Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit zijn de top Vlaamse termen volgens het aantal positieve stemmen.
label die de nieuwe Van Dale online sinds oktober 2015 gebruikt om taalgebruik als Belgisch-Nederlands te categoriseren. Om de typisch Nederlandse woorden te labelen gebruikt Van Dale de label NL.
Definitie van Van Dale: Belgisch-Nederlands
Het Nederlands heeft zoals veel andere talen geografische varianten. Onder Belgisch-Nederlands verstaan we het Nederlands zoals dat gesproken wordt in België, door moedertaalsprekers maar ook door anderstaligen die er Nederlands geleerd hebben.
Regionale variatie doet zich voor op nagenoeg alle gebieden van een taal: de uitspraak, de woordenschat, de spraakkunst. Typisch Belgisch-Nederlands is bijvoorbeeld de uitspraak /teeraapeut/ voor therapeut en de klemtoon op de eerste lettergreep in het woord bikini. Bij de meeste sprekers uit Nederland klinken deze woorden als /teeraapuit/ en /bie-KIE-nie/.
In België hebben ze het over een bankkaart en een kredietkaart, in Nederland over een pinpas en een creditcard. Voor een Belg is het vliegtuig niet kunnen landen, voor een Nederlander heeft het niet kunnen landen.
Typisch Belgisch-Nederlandse varianten worden in dit woordenboek als zodanig gemarkeerd. Uit die markering mag niet worden afgeleid dat ze nooit in een ander deel van het Nederlandse taalgebied voorkomen. Regionale varianten kunnen door persoonlijke contacten of via de media ook in de rest van het taalgebied ingang vinden en gaandeweg een algemeen karakter krijgen.
Belgisch-Nederlandse varianten zijn niet fout. Woorden en uitdrukkingen die in dit woordenboek zonder enige verdere markering opgenomen zijn, behoren tot de standaardtaal in België en worden in het publieke domein algemeen gebruikt. Andere behoren tot de spreektaal of worden niet algemeen gebruikt.
Wie regionale varianten gebruikt, moet zich er wel bewust van zijn dat mensen uit een andere regio die varianten misschien niet begrijpen.
voorbeeld: kleedje, in een nieuw ~ steken
En toch blijven ze koppig sommige woorden veroordelen als ‘BE; niet algemeen’ zoals bv. a rato van. Nu zou ik één VL willen kennen die dit niet verstaat of niet gebruikt. Zelfs Hugo Camps mag meedoen deze keer.
een sector of bedrijfstak betreffende
vnw: sectoraal, per sector
znwb: Eén of versch. sectoren betreffend; in ’t bijz.: in sectoren verdeeld; – als bijw. bep.: per sector; in de standaardt.: sectoraal.
SN-NL: sectoraal
< Frans sectoriel
sectorieel akkoord (deelakkoord voor specifieke sector)
sectoriële groei (per bedrijfstak)
De sectoriële onderhandelingen zaten volledig in het slop.
Met sectoriële steunmaatregelen worden bedoeld, maatregelen ten gunste van eender welke economische activiteit, het verstrekken van diensten inbegrepen.
het verkeer van schepen, auto’s, internet, enz.
vnw: verkeer, transport, vooral handelsverkeer: containertrafiek, goederentrafiek, handelstrafiek, wapentrafiek
Fr. le trafic < En. traffic
“Antwerpse haven lobbyt in China om meer trafiek.” (De Morgen)
“Een goede positionering van uw website in Google: Dat is de trafiek van uw website verhogen = Meer trafiek is meer klanten en omzet.”
hij/zij die kort van stof is
zie ook snakken
Woordenboek der Nederlandsche Taal: snakker: Iemand die zijn woorden ruw afbijt; snauwer. Gewestelijk in Zuid-Nederland (Teirlinck, Zuid-Oost Vlaanderen).
Ik heb het niet voor die man, net alsof hij niet normaal kan praten, zo’n snakker.
maatschappelijk werker (werkster)
vnw: sociaal assistent(e): maatschappelijk werk(st)er
Van Dale 2020 online: BE
recentere benaming: maatschappelijk assistent
In principe is de sociaal assistent bij wet verplicht om een “sociaal onderzoek” te doen.
scheidingslijn in het haar
zijmeet, middenmeet
zie ook: streep, middenstreep, zijstreep
Voor dat de kapster begint te knippen, trekt die eerst een meet in uw haar om te zien hoe ze de froufrou moet knippen.
> andere betekenis van meet
start- en landingsbaan
< Amerikaanse (handelsnaam) tar + mac(adam): wegdek van gewalst en geteerd steenslag
vnw: vnw: start- of landingsbaan van een luchthaven
Van Dale 2017 online: BE, het & de (m), metonymisch platform op luchthavens
Taalunie.net: standaardtaal in België? status nog onduidelijk
zie ook wegcode, verwaterde merknamen
Het is druk op de tarmac in Zaventem.
“Wanneer het vliegtuig zacht neerkomt op de tarmac, barst het gejuich los.” taalunie.net
> andere betekenis van tarmac
iemand die vuile dingen doet, vies eet, vuil is
ook: iemand die vettige taal (o.a. moppen) gebruikt
Typisch vlaams: viespeuk; Geen Algemeen Nederlands; Gangbaarheid: 2; Vlaamsheid: 1; In Nederland wordt ‘vetzak’ vrijwel uitsluitend gebruikt als scheldwoord voor zwaarlijvige personen.
Van Dale online: vetzak
zelfstandig naamwoord; de (m)
1. schimpnaam voor een dik persoon
2. Belgisch-Nederlands schimpnaam voor een persoon die vuile taal uitslaat
Eet gij thuis ook zo? Vetzak!
“De Vetzakken” was een rubriek in het Peulengaleis. Dat ging van:
- ‘Vetzak!’
- ‘Gij zijt zelf ne vetzak!’
Hey vetzak, wat vetzakkerij laat gij hier achter seg?
flipperautomaat
Men ziet niet veel bingo’s meer in de café’s daar ze te streng gereglementeerd zijn.
Koekjes in de vorm van een boom.
De koekjes werden gemaakt naar de boom in het wapenschild van de stad.
Bij speciale festiviteiten kan men bij de Herentalse bakkers de ‘Herentalse Boomkes’ kopen.
immobiliënkantoor
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, weinig gebruikt
Van Dale 2015 online: BE, niet algemeen
Smisdom: ‘Agentschap is bijzonder goed gekend bij de proefpersonen, …‘algemeen Belgisch-Nederlands’.’
NL: woningbureau
Veel mensen zoeken een woning via een agentschap.
- slappeling, iemand zonder ruggengraat
- een vadsig, log en lui iemand
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, informeel
NL: zoutzak
zie ook: papzak
Leert toch is nee zeggen, stelletje bloemzakken.
Dat hangt daar gelijk een bloemzak op die stoel ipv recht te zitten.
sjofele, beklagenswaardige, goede vrouw
zie ook slure
Van Dale 2018 online: BE; spreektaal
1. onnozele, sullige vrouw
2. beklagenswaardige, goede vrouw
= ziel
3. slordige, slonzige vrouw
Die arme sloor verdient bekan niks.
“Ik zag ze geern, ze was een goede sloore, en ze heeft altijd met mij geleefd, mijmerde hij”, Stijn Streuvels
“De arme sloor en de kinderen stierven helaas! van armoede en gebrek”, Teirlinck, Cilia.
> andere betekenis van sloor
magneet
zie ook: trekstaal, trekizer, plekijzer, trekijzer
Met een plakijzer mocht ge vroeger niet te dicht bij een polshorloge komen, tenzij ze ‘antimagnétique’ was.
> andere betekenis van plakijzer
geen sikkepit
sittepit=verbasterde vorm van sikkepit
Woordenboek der Nederlandsche Taal: sikkepit
znw. vr. Uit Sik en Pit. Daarnaast de blijkbaar verbasterde vormen sissepitje, sittepitje en sittebitje.
?— Geitekeutel. In de algemeene taal alleen (zonder dat de eigenlijke betekenis nog gevoeld wordt) als voorbeeld van iets dat in het geheel geen gewicht in de schaal legt of van een uiterst kleine hoeveelheid.
“Zuivren drank, en spijzen Waaraan geen Stas een sittebitje kon verwijzen!” Nolet de Brauwere, Gedichten.
Ik ken daar ginne sittepit van.
“Mateke, daar geloof ik geen sittepit van.” (seniorennet.be)
“Ik vind er niets uitbuntig aan om een ruimtevaartschip te worden en denk je dat ik een sittepit meer waard zou zijn als ik ineens door heel dat geroboteer met …” (forum.politics.be)
razend
ook: “gelijk ne raastige ergens opvliegen”, waarmee een wildebras wordt bedoeld
zie ook razendig
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Razendig (raasdig, raastig), in zndl. dial. hetzelfde als razend in verschillende betekenissen.
Antwerpen: raasdeg; zn: raasdege
Toen ik te weten kwam dat ze achter m’n rug allemaal leugens waren gaan vertellen, was ik echt raastig.
Met heet weer tijdens de hondsdagen, vliegen de dollen raastig rond op zoek naar vlees om eitjes te kunnen leggen.
Gelijk een raastige zot en helemaal in paniek kwam em aangereden met zijne velo.
Het is niet te verwonderen, niet moeilijk
vanzelfsprekend
Geen keure dat het hier zo koud is: de chauffage lag niet aan!
Geen keure dat zijn vrouw de scheiding vroeg, hij had een ander en daarbij nog veel schulden gemaakt ook.
heks, kreng
slechte vrouw, meisje
vnw: feeks, helleveeg
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Ros
In Zuid-Nederland gebruikelijk, voorheen ook in Noord-Nederland niet onbekend.
> een slecht vrouwmensch, een boosaardig vrouwspersoon: Eene rosse van een vrouwmensch, De Bo (1873). ’En kwaê ros van e wijf, (Cornelissen-Vervliet (1899)
West-Vlaanderen: rosse
Gij se ros! Dat ik dat nu nog eens zie dat ge javel op m’n bloemen giet!
Zotte ros! Kunt ge niet uitkijken waar ge rijdt?
> andere betekenis van ros
vogel met het gekende suskewiet-lied
Van Dale 2014 online: gewestelijk, gewone vink
De botvink in Vlaanderen zingt op het einde suskewiet, in Wallonië niet. Waarom dat weet ik niet.
Hoe laat
ook: wat voor uur? om wat uur?
Ook soms: welk uur
vnw:
-wat uur is het?: hoe laat is het?
-om wat/welk uur vertrekt de trein?: hoe laat vertrekt de trein?
zie ook uur, hoeveel ~; uur, welk ~
- Wat uur is ’t?
- Kwart na den tienen
- Zo laat? Ik ben er vanonderdoor dan. vanonderdoor, er ~ zijn
Wat uur begint dat?
Om wat uur komt de Jean vanmiddag?
Wat voor uur moeten we daar zijn?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
