Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit zijn de top Vlaamse termen volgens het aantal positieve stemmen.
drukknoop
Antwerpen:pression
Antwerpse Kempen: knetser
West-Vlaanderen: springer
Iets dat met een tiret open en toe gaat, wil nogal eens kapot gaan. Dat heb je met pitsers nooit.
> andere betekenis van pitser
tegenpruttelen
En nu zonder tegenspruttelen in uw bed!
mislukt
vnw: gezakt voor een examen, gesjeesd
Wetstratees (ook, mbt politiekers): niet herverkozen
vroeger verwees het woord naar een tekort in het onderwijs, nu is het gebruik veel algemener
“Om een gebuisd klimaatbeleid te voeren doet elke Vlaamse minister zijn duit in het zakje”(Rob Beenders in Knack 29/01/15)
“VTM zag er geen graten in om hem als gebuisd politicus weer een hoge functie te geven in de binnenlandse nieuwsdienst.”(Jef Coeck in salon van Sisyphus, 19/04/12)
> andere betekenis van gebuisd
1) zich inzetten voor Brussel
2) Brussel bezoeken, in Brussel werken of wonen, of een activiteit doen m.b.t. Brussel
Wie herinnert zich niet de fameuse “Annemie Brusselt”-affiches.
vld.be: Al wie ‘Brusselt’ (woont of werkt voor een overheid in Brussel) zal zich akkoord moeten verklaren met de afspraken.
Canvas: Op deze Brusselse feestdag een extra lange uitzending waarin we gaan brusselen…
portie
Hageland: pose
Regio Kust: poosje
E puise rinsbreie, een portie carbonaden.
de moeilijke jaren van de puberteit
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, informeel
zie ook apenjaren
Tijdens de apenjaren moeten de ouders veel geduld hebben.
“Ook op het internet wordt de puberteit, die de eerste jaren van de adolescentie omvat, vaak aangeduid als ‘de apenjaren’.” (gezondheid.be)
“Ilse Van Hoecke keert met BV’s terug naar hun apenjaren” (Titel gva)
een vestje dat te strak zit, vooral de mouwen zijn te kort
Die veston is een paar maten te klein, het is percies een apejakske!
lange regenmantel/jas met kap, tot op de schoenen, vooraan dichtgeknoopt, met twee slippen ter hoogte van de borst, waardoor de handen konden gestoken worden, uitgevoerd in gummiweefsel. Zo stel ik mij de kabaan van net na de oorlog weer voor de geest, en ook die van heden.
zie ook cabaan
Doet uwen kabaan aan, als het strontregent (strontregenen), dan blijft ge tenminste droog.
bijtijds, op tijd
aan tijden, aantijds
(uitspraak: antiedn)
vgl. Eng: on time
Hij stond vanvoor in de rij: hij was er antiedn.
winkel waar men kranten, tijdschriften, wenskaarten, tabak, snoep, lottoproducten, enz. verkoopt
synoniem: krantenwinkel, dagbladhandel, dagbladwinkel, krantenzaak, (spreektaal): gazettenwinkel
zie ook: dagbladhandelaar
“Vandaag 3 krantenshops in het Brusselse Zuidstation bezocht en niets te vinden.” ( op een forum)
Het dunkt mij, mij dunkt.
In tegenstelling tot de Standaardtaal-uitdrukking ‘mij dunkt’ kan ’t dinkt mij niet worden omgedraaid. *‘Mij dinkt ’t’ komt niet voor.
In West-Vlaanderen werd de uitdrukking verder clitisch verbasterd tot tiepmie, zodat hieruit in wezen een bijwoord is ontstaan.
Mens wonder wat voor uitvluchten ze nu weer uit hun mouw gaan schudden; ’t dinkt mij dat ze niet veel goeste hebben om mee te helpen.
goedzak
ook in de prov. Antwerpen
Da’s ne goeie kloot van ne vent, ons Marie heeft het er nogal mee getroffen.
zweer, puist, pukkel
Van Dale 2013 online: gewestelijk
zie andere definities van pikkel
’k Heb ne ferme pikkel op mijn neus staan.
iemand die geen neusdoek gebruikt als hij een valling heeft maar met zijn handen zijn neus proper maakt, soms zo wijd dat het wel in zijn haar kan geveegd worden.
Kevin, pakt uwe neusdoek, straks hebde groen haar.
Typisch Vlaams: kanjer, uitschieter: Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 6; Vlaamsheid: 5
vnw:
•kei, uitblinker, knappe kerel, die veel kan of presteert
•kanjer (van personen en van voorwerpen)
groot exemplaar: “klepper van formaat”
< overgewaaid van Vlaanderen naar Nederland, waarschijnlijk via de sport
Woordenboek der Nederlandsche Taal: klepper
znw. m. Naam voor iemand (of iets) bijzonders, buitengewoons in zijn soort. Alleen in Vlaamsch België.
?1. Eigenlijk. Persoonsnaam. Iemand (man of jongen) die meer doet, of kan, durft, waagt, dan een ander, dan (de) anderen: een baas, bol, kerel, in goeden en in afkeurenden zin. Met een gebruikelijke versterking: een felle klepper.
Klepper, … kerel of een die groot is in zijne soort, Schuermans (1865-1870).
Bilderdijk en Vondel zijn felle kleppers van poëten, Schuermans (1865-1870)
Klepper. … Buitengewone jongen, iemand die zich onderscheidt door geleerdheid, verstand, bekwaamheid, stoutmoedigheid, deugnietenstreken, enz., Cornelissen-Vervliet.
Klepper, een die er dwars doorgaat, die stoute stukken waagt en ze moedig uitvoert, Loquela (Wdb.) (1907).
De heer D. … moet een felle en onbeschaamde klepper zijn, om zoo iets te durven eischen, Het Volksbelang v. 8 Juli 1899.
?2. In toepassing op zaken. Iets dat groot is in zijn soort: een bom, bommel, bommerd, bonkerd, kokkerd.
Da’ zijn kleppers van pataten! Ziet is wa’ klepper van ’nen appel! Cornelissen-Vervliet.
Artikel gepubliceerd in 1933.
Van Dale 2016
iem. die of iets dat buitengewoon is in zijn soort
= kanjer
• dat zijn kleppers van appelen, van peren
• een klepper van formaat
Die klepper van 600 bladzijden krijg ik tegen morgen echt niet meer uitgelezen.
> andere betekenis van klepper
iemand die grappige dingen zegt en waarop gereageerd wordt dat hij een perlut is.
vergelijk viezen perlut
Met al uw grapjes, ik zou er nog intrappen, je bent een perlut.
fototoestel, fotoapparaat, kodak
Typisch Vlaams: Geen Algemeen Nederlands; Gangbaarheid: 1; Vlaamsheid: 2
< andere definitie van appareil
Zie dat ge uwen appareil mee op vakantie hebt, dat ge schoon fotokes kunt pakken.
tegendraads, contrair
zie ook averechtse
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal
Die met zijn averechts karakter, die moet ook overal tegen stemmen.
Zegt zij ja dan zegt hij nee. Als em maar averechts kan doen.
hard en heftig bewegen; fietsen, rennen, rijden, lopen,…
vnw: rennen, hollen, racen
vgl. doorvlammen; wegvlammen
Die auto kwam door de straat gevlamd en moest alles dicht smijten (smijten, alles dicht ~) om te kunnen stoppen voor het rood licht.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
