Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande reacties zijn de laatst toegevoegde reacties op termen in ons woordenboek.
De naam Bastenaken ken ik wel, die is minstens zo mooi als Bastogne, toch gebruik ik hem bijna nooit. Op Wikipedia staat een ‘Lijst van Belgische plaatsen in twee talen’. Sommige zijn mij bekend maar gebruiken doe ik er meestal maar een van de twee. Toch zijn er voor mij twee ferme twijfelgevallen in het Frans of Nederlands: Is het nu Mons of Bergen en Lille (Fr.) of Rijsel?
Ik noem dat een fietshekken, en dat woord opzoeken levert nog een naam op: fietsbeugel. Dat blijkt dan nog eens zowel in NL als BE in gebruik te zijn, dus ‘fietsnietje’ is volstrekt overbodig. Geestig woord, dat wel.
Op vrt.be: ‘Brussel plaatst 3.000 extra “fietsnietjes” waarvan 1.000 aan zebrapaden’
Fietsnietje?
Algemeen Nederlands Woordenboek: ((vooral) in Nederland, neologisme, fietsen): rechthoekig hekje van roestvrij staal waaraan een fiets bevestigd kan worden; fietsaanleunbeugel
Dus eigenlijk een hollandisme. Anderzijds: Is er een alternatief Vlaams woord voor? Fietsenstalling? Maar dat kan vanalles zijn. Dus is het misschien fietsnietje bij gebrek aan beter.
Het is nu de derde dag op rij dat Martine Tanghe een item over Bastogne heeft en elkeskeer hetelfde scenario: “…Bastogne, of Bastenaken, …” om het daarna niet anders dan over Bastogne te hebben.
Nu vrttaal.net verklaart veel: “In het wielrennen is Bastenaken het gebruikelijkst. In het kader van de Tweede Wereldoorlog is Bastogne het gebruikelijkst.”
Vandaag wordt er bij het artikel op vrt.be zelfs een hele uitleg over gegeveven:
“Bastogne of Bastenaken?
In het wielrennen is volgens VRT Taal de Nederlandse naam Bastenaken het gebruikelijkst. In het kader van de herdenkingen van de Tweede Wereldoorlog wordt het Franse “Bastogne” vaker gebruikt. Vandaar dat hier sprake is van Bastogne en niet Bastenaken.”
Dat van dat wielrennen komt van Luik-Bastenaken-Luik natuurlijk. Maar dan is de vraag wat de vrt gebruikt in andere contexten? Ik zie bv:
Jean-Pierre Lutgen bevestigt dat hij op de lijst ‘Citoyens Positifs’ staat in Bastogne in Luxemburg. (vrt.be)
maar evengoed:
In Bastenaken is zondag het lichaam van een vrouw gevonden. (vrt.be)
Dat zoudt gij wel eens heel juist gezien kunnen hebben, Bon. En dat verklaart ook waarom het in andere combinaties niet of weinig voorkomt.
Ik ken de uitdrukking ook, maar spreek niksen min of meer uit in twee woorden, met nadruk op en, de n is goed hoorbaar, zoals in: ‘Dat ik het niet en weet’. Dus niet op dezelfde manier als niksen (=niks doen), dat is in het Antwerps nikse. Daarom denk ik dat het hier eigenlijk een versteende vorm is van ‘op niks en trekken’. ‘En’ zou dan een ontkenningswoord zijn.
Ik hoorde het de overleden Panamarenko in een oude documentaire zeggen: … dat op niksen trok…
Ik ken de uitdrukking zelf ook, maar vraag me af of ‘niksen’ voor niks ook in andere combinaties gebruikt wordt. Voorlopig vind ik er geen voorbeelden van.
Ah, en hoe spreekte gulder de vergrotende trap van ‘grof’ uit?
- groover (SN)
- grovver
- groffer
- …
Huh: net op tv ‘regie’ uitgesproken gehoord als ‘resjie’, door een Vlaamse presentator. Ik zocht het op op Wiktionary aangezien dat dat mij een Hollandse uitspraak leek waar dat de Vlaming het gewoon fonetisch uitspreekt (reegie), maar de Nederlander van dienst spreekt het daar ook fonetisch uit, nl. ‘rechie’:
https://nl.wiktionary.org/wiki/regie
Is mijn uitspraak nu afwijkend of hebben ze er bij de VRT zomaar eentje verzonnen? De Franse uitspraak is ‘reezjie’, geen van de drie voorgaande dus.
Ah tiens, nog nooit gehoord of in alle geval niet op gelet. Ik zeg zelf alleen ‘uurwerk’, en dat is onzijdig, dus misschien dat dat mijn onzijdigheidsgevoel voor ‘horloge’ versterkt. De school zal er inderdaad ook wel een grote rol in spelen.
Vandaag op het VRT-nieuws over de slag om de Ardennen in 1945 door Martine Tanghe: “… Bastogne, Bastenaken in het Nederlands, …”. Voor de rest van het verslag, inclusief de ondertiteling, gaat het over Bastogne.
De verleden tijd blijkt toch ook in gebruik. Ik heb een voorbeeld toegevoegd.
“Bedankt voor alle jaren dat jij al winkelhiert”
Is ‘dat’ hier niet gewoon een voegwoord?
Horloge is in heel Vlaanderen vrouwelijk, denk ik. Jonge mensen zeggen misschien wel ‘het’ horloge, zoals ze het op school hebben geleerd.
Volgens het WNT was het woord vroeger in Nederland ook vrouwelijk:
“horloge
— ORLOGE —, znw. onz. en voorheen ook, gelijk in Z.-Ndl. nog altijd, vr.;”
Van Dale: hor·lo·ge (het; o; meervoud: horloges)
Maar voor mij vrouwelijk. En ook voor anderen:
De blauwe wijzerplaat geeft die horloge een klasse uitstraling. (juwelier-willems.be)
Had die horloge gekregen en kon ze nog inwisselen voor een ander kleur.(9lives.be)
Erg blij met die horloge van Anne Klein. (tripper.be)
Staat die horloge stil, anders kunnen we aan de hand van die klok kijken hoelang het duurt.(forum.wieisdemol.be)
enzovoort
fansy, van die eerste regel heb ik toch nog nooit gehoord, zenne, staat dat ievers in de ANS? Betrekkelijke voornaamwoorden verwijzen bij mijn weten toch altijd naar het voorgaande, en niet naar iets dat nog moet komen.
Ge doet mij als Oost-Vlaming wel uit mijn krammen schieten met een uitspraak dat ‘dat’ als omnipotent betrekkelijk voornaamwoord ‘kromme taal’ is. Als ge bedoelt dat het krom Nederlands is, dan ga ik natuurlijk akkoord, maar anderzijds moet ge u wel realiseren dat het niet wij, maar de Hollanders zijn (altijd waren, altijd zullen zijn) die beslissen wat al dan niet correct Nederlands is. ‘Hun’ als onderwerpsvorm is binnen een dik decennium volledig correct Standaardnederlands, net zoals pakweg de onderwerpsvorm ‘u’ (van onze voorwerpsvorm ‘u’) dat is. Alle Nederlanders zeggen het ondertussen, alleen denken sommigen nog van niet (de Nederlandse taalkundige Jan Stroop heeft het onderzocht, en zelfs de allergrootste taalverbeteraars gebruiken onbewust ‘hun’ als onderwerp). Het is ook wel in zekere zin elegant, aangezien het blijkbaar een gebrek in de taal verhelpt, een beetje gelijk hoe dan me wulder een onderscheid maken tussen vrouwelijke personen en voorwerpen in zinnen gelijk “Ik heb haar daar gezet” (bv. een boeleken) vs. “Ik heb ze daar gezet” (bv. een tas), en “Ik heb hun daar gezet” (bv. een aantal boelekes) vs. “Ik heb ze daar gezet” (bv. een aantal tassen). Nu, als ge die boelekes totaal niet kent, kunt ge ook “Ik heb ze daar gezet”, of enkelvoudig zelfs “Ik heb het daar gezet” zeggen.
“Bedankt voor alle jaren dat jij al winkelhiert” ? SN
Dat heeft hier betrekking tot het voornaamwoord ‘jij’ – enkelvoud. Moest er jullie gestaan hebben, zou ‘die’ gebruikt worden.
“Bedankt voor alle winkeliers dat jij al hebt geholpen” ? geen SN?
Dat moet hier ‘die’ zijn omdat het verwijst naar ‘winkeliers’ die uiteraard meervoud zijn.
Het gebruik van ‘dat’ in deze zin, is kromme taal en te vergelijken met de uitspraken die de Nederlanders wel eens gebruiken, waarbij ze het persoonlijk voornaamwoord vervangen door een bezittelijk voornaamwoord: hun hebben dat.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.