaardig maken, Opdat wij met er haast aan ’t vogelen geraken: … Dus laat mijn vogel Lief! in uwe vogelkooi” Verm.(c. 1785).
Van Dale 2014 online: gewestelijk
vgl. rondvogelen
Ik heb goesting om te vogelen.
struiken
De dief heeft zich verstopt achter de hoechele.
- eten, boterhammen, knapzak
- de inhoud zowel als de zak of doos
Oorsprong: een worstvormige kitzak die met ogen over een katoenen touw dichtschoof en aan de bodem vastzat en kon over de schouder gedragen worden.
Hebt ge uwe schoofzak bij, want het zal een lange dag worden.
jij, je, u
Duits: euch
Oech!
neerzetten, (wdk.) neerzitten
Zet die vaas daal, achtereen laat ge ze nog vallen!
Kom meiske, zet oech eens daal.
voet, poot
wortel, peen
Kan uwe hond al poeikes geven?
Naar ’t schijnt krijg je van poeikes schoon ogen
knikker
ook merrebol, marrebol < marbel
Gaat gij mee met de errebols spelen?
vals
herkomst: zou een vervorming zijn van het oude woord aes-sack. Dit was een zak met aas (voedsel) die men meenam op reis.
Daarnaast kreeg aaszak ook de betekenis van goocheltas. Het “bedrog” van de goochelaar ging in het Zuid-Nederlands over in bedrog tijdens het spel.
Van Dale: haarzak
de (m.); g.mv.
1. (gewestelijk) aaszak
zie ook: haarzakkerij
haarzakken
haarzakker
vnw: aaszak, aaszak doen = valsspelen
Jij speelt haarzak!
examen, toets, concours
Van Dale 2014 online: Belgisch-Nederlands
Wanneer moet ge beginnen studeren voor de prijskampen?
> andere betekenis van prijskamp
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.