Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst toegevoegde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek. Deze lijst is ook
beschikbaar als RSS Feed
Iemand met een tweede verblijf
Van Dale 2014 online: Belgisch-Nederlands
’t Zat van ’t weekend vol aan de kust: deels met toeristen en deels met tweedeverblijvers.
Tweedeverblijvers moeten dikwijls extra belastingen betalen op hun tweede verblijf.
Een eigendom, die niet als hoofdverblijfplaats gebruikt wordt.
vnw: tweede woning, vakantiehuis
Typisch Vlaams: Belgisch-Nederlandse Standaardtaal
SN/NL: tweede huis, vakantiewoning, pied Γ terre
Niet in Van Dale 2014 online, wel tweedeverblijver
Google2014: .BE (>42.000) ; .NL (>13.000 – waarvan veel uit BE)
demorgen.be: Alle tien de kustgemeenten heffen een belasting op tweede verblijven. Op jaarbasis moeten de eigenaars tussen 595 en 1.000 euro betalen.
De Jean en Gerda, die hebben drie eigendommen. Hun hoofdverblijfplaats in Merksem en twee tweede verblijven. Eentje in de Ardennen en eentje aan de kust.
plaats (gemeente) waar iemand als inwoner geregistreerd is; domicilie
niet in VD204 online
google2014: .BE (>56.000) ; .NL (>14.000)
uit Belgium.be de portaalsite van de overheid: De vaststelling van de hoofdverblijfplaats gebeurt na een onderzoek. Het gemeentebestuur bepaalt de manier waarop. Meestal komt het erop neer dat de wijkagent ter plaatse komt kijken of u effectief op het aangegeven adres woont. (…) Als u uw hoofdverblijfplaats in een bepaalde gemeente heeft en dit na onderzoek effectief zo blijkt te zijn, wordt u ingeschreven in het bevolkingsregister van die gemeente.
De Jean en Gerda hebben wel een tweede verblijf aan de kust, maar hun hoofdverblijfplaats blijft Merksem natuurlijk.
snel geagiteerd iemand, heetgebakerd persoon
NL: een kort lontje hebben
Als die dan naar Gent zou gaan met ambrasmakers eerste klas als Coulibaly en redelijk snel overkokende potjes als Thijs en Grondin… dan vrees ik dat hij het daar niet veel beter zal doen. (iendracht.be)
… maar in die tijd gold hij als de ‘bad boy’ van de tenniswereld. Niet in het minst vanwege zijn klinkende confrontaties met umpires en zijn snel overkokend potje. (HLN.be)
David Galle is geen overkokend potje. (katsefeesten.be)
Met veel vertoon, succes uitbeeldend.
NL: glamourachtig, met veel glamour (Engelse uitspraak)
< Fr. glamoureux
Billie Piper, de Britse actrice die de rol van de prostituee op zich neemt, schetst een glamoureus beeld van het beroep. (HLN)
“Wie droomt van een rijk en glamoureus leven kan beter geen acteur worden in Vlaanderen”, (GvA)
volkse, grappige omschrijving van mond
vergelijk eetkamer, eetplatse, salle Γ manger en de andere definitie van eetplaats
Bovendien shop ik nog graag ook, terwijl ik sommige mannen buiten met de hond zie wachten met een sigaret in hun eetplaats… (lezersreactie hln.be)
voor eigen aanhang spelen, een thuiswedstrijd spelen
zie ook: heenwedstrijd
Ofschoon de club voor eigen volk speelde heeft ze toch verloren.
piekeren, geconcentreerd nadenken, peinzen
Hij doet niet anders dan pattrieken over van alles en nog wat.
In zijn hoofd is het niet stil, je ziet hem peinzen.
vrijen, vozen, lakensport bedrijven, samen tussenbeense ontspanning nastreven
Van het Duitse bumsen, ongetwijfeld, maar ik was het nog niet eerder tegengekomen.
regio: Kempen en Oost-Limburg, tegen de Duitse grens
De Ramadan is ook gedaan, er wordt weer gedronken, gegeten, gerookt en geboemst.
Die 2 hebben geboemst.
broodpudding
zie ook podding
Marc Didden in De Morgen: Een minister van Cultuur die weet wat bodding is, een aloude Brusselse armemensenlekkernij op basis van oud brood, en die dat daarenboven ook nog lekker vindt, kan in mijn ogen al helemaal niets meer verkeerd doen.
> andere betekenis van bodding in de Kempen
er slecht uitzien, er ziek uitzien
Agnes, ge ziet zo bleek, wat is er met u aan de hand? Ge hebt precies onder nen tram gelegen, kind.
uitdrukking van verbazing, van verwondering
zie varianten bij voeten, amai mijn ~
vergelijk orgel, kust nu mijn ~
Een goei vriendin heeft een serieus spectaculair accident gehad. Ze was in haar recht maar hare wagen heeft, door een botsing met een andere auto, 3x een spin gemaakt rond zijn as, is van de berm naar beneden gecatapulteerd, bonk tegen een boom. Zij en haar 2 kinderen zijn er levend, zonder veel schrammen en met de schrik vanaf gekomen. Amai mijn orgel, hebben die es efkes 5 minuten chance gehad.
hevig vrijen, knuffelen, warm hebben met mekaar
zie ook vrijen dat het kraakt
In de stille Kempen zeggen ze, amai mijn orgel (orgel, amai mijn ~). Die 60-ers naast mij kunnen nog vrijen totdat ze alle muren van de kamer hebben gezien. En dan maar klagen dat ze het in hunne rug hebben.
hevig vrijen, knuffelen, kussen, warm hebben met mekaar
SN: vrijen dat de stukken eraf vliegen
zie ook vrijen dat het kraakt, vrijen totdat ge alle muren van de kamer hebt gezien
Het is niet verniet dat (verniet, het is niet ~ dat) ze er muug uit zagen, ze hebben deze nacht gevreeΓ«n totdat de stukken eraf vlogen.
mekaar heel de tijd knuffelen
niet van mekaar kunnen afblijven
zie ook: vrijen totdat ge alle muren van de kamer hebt gezien
Die twee vrijen dat het kraakt, ze wanen zich in de zevende hemel.
Een broek die net te kort is zodanig dat de volledige enkel bloot is. Veel voorkomend bij snelgroeiende jongeren.
zie ook tram, afgereden van de ~, water, er staat ~ in zijne kelder, smirrekes, op ~ lopen
Ei heeft juste lik onder de tram gezeten mΓ© ze broek.
In staat om te vliegen, nestvliedend (van jonge vogels gezegd).
WNT: vlug
Betekenis waarin nog duidelijk het verband met vliegen gevoeld wordt.
β1. In staat om te vliegen.
a. Eigenlijk, van jonge vogels: reeds kunnende vliegen, in staat het nest te verlaten. Thans nog slechts in beperkt gebruik.
‘VlΓ¨g joeng’ zijn nestvlieders, bv. van een merel. Vgl. kwag.
slap, week, zacht (aanvoelend)
Woordenboek der Nederlandsche Taal: kwak: bnw.
?Verwant met Kwakken. Week, flauw, en derg.; ook: zwak, slap enz. Thans in sommige streken van Zuid-Nederland gebruikelijk.
“Die musschen zijn nog kwak” (van jonge vogels gezegd), Schuermans (Limburg, 1865-1870).
zie ook kwacht
Kwag joeng (nestvogels, bv. van merel – vgl. vlug).
Ne bloën (blaan) mèt kwag joeng.
omdat
In het west-vlaams wordt dit soms gebruikt, waarbij het lijkt alsof men zichzelf de vraag stelt.
Ken men paraplu mee, worom dat verzekers go regenen.
Ik heb m’n paraplu meegenomen omdat het waarschijnlijk zal regenen.
Ken een anderen oto gekocht, worom da men oeden kapot was.
Ik heb een andere auto gekocht omdat de oude versleten was.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.