Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst toegevoegde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek. Deze lijst is ook
beschikbaar als RSS Feed
neen
uitspraak met scherplange e: nieΓ«t, nijΓ«(t), niejet
Woordenboek der Nederlandsche Taal: De oudere taal gebruikt soms ‘niet’ in gevallen waar men nu ‘neen’ zegt: te weten om te ontkennen wat gevraagd is of onderstellenderwijze is gezegd.
“Soudet gy daer na wachten β¦? Niet, mijne dochters” Statenbijbel, (ed. 1688).
- Ge gaat die vent zijn goesting geven, niet?
- Niejet gij!
> andere definitie van neet
spitsvondigheid, snelle grap
Een boutade (van het Franse bouter, “verdrijven”) is een spitsvondige uitspraak, die tegelijkertijd veelal pregnant gebruikt wordt: er wordt net iets meer in gesuggereerd dan de letterlijke betekenis. Op het eerste gezicht kan de boutade daardoor een wat verhullend karakter aannemen, maar juist daardoor wordt de eigenlijke betekenis, als die eenmaal door de luisteraar of lezer is ontwaard, des te scherper geprofileerd. Dit geeft de boutade soms een bijna paradoxaal karakter. (wikiwoordenboek)
Komaan zeg, wij geloven niet meer in sprookjes. De boutade is dat politiek slecht toneel met schitterende acteurs.. kom nou! (newsmonkey.be)
Mijn weerberichten kloppen altijd, alleen het weer houdt er zich niet aan. (Armand Pien)
verhogen (van bedrag of prijs)
Schrijver Jeroen Brouwers reageert helemaal niet opgetogen na het bericht dat het prijzengeld van de Prijs der Nederlandse Letteren vanaf 2009 wordt opgetrokken van 16.000 naar 40.000 euro. (De papieren man)
U heeft uw vakantie een hele tijd geleden geboekt. Maar nu rekent uw touroperator plots een brandstoftoeslag aan (aanrekenen). Wanneer mag uw reisbureau de prijs optrekken? (De Tijd)
bijnaam voor de inwoners van Nijlen
In vroegere tijden was er in Nijlen een roversbende genesteld, een afdeling van de beruchte bokkenrijders (Bokkeriejers). Ze randden dagelijks reizigers aan met ongeziene methoden; ze bonden de voeten bijeen en hingen hen omgekeerd met het hoofd naar beneden aan een dennenspar. Het geld dat ze bijhadden rolden uit hun zakken en zo hadden de rovers het maar voor het rapen. Op deze manier konden de rovers beweren dat ze niemand iets ontnomen hadden. Ze hadden het geld enkel gevonden en opgeraapt. Vandaar kregen de Nijlenaars de bijnaam ‘de Sparrijders’.
Minder bekend is dat ze ook Royeurs worden genoemd. (toeristische info Nijlen)
Tot mijn 7 jaar heb ik in Nijlen gewoond en was dus ooit een Sparrijder of Royeur geweest.
iemand die al jaren werkloos is en die een werkloosheidsvergoeding ontvangt
zie verwante woorden bij: dop
De Leo heeft 25 jaar aan den dop gestaan; als dat gene beroepsdopper is!
Waarom krijgt een beroepsdopper op 65 bijna evenveel pensioen als iemand die zijn hele leven in een fabriek heeft gewerkt voor een klein loon? (live.standaard.be)
Hij is geen professor, is buitengesjot uit de universiteit en is sindsdien een beroepsdopper. (forum.politics.be)
werkloosheidsuitkering, stempelgeld
Woordenboek der Nederlandsche Taal: dopgeld, (geld van de) werkloosheidsuitkeering.
“HΓͺ-je al uw dopgeld gekregen?” Biekorf (1933).
Van Dale 2016 online: BE
DS2015 geen standaardtaal (ondanks bloemlezing onder)
zie ook: doppen
Het dopgeld komt in het begin van de maand, enkele dagen nadat de dopkaart binnengebracht is.
bloemlezing De Standaard:
Valerie P. trok als werkloze dopgeld, terwijl Marcel K. met zijn diamantfirma’s officieel nauwelijks iets verdiende. (standaard.be)
En die extra arbeidstijd zal dan ook niet meetellen voor de berekening van sociale uitkeringen, van dopgeld, over ziektegeld tot het pensioen. (standaard.be)
De connotaties zijn meegenomen dat luiheid niet langer loont en dat de maatschappij tenminste iets in ruil krijgt voor het dopgeld, terwijl de β¦ (standaard.be)
NL/SN: met een aureool van
Waarna de gastheer zich bescheiden terugtrok in de richting van de vele cameraploegen en Geert Bourgeois met een stralenkrans van degelijkheid naar voren trad. (Louis van Dievel)
ruimte waar je een stempel voor je werkeloosheidsuitkering kunt bekomen
Woordenboek der Nederlandsche Taal: herkomst zie doppen
lokaal waar men zijn arbeids- of stempelkaart kan laten afteekenen of afstempelen.
zie ook: dop, aan den ~ zijn, dopper, dopgeld, dopkaart, beroepsdopper
Ikzelve zag eruit als de eeuwige student, die nooit zijn diploma haalt maar zich wel ieder jaar opnieuw inschrijft in een alweer andere studierichting die linea recta naar het doplokaal leidt en de hardwerkende Vlaming op kosten jaagt. (Louis van Dievel)
‘On de deure van ’n doplokaal, in ’n lange rij, sto ne joenge gast, te wachte tottem zijne stempel krij’… (De Strangers, den dopper)
diertje
Ozzeleveheersbeeskes zind sjattig kleen deerkes.
Onzelieveheersbeestjes zijn schattige kleine diertjes.
in kleine deeltjes vallen
zie ook frennen, in ~ vaneen
SN: in brokken uit elkaar vallen
Van Dale 2014 online: gewestelijk
Die kast die is zo oud dat die in sprokkels vaneen valt als ge ze uiteen haalt.
Dien boomstam is zo rot dat die in sprokkels vaneen valt als ge hem wilt verleggen.
het einde van de winter
Vroegmiddelnederlands Woordenboek:
Oudste attestatie: West-Vlaanderen, 1287
Het laatste gedeelte, het einde van de winter.
Fatator (…) es .i. uogel (…) die hastech seere es om sijn broeden ende ne can hem seluen niet uoerhoeden hine leit sine heier so (hier ontbreekt vroe) int iaer datsem dachterwinter swaer alle dicken ueruriesen doet Nat.Bl.D West-Vlaanderen, (1287)
Februari, begin maart is de achterwinter.
In de achterwinter kan men het veld al bewerken en ook al de eerste dode takken van bepaalde planten en struiken verwijderen.
Ik ben geboren in de achterwinter, op ‘Rosen Montag’, maandag na carnaval.
Carnaval viert men in de achterwinter.
’t is: het is, het is zo, het is waar
zie ook isβt?, tis!, daddis, jom
zie dat is. Da is, jom!
dichtvriezen, toevriezen, vastvriezen, door en door bevrozen
zie ook: stenen uit de grond vriezen
MNW:
- Een cleen rivierken, daer hi (Karel de Stoute) β¦ gevonden wert, sijn aensicht was (l. vast) aent ijs vervrosen sijnde, Exc. Cron., Vlaanderen/Brabant, (1530)
De zak potgrond staat nog buiten. De grond erin is bevrozen maar de zak is vervrozen, ik kan die ni meer open krijgen.
De grendel van het poortje is vervrozen.
uitdrukking voor graag gezien worden, opschepperij
NL: kijk-mij-nou-gehalte, ben-ik-in-beeld-factor
zie ook: Place mβas-tu vu
En dan is er nog de Lippenslaan, de bekende, langgerekte en gerenoveerde winkelstraat. Hoe meer je van hieruit richting het Zoute wandelt, hoe meer het m’-as-tu vu-gehalte stijgt. (SeniorenNet, Knokke)
Zij waren met mij meegekomen naar Gent, naar het traditionele openingscollege van de faculteit Politieke Wetenschappen, een evenement dat qua m’as-tu-vu-gehalte Waregem Koerse naar de kroon aan het steken is. (Louis van Dievel)
een prikje, een injectie
een heel klein beetje van iets, een kliekje
zie ook: prietsje
Dae griepprik wat ich vanmurge gekregen hub woar mer ein prietsjke.
Die griepprik die ik vanmorgen gekregen heb was maar een prikje.
Ich hub nog ein prietsjke zoermoos, zal ich dat op diene teijer doon?
Ik heb nog een klein kliekje zuurkool, zal ik dat op je bord doen?
prikken, duwen, priegelen
Ich prietsj mich ein lΓΆΓ€kske in dat dink.
Ik prik een gaatje in dat ding.
Zit neet zo te prietsje!
Zit niet zo te priegelen!
in 1 trek iets in serie weghalen
zie ook afritsen
Peulertjes kunt ge in 1 trok, met uw duim, uit de peul ritsen.
- afglijden, afrijzen
- in 1 trek iets in serie weghalen
zie ook uitritsen
- Met 2 direct achtereen zijn ze van den rijsaf afgeritst.
- Rooi bezekes (aalbessen) kunt ge, met uw wijsvinger en duim, in 1 keer van de troskes afritsen.
De afgeritste bezekes eten we geire met witte suiker bij ons boke
zie pitten, kersen ~
Kersen pitten en alleen het vruchtvlees invriezen, voor later gebruik.
het ontpitten van kersen alvorens ze te bewerken tot gelei of spijs
zie ook pitten
Van kersen pitten krijgt ge blauwe vingers.
In juni heb ik heel wat kersen gepit om er lekkere gelei van te maken.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.