Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit zijn de top Vlaamse termen volgens het aantal positieve stemmen.
Van Dale
1 in België; spreektaal) iem. die zich door een uitvlucht aan een onaangename verplichting onttrekt
zie ook: karotentrekker, carottier
Hij moest het gras afdoen maar had opeens pijn in zijn rug.
’t Is nen echte carottentrekker.
snackbar waar je frieten en gefrituurde snacks kan kopen, frietkraam, frietkot, fritkot, frutkot, friterie
soms schijnbaar onzijdig in sommige verbindingen zoals “van ’t frituur”, zie grammatica: gereduceerd lidwoord
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands
Algemeen Nederlands Woordenboek: (vooral) in België
DS2015 standaardtaal
Ik ga niet naar de Chinees om eten, maar naar de frituur.
Zin in lekkere frietjes? Kom langs of bestel online! Dan ben je bij frituur ’t Smulhuisje aan het juiste adres. (tsmulhuisje.be)
De tepels van een vrouw zijn zichtbaar door haar kledij.
zie ook verzamellemma kledij
Kijk Ive, de kiekens zitten door den draad.
dom, onhandig iemand
ook in Hageland, Vlaams Brabant
Antwerpen: scheldwoord voor onnozelaar, scharminkel
Kempen: scheldwoord voor achterlijke aap, onnozelaar
Leuven: matteko
Halle: mettekou
Vlaamse Ardennen: martiko
Mechelen: onnozele, onnozelaar, onhandig iemand
Niel: mettekoo: rug
Woordenboek der Nederlandsche Taal: modern lemma: marteko, ook wel martiko
In Zuid-Nederland een naam voor den aap, en zooals De Bo (1873) opmerkt, bepaaldelijk voor het jong van den aap. Mocht men dus denken aan een diminutief, dan moet men wel vragen of Marteko een verkleining zou kunnen zijn van Martijn (bij Kiliaan (1588) ook Marte), vanouds een naam van den aap (…) maar een vorm martico is in het Fransch niet aangewezen."
Marticot bestaat niet in het Frans, maar wel in het Waals waar het makaak (Macaca) betekent (Waalse wikipedia).
Als ge drie keer zout op de patatten doet, zijt ge toch wel nen echten metteko!
geluksvogel, iemand die veel chance heeft.
van het Frans chançard.
zie ook chanseur
Dieje Luc is toch echt ne chansaar, weeral 4 azen!
vnw: blaar
Van Dale: blein
< 1287 ‘blaar, puist’ ~ Oudengels blegen, grondbetekenis ‘zwellen’
1. bleintje
met bloed belopen striem
a lange blaar
b niet algemeen blaar
zie ook verzamellemma geneeskunde
Toen mijn vinger geklemd geraakte, kwam er een ‘bleine’ op.
> andere betekenis van blein
kalf, lomperik
uitspraak met doffe u
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Een in Zuid-Nederland gewone naam voor een zeer jong kalf; wellicht is dit woord gevormd met het suffix ‘îna’, dat dikwijls voorkomt in namen van jonge dieren, waarbij men echter het onz. geslacht zou verwachten.
- “De muttekes staan in hun stal” De Cock en Teirlinck Kinderspel & Kinderlust in Zuid-Nederland (1902).
- Oneigenlijk, een klein kind; een dommerik, een sul (…)
- Samenst. Muttenstal (Joos (1900-1904), meuttentuischer, ”schacheraar in kalven” (Cornelissen-Vervliet (1899-1906)
Van Dale 2018: mutten
niet algemeen
1. kalf
2. domme jongen
Welke mutten heeft dat nu weer uitgevonden?
Inne minne mutten
10 pond grutten
10 pond kaas
inne minne mutten is de baas
zie stoofkarbonade
Van Dale 2017: BE
stoofvlees
Ik lust graag stoverij met friet.
stom geluk, bijzonder veel geluk hebben
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Geluk hebben gelijk eene hoer (ook hoerengeluk hebben; vergelijk Hoogduits hurenglück haben). In Zuid-Nederland gezegd van iemand wien het onverdiend medeloopt.
Algemeen Nederlands Woordenboek: hoerenchance
((vooral) in België)
buitengewoon veel geluk; heel veel geluk
Van Dale: hoerenchance
toegevoegd in oktober 2009
hoerensjans
herkomst: zie reacties
ook hoerengeluk
vgl. boerenchance
Dat ge in de finale zijt geraakt is pure hoerenchance.
Uiteindelijk ben ik naar de huisarts gegaan en die heeft mij flink doen schrikken: “ge hebt hoerenchance gehad. Als die bal los op uw oog beland was, was je het kwijtgespeeld”. Maar ik heb dus blijkbaar een goede engelbewaarder en ik kom er vanaf met een gekneusd en licht ontstoken oog en een kleine … (uit een blog 05/12/2008)
bord, ook telloor, teljoor, taljoor
< Frans: tailloir: hakbord
etymologie bij teljoor: “Het eerste voorkomen was in 1441 in de betekenis ‘schotel, vooral dienend voor het snijden van vlees’. Het wordt in Nederlandse dialecten ook gespeld als taljoor.” (N. van der Sijs (2006), Klein uitleenwoordenboek)
Ik heb alles op mijn talloor opgegeten.
Hij heeft zijn talloor opgeten.
Neem eens talloren uit de kast! We gaan eten.
zin, lust, trek
goesting hebben voor, in, naar, achter iets
DS2015 geen standaardtaal
Dit woord werd door Radio 1 in Vlaanderen verkozen tot mooiste Nederlandstalige woord
Woordenboek de Nederlandsche taal: Modern lemma: goesting
GUSTING; daarnaast ook GOESTE
↪ Het Fransche woord goût (Oudfrans goust, van Latijn gustus) met het Germaansche achtervoegsel -ing. In Noord-Nederland uitsluitend in enkele zuidelijke tongvallen (gusti of gusting) in Zuid-Nederland in meer algemeen gebruik (De Bo (1873), Schuermans (1865-1870)). Lust, trek, zin, smaak; al naar het verband.
uitdrukkingen:
West-Vlaanderen: goeste, begoest (op), goestendoender,
enkel, zie ook knoesel
zie andere definitie van knoezel
Ik ben gevallen met de fiets en heb mijn knoezel gebroken.
Bij het fietsen schoot hij van het pedaal en bezeerde daarbij zijn knoezel.
bewegen
ook figuurlijk
uitspraak in Antwerpen: boezjeere
< Frans bouger
Op het spitsuur op den tram is er geen bougeren aan. Als ge wilt afstappen, moet ge u op tijd naar de deur wriemelen.
Hij moet mij nog 20 euro, maar hij bougeert niet.
hark
< Middelnederlands: rive
zie ook: rijven, rakel, gritsel, krab
Ik neem de rijf even om die bladeren op te ruimen.
onderdeel van een legkast, linnenkast
bij uitbreiding elke plank in een kast ook bv. een keukenkast, ijskast, … ; ook plank van een rek
tapkast (nl. de planken)
Van Dale: schap, (het, de; schappen)
2. plankenkast, legkast, (gewestelijk)
3. tapkast, (gewestelijk)
Typisch Vlaams: Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 4; Vlaamsheid: 1. Planken in een winkelrek worden in Algemeen Nederlands ook ‘schappen’ genoemd. In Belgisch-Nederlands wordt het woord ook gebruikt voor legplanken in een kast.
schrijf- en uitspraakvariant: schab
zie ook van ’t schab
Voor mij nen trappist van ’t schap a.u.b. (d.i. niet gekoeld)
Tenzij je twee meter lang bent, heb je ongetwijfeld al eens hardop gevloekt dat je telkens een opstapje er bij moet nemen wanneer je iets van het bovenste schap in de keukenkast wil halen. (interieurbouwenschrijnwerk.be)
…nu staan ze mooi te wezen op het bovenste schap van de middelste archiefkast naast ongeveer 25 notitieboeken die zowat mijn hele levensloop overspannen (inter.be blog)
ergens naar toe gaan, zich ergens naar begeven, reizen
We tsjollen naar Amerika deze vakantie.
De vorige vakantie tsjolde ik met mijn fiets elke dag naar de winkel.
Van Dale online:
(Belgisch-Nederlands, niet algemeen, figuurlijk) (iem.) helpen bij zijn debuut
Bij het begin van zijn politieke carrière werd hij gegangmaakt door Theo.
cool
uitspraak in Antwerpen: klik op de luidspreker of het puzzelstukje om het woord te beluisteren
Wa een graaf spel is da.
rubberen schoenen om in de tuin te werken of om te kuisen
Hij trok zijn galochen aan om geen natte voeten te krijgen.
> andere betekenis van galoche
kaalkop
zie synoniemen bij kletskop
Meester Pieter heeft een vleesklak.
demorgen.be: “Dat je homo bent, kun je nog gemakkelijk wegsteken – op het veld achter een bonte verzameling tatoeages, in de kleedkamer achter je handdoek. Maar een vleesklak verberg je niet zomaar”, weet Steven Defour, die in het midden laat of zijn rare kapsels het gevolg zijn van een ziekte of van miskopen in de pruikenwinkel."(Tim F. Van der Mensbrugghe)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.