Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Bobon: vanwaar de wijziging van uitspraak aa(w) in oe(w)?
‘t Is hier geen kwestie van of-of maar van en-en. Zonder nadruk is’t oe, (bijv. oewen ongd(hond)); met nadruk aa(w): aawen ongd, ni dieje van mij.
Of: Ik hem oe gistere gezing (gezien); kan net zogoed als Ik hem aa gistere gezing, maar met extra nadruk (want ik heb ú gezien, ni Jefke of Pierke)
graut en blaut!
(werd dikwijls opgegeven in zuidelijk prov. Antwerpen in de Reeks Nederlandse Dialectatlassen, in de zin ‘ze hebben hem bont en blauw geslagen’/“z’ emmen öm graut en blaut gesloage”)
Mijn grootvader is van Schaarbeek dus da kan kloppen ja.
Maar toch vreemd dat zowel ikke, gij als Haloewie het gebruiken ;)
Van hetzelfde oud woord “tim-” dat hout of bouwsel/gebouw betekent, gok ik. Bijv. ‘timmerman/timmeren’.
Engels “timber” en Scandinavisch “tømmer” gekapt hout bedoeld als bouwmateriaal
Duits “zimmer” kamer
Latijn domus (huis)
enz enz.
Gansch Vlaenderen misschien? Wij zeggen dat hier in ieder geval ook (provincie Antwerpen).
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.