Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit zijn de top Vlaamse termen volgens het aantal positieve stemmen.
slecht gekleed; zie aantakelen
< eigenlijk: gekleed met afdankertjes die aan de kerk werden gegeven om uit te delen aan de armen.
Vergelijkbaar met spullenhulp en één van de activiteiten van Moeders voor Moeders.
Hedde de Paul gezien met zijne veel te korte jeans en zijn apejakske uit de jaren stillekes? Hij was percies aangetakeld van de kapel.
geelzucht
zie ook geel; verzamellemma geneeskunde
Mijn broer kreeg de geelverf en was twee maand werkonbekwaam.
“nen annewuiten” is een Vlaamse gaai
< van hanne, tamme ekster + wuiten, Vlaamse gaai
zie andere betekenis van annewuiten en hannewuitenNen annewuiten is ne smeirlap, die hoalt klaane vogelkes uit de neisten. zie ook rotzak
(Een annewuiten is een smeerlap, die haalt kleine vogeltjes uit hun nesten)
iem. bijtreden in iets = instemmen met iets
meegaan, het eens zijn met
standaardtaal in België
Van Dale 2018 online: BE
DS2015 standaardtaal
Daar kan ik u volledig in bijtreden.
(Daar kan ik volledig mee instemmen)
draaizeef, roerzeef
uitspraakvarianten: passe-vite, pasvit, pasfit
vergiet waarin een soort molen is bevestigd waarmee men vroeger de soep fijn maalde, m.a.w. de mixer van nu, maar dan handmatig. Passevite is Belgisch-Frans, maar werd in West-Vlaanderen veel gebruikt.
Belgisch-Fr.: passe-vite
genoemd naar de merknaam gegeven door zijn uitvinder Victor Simon, een Belg. Het toestel werd in 1928 op de markt gebracht en 50 jaar later (1978) ging het bedrijf falliet. De verkoopslogan was: een Passe-Vite is een zeef maar niet alle zeven zijn een Passe-Vite.
Doet ge de soep door de passevite, of mogen de fijngesneden groenten heel blijven?
voorloper van het stripverhaal, geïllustreerde volksuitgaven
zie ook beelekesboek of (kortweg) mannekes
bij uitbreiding: iets dat erg druk, onoverzichtelijk en schreeuwerig is; met teveel verschillende kleuren, teveel maquillage, een te drukke layout, teveel prints op een klein oppervlak enz.
“Het eenvoudige “mannekesblad” vormt in de evolutie van de volkscultuur een belangrijk element. In een periode waarin 75% van de bevolking ongeletterd was, diende het beeld de volkswijsheid te ondersteunen en te illustreren. Het mannekesblad lag binnen het bereik van de minvermogenden."
(stadsarchiefturnhout.be: “van mannekesblad tot strip”)
Tevens gebruikt in Oost-Vlaanderen.
Dat is geen tatoo meer, dat is een mannekesblad!
vals spelen, foefelen, haarzakken
Ge moet niet foeteren tijdens het spelletje, dat is niet eerlijk.
blaadje
Hier worden zowel boombladeren, als papier, als reclamedrukwerk mee bedoeld en sigarettenblojkes
prov. Antw.: blaaike
Kempen: bleujke, bleureke, sigarette/bloaweke/(korte klank) maar een /bluidje/ (korte klank) van een boom of van een boek.
‘t Es naojaor, de blojkes valle van de boeëmen.
(’t Is najaar, de bladeren vallen van de bomen)
De brievebus stekt wee vol me blojkes.
(De brievenbus steekt weer vol met reclame)
> andere betekenis van blojke
1) voorstellen (standaardtaal in België)
2) noemen, vermelden, naar voor schuiven, … (geen standaardtaal)
vnw:
•een datum of naam noemen, voorstellen, bepalen
•een mening of standpunt verkondigen, opperen, beweren
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands (beide betekenissen)
DS2015: vaststellen, bepalen: standaardtaal
1) Voor die afspraak zou ik 24 oktober willen vooropstellen.
2) In het jaarverslag is er geen uitkering van dividenden vooropgesteld.
- recipiënt, groter dan een kopje
- gebruikt om aan de mond te zetten, bol die een drinkbare vloeistof kan inhouden
- de hoeveelheid die zo’n kom bevat
vnw: in België vaak voor: schaal, schotel, pan
Typisch Vlaams: Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 7; Vlaamsheid: 1
wnt: Kom
Benaming voor vaten in den vorm van een bolsegment van betrekkelijk groote diepte, of in een daarvan niet al te zeer afwijkenden vorm; inzonderheid gebruiksvoorwerpen, in de eerste plaats vaatwerk dienend om er uit te drinken of te eten of gereedgemaakte spijs of drank in op te dienen. In Noord-Nederland is kom als benaming van een voorwerp om uit te drinken thans beperkt tot eenvoudige kringen.
vb. Verder schonk zij voor de tweede maal een potje koffie op, want Triene dronk telkens een kommeken, Courtmans-Berchmans, Gesch. v.d. J. (1864).
zie ook kom koffie
Een kom koffie, een kom melk, zelfs een kom soep,…
Een hele geestige uitdrukking is trekken, ergens op ~ gelijk mijn gat op een kommeke soep.
deel van de ziekenhuisfactuur dat te betalen is door de patiënt na tussenkomst van de ziekenkas
zie ook verzamellemma geneeskunde
zie ook ten laste vallen
Op de factuur staat duidelijk wat nog ten laste van de patiënt is.
liniaal
vnw: in België ook: liniaal, meetlat
Ik moet een lijn trekken, geef die regel is.
“Het moghen wel ketters van staet genoemt werden, die alles zoo scherp, by reghel, en compas, willen af-meten, dat-er niet het minste hoeckjen overschiet, " – uit ‘Bankket-werk van goede gedagten’, Johan de Brune, 1658
flink, ferm, zeer
vnw:
moedig, vastberaden, sterk: een felle kerel, dat is een felle
erg, hevig: fel bang/gelukkig/moe
Sinds dat dat rondpunt is aangelegd, is de veiligheid op de ring fel verbeterd.
Amai, gij zijt echt fel veranderd!
stotteraar
zie akkelen, hakkelaar, hakkelen
Het viel niet mee voor den akkeleir om op school een gedichtje voor te dragen.
onwaarheden vertellen, foefkes wijsmaken, foefkes vertellen
Van Dale 1995 (gewestelijk) blaas = zeepbel
ook: bloskes, blazen
Ge zegt dat ge goed hebt gestudeerd voor dat vak.
Ik geloof u niet. Ge moet me geen blaaskes wijsmaken.
“Dat is de lezer ‘blaaskes’ wijsmaken.”(Doorbraak 17/06/16)
knuffelen, omhelzen; aaien, strelen
zie ook: kernoeffelen
kènder hébbe zoe gan daste ze feis (kinderen hebben zo geren dat ge ze feest – kinderen vinden het zo fijn om gefeest, geknuffeld, te worden)
iemed feiste mèt z’ne verjoërdaog (iemand feesten, omhelzen, met zijn verjaardag)
parvenu, aansteller
zie zeepbaron
Ik hoorde van mijn ouders (°1919 en 1922, ondertussen al lang overleden) altijd de volgende verklaring voor deze benaming. Ze zou afkomstig zijn van één of andere zakenman die rijk werd door zeep te maken en te verkopen. Uiteindelijk werd hij zelfs in de adelstand “verheven”, waardoor hij het nogal hoog in zijnen bol kreeg. De bevolking noemde hem van dan af spottend “baron zeep” omdat hij zijn titel verdiend had met zeep. Spijtig genoeg kan ik mij zijn naam niet meer herinneren …
Tegen iemand die uit de hoogte deed, werd er bij ons thuis nogal eens gezegd “Seg, baron zeep, een tooentje léger hé !” Soms sprak men ook van “baron sunligt”, maar dat is wellicht niet letterlijk (Sunlight zeep) te nemen …
“De eigenaars van deze clandestiene fabrieken verdienden goed geld en dat toonden ze ook graag, waardoor de pejoratieve naam ‘zeepbaron’ (‘le baron Zeep’ in het Frans) ook snel werd geassocieerd met parvenu’s die grote sier maakten met grote wagens, dure sigaren en andere luxeproducten.” (https://nl.wikipedia.org/wiki/Zeepbaron)
een persoon die zich van niets of van niemand iets aantrekt
zie ook: gatveger
Zo’n gatvager en toch noch goede resultaten halen op school.
dalende weg; afdaling
Pas op, da’s hier een steile bergaf.
In een nijdige bergaf is hij gevallen.
Er zijn heel wat bergops en bergafs in de rit van vandaag.
de koer: het toilet, zie ook koer
Vroeger kon je het toilet vaak buiten vinden, op de koer, vandaar dat nog vele oudere mensen ‘de koer’ zeggen als zij naar het toilet moeten.
We kunnen geen plaspauze inlassen onderweg, dus alvorens te vertrekken nog eens naar de koer gaan, is aangewezen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
