Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
luciferdoosje
zie ook stekskesdoos, spikskesdoos, zjwaegeldeuske, stekske, stek
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Stekdoos(ken) of stekskensdoos(ken), lucifersdoosje (joos 1900-1904; corn.-vervl.)
Mijn stekkedoosje is helemaal leeg, hebt gij soms een vuurke?
bijna, ongeveer, bijkanst
Woordenboek der Nederlandsche Taal: omtrent, voorheen ook ommetrent en, vooral in de 17de eeuw, ONTRENT, bij sommigen ook omtrend geschreven
“Doe maeckte hem David ende sijne mannen op, ontrent ses hondert man.” Statenbijbel (ed. 1688).
Antwerps idioticon: ONTRENT, bw. en vz. — Wordt altijd gebruikt voor Omtrent
“’t Is ontrent twee uren.”
Hij is ontrent vijf jaar.
Zij is er ontrent.
1. iemand die overal blijft plakken; zie ook plekker, hangplaaster, plakker
2. vuile persoon (die plakt van de viezigheid)
3. een kind dat zijn moeder maar niet kan loslaten
Mechelen, zuiderkempen: plekpleuster
Antwerpen: plakplëster: klik op het luidsprekertje
Antw. Kempen: plakpleuster
Brugge: plakploaster
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
- Oneigenlijk, gewestelijk (b.v. in Antwerpen) voor: een vuile, morsige persoon.
Mie is ‘en plakplaaster, ze plakt daar ze staat van de vuiligheid, (Cornelissen-Vervliet, 1899). ’En plakplaaster van ’ne’ vent, Ald.
- Figuurlijk. Iemand die overal blijft plakken, die niet van opstaan weet, plakker.
Hij is bekend veur ’en plakplaaster, ’Cornelissen-Vervliet)
Die plakploaster blùft overal plakken en zit dag en nacht op café (café, op ~).
Met plekpleusters een uur afspreken is onbegonnen werk.
schatje, schatteke, vriendin, vriend
dim: keppeke, keppetje
zie ook: keppekindje, keppesleppe
vgl keppemaken, keppemaker, bekeppelen
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Volgens Debrabandere is keppe de stam van middelnederlands keefse, kevesch, duits kebse `bijzit’. Verwant aan duits käfig, westvlaams keve `kooi’.
Een keppe is dan `iemand die samenhokt, bijzit, geliefde’.
(Vl.-België, inz. W.-Vl.) Iemand die men lief heeft; voor wie men voorkeur heeft; lieveling.
Siska is al twee jaar mijn keppe. Met haar wil ik oud worden.
kmis men keppeke
supermarkt, warenhuis, ook benaming voor GB (grand bazar) winkel
Woordenboek der Nederlandsche Taal: bazaar, ook bazar
In 1340 wordt bazarra al vermeld als een te Genua gebruikelijk woord voor marktplaats.
In Europa, als naam voor een winkelmagazijn waar allerhande waren te koop zijn, ’t zij Oostersche of niet; soms niet veel meer dan een fraaie naam voor een winkel van speelgoed en snuisterijen.
herkomst: van het Persisch “bâzâr”
Ik ga eten kopen; moet gij nog iets hebben van den bazaar?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.