Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst toegevoegde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek. Deze lijst is ook
beschikbaar als RSS Feed
examen, toets, concours
Van Dale 2014 online: Belgisch-Nederlands
Wanneer moet ge beginnen studeren voor de prijskampen?
> andere betekenis van prijskamp
toilet, wc, huisje, gemak
Woordenboek der Nederlandsche Taal: afgeleide van gemakhuisje (platteland)
ook in Haspengouw
Streek rond Mechelen: heske
Ik ben daarstraks is goed naar het huiske geweest.
landweg, onverharde weg
Daar geraak je niet met de wagen door, dat kaarspoor is te smal.
Hij heeft in het kaarspoor gepist, zegt men van iemand met een weenderik.
aambeien, zie ook speen
woensdag
< goensdag
Ik heb de gunstdag mijn auto naar de garage gedaan.
vader, oudere man
Hoe is het met jullie voar?
de kleding, kledij, kleren
uitspraak Kempen: kledsel: /klèts.el/
uitspraak Antwerpen: klieëdsel
Van Dale 2014 online: gewestelijk
Waar is mijn kletsel? vroeg de Witte van Zichem zich af. Hij kon in zijne flikker naar huis.
We steken al dat gedragen kledsel in een zak en brengen het naar de kringwinkel.
onbestaand iets waar men vroeger (en nu?) de kinderen bang van maakte
zie varianten in andere regio’s bij korenpater
Wees maar braaf of de loekebeir komt!
gammel, sukkelend, aftands
wankel, onstabiel, bijna uiteen vallend, op de sukkeltoer
NL: krakkemikkig
zie ook kramakkel, krammakkelijk, kramakkelijk
De oude schuur staat krammikkelig.
bar waar vrouwen voor de venster zitten
vnw:
•kroeg, louche café
•bordeel
in Antwerpen: kabbardoesj
< De naam zou afkomstig zijn van een verbastering van het Franse begrip: cabaret douze. In de 19e eeuw werden in Frankrijk namelijk de herbergen (cabarets; van het Picardisch: camberet = kleine kamer, zie ook: chambrette) in categorieën verdeeld. Categorie 12 (douze) was de laagste categorie. (Wikipedia)
< Napoleon Bonaparte gaf aan elk beroep een nummer. Een bordeel kreeg het nr. 12 en heette voortaan Cabaret douze. (Antwerps dialect)
In een kabberdoeske zijt ge rap uw geld kwijt.
vrouwmens
“Een zuster van mijn Fien sliep inne kellerkamer en die was do nog ma just en toen kwamp da vremmes. As wij do ware dan kwamp ze nie.” (http://www.volksverhalenbank.be/ Vlaamse Volksverhalen – grensgebied Kempen-Hageland)
ruilen, omruilen, verwisselen
Middelnederlandsch Woordenboek:
oorsprong: oud Germaans dialect: mang: vermengd
Handel drijven, ook ruilhandel drijven: Coopen, vercoopen ende mangelen met ons ondersaten alrehande goeden, (a. 1507).
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Kiliaan (1588): mangheren naast manghelen in den zin van ruilen.
1. Gewoon is in de latere taal de betekenis ruilen.
‘(Hij) heeft haestelijck met hem ghemangelt van kleederen, ende … hem laeten ontsnappen’ À Castro (1686)
> Thans nog gewestelijk, b.v. in Brabant, in Zeeland, in Vlaanderen.
‘Gij hèt e schoon mes: wilde mangelen tegen ’t mijn?’ (Cornelissen-Vervliet)
2. Bepaaldelijk: ruilen in den handel; het voorwerp is wat men in ruil geeft of krijgt (niet altijd scherp te onderscheiden van de bet. 1), ruilhandel drijven
Van Dale 1995: gewestelijk
zie ook.: vermangelen; mangeling
Ook in het Hageland
< zie andere definitie van mangelen
Wilt ge niet mangelen?
Dubbele stickers kunt ge mangelen tegen stickers die ge nog tekort komt.
een bh (bustenhouder), soutien
samentrekking van tetten (borsten) en étagère (schab – rek)
zie ook tettegarage, tettenzak, tettegère; andere betekenis bij tettagère
Op de wasdraad hingen de tettezjeirs te drogen in de zon.
een kauw, de kleinste vogel uit de familie van de kraaiachtigen
Een kaake is zelden alleen, zijn meestal met enkelen of in groep omdat ze zo schichtig zijn.
Bij mijn vriendin thuis, huist er een nest kaakes boven in de ongebruikte schouw.
zwoerd van een stuk spek
uitspraak sommige regio’s: zweus
zie ook zwosj
zie andere definities zwes
Snij de zwes maar van het spek.
mier
zie ook: muurzeiker
Woordenboek van P.J. Cornelissen & J.B. Vervliet (1899-1906). Idioticon van het Antwerpsch Dialect (Stad Antwerpen en Antwerpsche Kempen):
BREK, znw., m. en v. – Boschmier, soort van groote bruine mier. Dat insect, wiens beet zeer pijnlijk is, bouwt zijne nesten in heiden, bosschen en houtkanten met stukjes hout en wortelvezels.
Zit er een brek in uw broek? Uitschieten dan en zorgen dat ge ze vindt, anders zit ge met een probleem.
een vrouw die niet erg snugger is, een trut, een seut
Van Dale 2015 online: Belgisch-Nederlands
Van Dale 2016 online: niet algemeen
ook treesebees of trees
zie achtervoegsel bees
Het is een echte trezebees.
Ziet die treesebees daar staan!
prei
ook: poret, porret, paret, poorret;
zie synoniemen bij porei
Etymologie: Oudfrans ‘poret’ (vergelijk Engels ‘porret’), afgeleid van Latijn ‘porrum’, net als prei.
Het was pret als groente deze middag.
aardbei
eirbees, jerbees, jetbees, jarrebees, jaarebees, jebbees
Straks eten we weer etsbezen.
wulk, kinkhoorn (eetbare zeeslak)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.