Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    buis
    (de ~ (v.), -zen)

    onvoldoende

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    Eene buis krijgen, niet slagen, afgewezen worden, hetzij bij een huwelijksaanzoek, hetzij bij een examen, bij eene verkiezing enz.
    Eene in Vlaanderen gewone, gemeenzame uitdrukking, te vergelijken met bot -, slip vangen, een bok schieten, een flater begaan.

    Ik heb een buis op Nederlands.

    “Die dompelaar (sukkel) mocht wel eens in eenen wedstrijd bekroond worden, als vergoeding voor de talrijke buizen, waarmede onmeedoogende professoren hem in zijne examens hadden bekroond.” (G. Bergmann)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 27 Nov 2017 13:03
    2 reactie(s)

    stekken
    (ww. stekte, gestekt)

    - prikken, steken
    - een vervelend gevoel geven

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: stecken, stekken: steken, prikken
    > Middelnederlands: zeer zeldzaam, in het Nederlands onbekend.
    > In Noord-Nederland verouderd; in Zuid-Nederland gewoon.
    Die doorn stekte in zijnen voet, (De Bo)

    ook in de Antwerpse Kempen

    zie ook: stekkerdraad, stekkers, stekske, stekte

    Mijn zoon wilt de zelfgebreide pull die hij kreeg van oma niet dragen: ‘hij stekt’, zegt hij!

    Dat etiketje in die t-shirt stekt in mijnen nek.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 27 Nov 2017 13:02
    6 reactie(s)

    tots
    (zn. m. -en)

    verhevenheid, bult, toef, buil
    dim. totske

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    znw. m. en vr., mv. -en. Woord van onbekende herkomst met klankexpressieve waarde. Het verband gelegd met toorts, stuit niet op semantische, wel op phonetische bezwaren, daar in het antw. r voor dentalen occlusief niet verdwijnt. (zie toorts: schuerm. (1865-1870)
    1. (Z.-O.-Vl.) In elkaar gedraaide, verwarde massa, dot.
    2. (Z.-O.-Vl.) Met betr. tot de bloeiwijze van een plant: groepje bloemen die dicht op elkaar staan; toef.
    3. (Brab. en Antw.) Wsch. in aansl. bij de betekenis 2): naam voor versch. soorten van planten: o.a. toorts

    " Als hij stampt of duwt, geeft dat zo’ne tots op mijn buik. Soms staat mijn buik plots ook superscheef omdat z’n perzikpoepje er dan zo uitsteekt, …" (9maand.be)

    “De geboorte van een ‘sterrenkijkertje’ is steeds een moeilijke, pijnlijke en heel zware bevalling waarbij men een zuignap zal moeten gebruiken om de kleine tijdens het persen trachten te keren, waarbij de baby er een tots op het hoofdje aan overhoudt.” (blog senorennet.be)

    “Ik weet wel als het een grasweide is en het is goed gefreesd, dan moeten we al geen bang hebben dat er totsen en echt putten in komen liggen.” (time4x.be)

    “Dit bleek dan een bavarois te zijn van bosvruchten, geserveerd met een tots crème fraîche. Lekker, dat wel.” (nl.yelp.be)

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 27 Nov 2017 12:59
    0 reactie(s)

    tots
    (de ~ (m.), ~en)

    - tol, draaitol, top
    - pindop, dop

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    oorsprong: Mnl. taetse, ofr. dial. tache, waarvan men den oorsprong in het Germ. zoekt.
    - Spijker met een grooten kop.
    - Metalen punt, aan verschillende voorwerpen aangebracht; in ’t bijzonder een stalen tap waarop een verticale as in een holte (taatspot) draait.
    Taatstol: ”De met een of meer taatsen versierde top heet taatstol” (de cock en teirl., Kindersp. 5, 144 (1905))
    Taatstop: hetzelfde als Taatstol (de bo (1873): ”ta(a)tsetop, tetsetop”)
    Taats

    Als den tots bijna was uitgedraaid, dan zei mijn grootmoeder altijd: ‘Zie dien tots draaien, dien draait zo zot als een achterdeur (achterdeur, zo zot als een ~).’ En dan lachte ze…

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 27 Nov 2017 12:57
    0 reactie(s)

    tots
    (zn. m. -en)

    verhevenheid, bult, toef, buil
    dim. totske

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    znw. m. en vr., mv. -en. Woord van onbekende herkomst met klankexpressieve waarde. Het verband gelegd met toorts, stuit niet op semantische, wel op phonetische bezwaren, daar in het antw. r voor dentalen occlusief niet verdwijnt. (zie toorts: schuerm. (1865-1870)
    1. (Z.-O.-Vl.) In elkaar gedraaide, verwarde massa, dot.
    2. (Z.-O.-Vl.) Met betr. tot de bloeiwijze van een plant: groepje bloemen die dicht op elkaar staan; toef.
    3. (Brab. en Antw.) Wsch. in aansl. bij de betekenis 2): naam voor versch. soorten van planten: o.a. toorts

    " Als hij stampt of duwt, geeft dat zo’ne tots op mijn buik. Soms staat mijn buik plots ook superscheef omdat z’n perzikpoepje er dan zo uitsteekt, …" (9maand.be)

    “De geboorte van een ‘sterrenkijkertje’ is steeds een moeilijke, pijnlijke en heel zware bevalling waarbij men een zuignap zal moeten gebruiken om de kleine tijdens het persen trachten te keren, waarbij de baby er een tots op het hoofdje aan overhoudt.” (blog senorennet.be)

    “Ik weet wel als het een grasweide is en het is goed gefreesd, dan moeten we al geen bang hebben dat er totsen en echt putten in komen liggen.” (time4x.be)

    “Dit bleek dan een bavarois te zijn van bosvruchten, geserveerd met een tots crème fraîche. Lekker, dat wel.” (nl.yelp.be)

    In alle hevigheid ben ik met mijne kop tegen de deur gebotst en nu staat er nen blauwe tots op mijn voorhoofd.

    Dat totske op mijn been doet ambetant. Ik denk dat het een vetbolleke wordt.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 27 Nov 2017 12:56
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.