Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande reacties zijn de laatst toegevoegde reacties op termen in ons woordenboek.
Tantekes en noenkeltjes bevreemde mij ook. Je zou dan toch eerder noenkelkes verwachten. Aan de Maas zou het tantekes en nönkskes worden, al heb ik dat nog nooit echt gehoord.
In Maasland en in meer delen van Limburg heet een klein ventje een menneke. (Voor meervoud en diminutieven wordt ook nog de klinker verbogen en veranderd de toon (sleeptoon-stoottoon). Maar nog oostelijker in Limburg NL of in de oostelijke Voerstreek zegt men mäntje tegen menneke. Dat begreep ik destijds niet van mijn familie daar. Ik dacht maar steeds dat ze het over een mändje (mandje) had.
Maar eigenlijk was ik op zoek naar ‘de tantekes’ uit de tijd van de crèchemoorden. Werden de kinderverzorgsters zo genoemd omdat het een uitdrukking is voor kleuterleidster of was het een aanduiding voor destijds zeer moedige vrouwen?
Ik vind alleen nog wat bij Knack uit 2013:
… de crèchemoorden’ We gaan eens een hypothese maken: een zittingsdag van het assisenproces. ‘Eeuwige dankbaarheid voor de tantekes’.Eventueel zijn er dan twee lemma’s te maken.
‘Het kursaal’ lijkt mij een Hollandse uitvinding, net als ‘het casino’. Ik denk dat de klemtoon ook het geslacht bepaalt: ‘het kurSAAL’, maar ‘de KURsaal’. De Vlaamse uitspraak is bovendien nog eens met een scherpe u ook.
Mannelijk zou ik dat nu wel niet noemen, eerder vrouwelijk, aangezien dat ‘zaal’ ook vrouwelijk is.
Ik dacht zelfs dat ze het als een werkwoord opvatten, want “Floraliën is een vijf spatie jaarlijks evenement” is een zeer aardige zin als ge het op een andere manier dan als werkwoord probeert te lezen. Nu, ik heb de site eens bekeken en voor de rest gebruiken ze wel meestal “de Floraliën” als zelfstandig naamwoord in het meervoud, en er staan nog wel een aantal andere kromme zinnen tussen, dus ik denk niet dat we er iets verder moeten achter zoeken.
Ook grappig: onderaan staat er “Gerelateerde artikelen”, en als eerste link “Wie zijn Karen, Kristel en Kathleen van K3”.
Awel Georges, ik had geprobeerd van ze een beetje te groeperen, maar in tekstvorm komt het niet echt over. In feite zoudt ge een diagram nodig hebben met allemaal fotookes en pijlen met info, “de die is dat tegenover den dienen, zulder getweeënd zijn de … van de die, enz.” Voor de familiale termen dan toch, de rest kunt ge waarschijnlijk met fotookes alleen oplossen.
Haha koarebleumke, dat ziet er mij een Vlaamse klassieker in wording uit. Interessant wel dat ze ‘tantekes’ als verkleinvorm gebruikt ipv ‘tantetjes’, want de kust kent al lang geen verkleinwoorden op -(e)ke(n) meer, enkel -sje(n) en -(e)tje(n). Ik heb het nog al opgemerkt dat ze aan de kust in de nabijheid van niet-kustbewoners rap de oudere en voor hen uitheemse -(e)ke-verkleinwoorden gebruiken, bv. in de statie: “duwt maar op da knoppeke, madammeke”. In het West-Vlaams zou dat normaal gezien moeten zijn: “duwt maar op da knoptje, madamtje”. Die ‘madammeke’, tot daar aan toe, maar die ‘knoppeke’ is niets minder dan fascinerend. Ge moet al 100km naar het oosten gaan eer dat ge daar iets van terugvindt, want zuidelijke West-Vlamingen en Oost-Vlamingen, die wel nog verkleinwoorden op -ke(n) gebruiken, steken daar geen tussenliggende ‘e’ tussen, en zeggen gewoon ‘knopke(n)’. De enige logische verklaring die ik kan vinden is dat ze het van Brabantse toeristen/uitwijkelingen leren.
Tantekes en noenkeltjesdag
Nathalie Deketelaere heeft voor haar mutsevriendjes ’tantekes en noenkeltjesdag’ bedacht en ’er een lieke bij hemok’. Zet voor het zingen aanvangt de speakers zacht, dat voorkomt gehoorschade. ;-)
Googel: Nathalie de Ketelaere op You Tube, tantekes en noenkeltjesdag.
“Floraliën is een vijf jaarlijks evenement, dat in de diverse Europese landen al een ruime historie kent. In België, Frankrijk, Hongarije, Italië en Spanje is het al decennia lang een bekend en vertrouwd fenomeen. In België worden de Floraliën zelfs al 200 jaar georganiseerd! (…) In 2014 werd Floraliën voor de eerste keer in Nederland georganiseerd.” (huis-en-tuin.infonu.nl)
In NL dus blijkbaar recent. Ze weten ook nog niet goed dat het meervoud is: ‘… werd Floraliën…’???
Ik heb er nog een paar toegevoegd en ze alfabetisch gezet anders gaat ge het overzicht verlieren. Want nu hebt ge er ongeveer 50, maar ik denk dat ge gemakkelijk over de honderd geraakt. Als het er niet meer zijn…
Miljaar zeg, en ik die dacht dat dat hier nog een beknopt lemma ging blijven…
Ik denk niet echt in gebruik in West-Vlaanderen. De tweede voorbeeldzin kan beter, want alle twee de namen beginnen (voor de Vlaming) met een klinker, en dus worden “tante Anna” en “tant Anna”, evenals “tante Hortense” en “tant Hortense” op identiek dezelfste wijze uitgesproken. De derde voorbeeldzin is verwarrend, zegt ge ‘tante Bertha’ of ‘tant Bertha’?
De miensje (mensen), de miensj (de echtgenoot), de ouwluuj, de jonkheed, de pap en de mam, de nonk en de tant, de naefkes en de nichskes, de zuster en de brouwer (broor), ‘t jungske en ‘t maedje, grwatte luuj, kènjer, ‘t kiendje, de vreglap en de moelejan, gooi luuj, kaelsluuj, sjlechte luuj en zo wieër…
Sjlechte luuj geit ‘t ummer good!
Kadee, pateeke, wicht, lief, tante nonneke en nonkel pater,…
Mini zou ik geen dialect noemen, misschien wel een jeugdwoord.
Ook gekend van de legendarische sketchen van in ‘In de gloria’, “den draad”:
https://www.youtube.com/watch?v=6AQFuQG6bJk
Regionaal beperktere dialectwoorden gelijk mini of plat jonk zou ik eerder linken bij de specifieke lemma’s, anders wordt het agauw nogal onoverzichtelijk. Voor marraine weet ik het niet echt, aangezien dat er geen typisch algemeen Vlaams woord voor ‘meter’ is. Pipo is trouwens geen Vlaams!
Ja, ik zie dat ge daar ook al had gereageerd, ‘nantoek’ is inderdaad evenmin een bestaand woord. Een combinatie ‘dd’ waarbij de eerste d de laatste letter is van een woord, en de tweede d de eerste letter van het volgend woord, of ze nu in een samenstelling staan of niet, wordt in het Vlaams altijd uitgesproken als ‘t’: (h)antoek, (h)ondertuzend; in het Nederlands een ‘d’: handoek, honderduizend.
Voor mijn part mogen die lemma’s weggekipt worden, of overschreven of wat dan ook. Nu brengen ze alleen maar verwarring en zijn ze in se gewoon fout.
‘Nalfsten’ is misschien al eerder iets gelijk ‘nonkel’, maar evengoed is het een samentrekking van “den helft in” of zelfs “den helft ten”: “we waren den helft in onze reis” klinkt voor mij perfect aanvaardbaar.
https://www.trouw.nl/wetenschap/de-taalfout-van-nu-is-de-taal-van-de-toekomst~b7f1d149/
Nicoline van der Sijs schrijft hier o.a. dat Vlaanderen een ander taalontwikkeling doormaakt dan de Randstad…
Alcoholvrij, maar al wel met een echte bamba ;)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.