Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit zijn de top Vlaamse termen volgens het aantal positieve stemmen.
schoolrapport (verouderd)
< Frans: bulletin
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
bulletin
(met Fransche uitspraak), znw. onz., naar analogie van bericht; in België ook bulletijn, en meestal manl. Ontleend aan frans bulletin, in enkele beteekenissen.
? Eene meestal korte mededeeling over iets dat voor het publiek van belang is; thans niet zelden vervangen door telegram; in België ook een rapport over het gedrag en de vorderingen van een scholier.
Heeft onze jongste zijnen bulletijn al gehad op school?
aan een grote verkeersweg gelegen café of café-restaurant
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands: buiten de bebouwde kom aan een grote weg gelegen café
Typisch Vlaams: Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 3; Vlaamsheid: 5
zie ook baan
zie ook baanhotel, baanrestaurant, baandancing, baanwinkel, baanbordeel
Als ge onderweg dringend moet plassen is een baancafé ideaal.
schuin
het staat noes = het staat schuin
zie nuus
De ene kant van het plafond loopt een beetje noes.
zoeken, hengelen
Hij zou het snot uit je neus pieren om je fouten te weten te komen.
> andere betekenis van pieren
windje, scheet, poert, protten
Als je een broekhoest laat ga dan buiten staan, heel het huis geurt er naar.
man met wie een gehuwde vrouw een buitenechtelijke relatie heeft;
de vrouw met wie een gehuwde man een verhouding heeft is zijn aanhoudster.
in de moderne context moet ‘gehuwde’ ruim geïnterpreteerd worden (samenwonend, vaste relatie, etc.)
zie ook aanhouden
Zij zit op restaurant met haar aanhouder terwijl zijn vrouw gaat werken.
goedgeveoel.be: Mannen zijn eerder geneigd om hun aanhoudster toch te verwennen, 44 procent trakteert op lingerie, bloemen of een tripje
trek, ruk
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands
vnw:
•ruk
•schok, zenuwtrekking
Die draden lagen bloot en als ik er aankwam, heb ik een ferme snok gekregen.
“Van ’t verschieten geef ik daar ne snok aan mijn stuur en rij daar een stuk veld in, waar dienen paashaas toch wel onder mijnen auto loopt!” (blog.seniorennet.be 21 mrt. 2006)
> andere betekenis van snok
hard werken
sjoefte beteikent hel wirke in Limburg / sjoefte betekent hard werken in Limburg
van kracht worden
vnw: in voege komen/treden/raken: van kracht worden, in werking treden
DS2015 standaardtaal
zie ook invoegetreding
De nieuwe uurregeling bij spoorwegmaatschappij NMBS, die vandaag in voege is getreden.
gekloot, bedrogen, gedwarsboomd, benadeeld
Van Dale 2013 online: (Belgisch-Nederlands, spreektaal) te grazen genomen, ernstig benadeeld, bedonderd
vergelijk: sjarelen, gejost zijn
De akses van die bank zijn gekelderd, wie daar nu nog mee zit, is ferm gesjareld.
Zij heeft hare man farm gesjareld toen zij met het geld en de kinderen met de noorderzon is vertrokken.
knoeien, morsen, er een smeerboel van maken
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Westvlaams brielen, (met water) morsen, ploeteren
zie ook: brielpot = knoeipot
De kleine gasten waren meer aan het brielen met hun verfpotjes dan dat ze schilderden.
huishoudelijke dienst, voorraad kantoorbenodigdheden (Frans économat)
vnw:
•administratieve dienst
•kantoor van de econoom
Als uw pen leeg is, gaat ge er maar een nieuwe halen in het economaat.
vlug, min of meer op goed geluk, iets of iemand grijpen en vasthouden
vnw: vastgrijpen, beetpakken
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Vastgrabbelen, (Zuid-Nederland) in ’t wild of rondtastend vastgrijpen
“Probeert, of hij het kaartje snel genoeg kan vastgrabbelen” Roothaert, Dr. Vlimmen (1936).
Wederk.
Als men valt, wilt men hem (zich) vastgrabelen, Gezelle (St.-Margriete, ± 1880).
Ze kon de kleine nog just vastgrabbelen toen hij de straat overliep.
treuzelen, zich staande bezig houden
De buurman staat aan zijn brievenbus te dreijfelen zoals gewoonte, zo ziet en weet hij alles over iedereen.
1. meisje
2. dochtertje
Hij heeft daar een gaminneke leren kennen.
Ze moest met haar gaminneke naar de dokter.
herfsttijd
Woordenboek der Nederlandsche Taal: bamis
in ouderen vorm bamisse, baafmisse —, znw. vr., gebruikelijk als tijdsbepaling. De vorm bamis is ontstaan uit baafmis, dat is de mis van Sint Bavo, wiens feestdag valt op 1 October. In Zuid-Nederland nog zeer gebruikelijk, ook wel in den ruimeren zin van: herfsttijd.
“Te Baafmisse (d. i. in den herfsttijd) vallen de blâren van de boomen” De Bo (1873)
ook bamistijd
Met baamis is het al vroeg donker.
Heel hard en stug werken, zonder omzien. (Limburg NL)
Het Belgische trekpaard (afgebeeld op de Palm etiketten) als symbool voor hard en altijd rechtdoor werken. Dehaene werd ooit in Vlaanderen ‘het Brabants trekpaard’ genoemd.
Hubste daem waal zeen wirke? Wie ein Belsj trèkpaerd! / Heb je die wel zien werken? Als een Belgisch trekpaard!
opschudding, gedoen, iets wat veel commotie teweegbrengt
zie ook: milieuboxenaffaire
Dat was nogal een affaire toen die mails zijn uitgelekt!
Wat een affaire rond die bekende Vlaamse transgender!
< andere definities van affaire
klein soort van accordeon
zie ook tienbasser, trekorgel
vnw: trekharmonica
Van Dale 2014 online: gewestelijk, schertsend: trekharmonica
ook in de regio Brussel
> zie andere definitie van trekzakSpeel nog eens iets op den trekzak.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
