Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Inderdaad idem in West-Vlaanderen, ook voor ou/au trouwens: een oe-klank (eenklank) wordt ou, een au-/oo-klank (tweeklank) is een au. Is ‘t eten al koed, of nog loow? Ik vraag mij dan wel af welk reëel nut die gesplitste spelling nog heeft als dat klankonderscheid maar door zo’n 10% van het taalgebied nog herkend (laat staan gebruikt) wordt, en er ook in de standaardtaal geen klankonderscheid wordt gemaakt. Ze hadden dan toch gewoon kunnen beslissen om alles ofwel met ei ofwel met ij, en ofwel met ou ofwel met au te spellen. Tal van andere klankonderscheiden die veel ruimer verspreid waren (en zijn), zoals duidelijk onderscheiden korte/halflange/lange klinkers, zijn ook uit de spelling geweerd (waardoor bloemkolen en steenkolen plots tot dezelfde familie behoorden), waarom dan niet ijeiouau? Rare beslissingen en veel nodeloze moeilijkdoenerij, me dunkt. Op het Engels na zijn er weinig talen die het Nederlands kunnen evenaren in een zelfs voor moedertaalsprekers ondoorgrondelijke spelling.
Bij deze ook een leestip: Molewijk: Spellingverandering van zin naar onzin (1200-heden). Ne redelijke kloefer, gezien het feit dat het uitsluitend over de Nederlandse spelling gaat.
Toch ne zeveraar, dienen haloewie. Natuurlijk is de spelling van lemma’s belangrijk, anders vindt niemand ze nog terug. Voor iemand die in praktisch iedere reactie, gelijk of dat de Hollanders zeggen, eindeloos doorkankert/-de over duplicate lemma’s is dat toch op zijn minst ironisch.
Mij lijkt dat ook mogelijk*, maar ik heb ook al weten beweren dat het achtervoegsel gewoon toevallig dezelfde vorm heeft, maar eigenlijk pas gevormd is toen dat ‘du’ al de pist in was. Welk van de twee mogelijkheden klopt? Als Walter hier was, zou iemand het misschien kunnen zeggen.
Mijn voorbeeld hierboven klopt bij nader inzien wel niet volledig, want delen van het West-Vlaams, voornamelijk de zuidoostelijke, kennen eigenlijk wel iets dat nog op ‘thu’ gelijkt, maar ik kan niet zeggen of het een restant is dan wel hetzelfde fenomeen als hier. Een aanzienlijk deel van de sprekers zegt in die clitische vormen niet -je, maar -dje (uitgesproken zoals de Servokroatische ?, een zachte ‘dzj’), bijvoorbeeld:
“Wuk peizdje?”
De hamvraag is nu of dat wat dat daar staat te lezen valt als:
“Wuk peist je?”
dan wel
“Wuk peis(t) dje?”
Ik vermoed eigenlijk dat niemand met zekerheid het een dan wel het ander kan bevestigen of uitsluiten, en dat het voornamelijk gaat afhangen van hoezeer men wilt hankeren naar de goede oude tijd (1500 jaar geleden).
Ter volledigheid is in de link hieronder op bladzijde 211 (ofte 3) een tabel van de West-Vlaamse voornaamwoorden te vinden (ik heb hem ingekort want anders verslindt het VW weer al die underscores):
https://is.gd/2TvhCB
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.