Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit zijn de top Vlaamse termen volgens het aantal positieve stemmen.
gemakkelijk kledingstuk dat men vlug kan aantrekken
Het wordt toch wat frisser. Ik zal voor de klein een aanschieterke meenemen.
vastpakken zonder doel, weer neerleggen, opnieuw vastpakken… met als effect: vingerafdrukken (bah!)
beduimelen
Zie ook: bepotelen
Ook Antwerpse Kempen: situatie op de markt:
Die appelsien ni nemen, die is bedabbeld, er zijn plekken op, ziet ge da ni?
Bedabbelt dat stuk chocola zo niet!
vunzige praat, vuile taal
< vuil + klap
zie ook bakkes, vuil ~,
aardige klap vertellen
Tieners onder elkaar, da’s niks dan vuile klap.
oneerlijk handelen, vals spelen
vnw:
•oneerlijk handelen, vals spelen
•stelen, pikken
Poteren komt van het woord ‘pooten’ (poten). Het woord wordt ook gebruikt voor handen en voeten bv. blijft er met uw ‘poete’ er vanaf, ge moet me uw poete er opstaan.
Woordenboek van Populair Taalgebruik: (Vlaanderen, Barg.) valsspelen; bedriegen; stelen, kapen.
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Bedriegen, bedrog plegen in het spel (te Antwerpen) (Schuermans) (1865-1870)
‘Opnieuw schieten! Gij hèt gepooterd!’ (Cornelissen-Vervliet.)
‘Nie’ pooteren!’
zie ook schamoteren, foefelen, poteraar
Hij was het snelst klaar met zijn opdracht. Zonder te poteren was hem dat zeker niet gelukt.
Iedereen hield streng toezicht of de tegenstrever niet “poterde”, d.w.z. bij zijn schietbeurt wat naar voor opschoof of wat veel naar rechts of links schoof (museumkontich.be)
Ik moet medicatie nemen dus besluit een royco-soep te eten, ok ik weet het we zijn aan het poteren maar ik kan het echt even niet meer aan. (bloggen.be)
“Ik heb gepoterd met het Oud Arsenaal, omdat ik een enorme liefde koester voor dat café. Die troefkaart móést erin.” (gva.be)
hard werken
sjoefte beteikent hel wirke in Limburg / sjoefte betekent hard werken in Limburg
kofferbak van auto
vergelijk valies
in Antwerpen onzijdig, elders mannelijk (zie ook Vlaamse geslachten)
wnt: koffer: znw. mannelijk (vroeger en gewestelijk nog wel onzijdig)
< In het Frans ontstond o.a. de betekenis coffre ‘bagagebak aan de achterzijde van een rijtuig’ (1690; Rey), vanwaar ‘laadruimte van een personenauto’ (eind 19e eeuw; Rey). Deze laatste betekenis is ook in het Nederlands ontleend, maar is alleen algemeen bekend in het Belgisch-Nederlands; in het Noord-Nederlands verkiest men de samenstellingen kofferruimte (1937; Vaderland) of kofferbak. (M. Philippa e.a.)
zie ook wegcode
De koffer van onze auto is heel ruim.
“De chauffeur had een vriend laten plaatsnemen in het koffer omdat hij niet wilde dat zijn baas zou merken dat hij iemand gratis vervoerde.” (standaard.be 1 mrt. 2007)
“In het koffer waar normaal het reservewiel ligt, zit de batterij en de subwoofer dus nergens geen plek voor een reservewiel.” (autofans.be 7 feb. 2017)
“Op de achterbank is er voldoende beenruimte, en het koffer is heel groot. De auto is niet te breed, en dat is handig in smalle straatjes.” (radio2.be/spits/ 16 jun. 2016)
> andere betekenis van koffer
knikker, (ook, enigszins eufemistisch) teelbal, kloot
synoniemen bij marbel
Daar ging hij neer op zijn klitsen!
(eertijds) Willy Vannitsen kon niet fitsen, hij viel op zijn klitsen … (maar over de man zelf: niks dan goed!)
schrijfvariant: castrol
< Frans: une casserole
Pak die kastrol met pannenlappen vast, anders brand je je vingers.
Ik gebruik altijd ne castrol om mijn aardappelen in te koken.
> andere betekenis van kastrol
aan een grote verkeersweg gelegen café of café-restaurant
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands: buiten de bebouwde kom aan een grote weg gelegen café
zie ook baan
zie ook baanhotel, baanrestaurant, baandancing, baanwinkel, baanbordeel
Als ge onderweg dringend moet plassen is een baancafé ideaal.
(bouw en interieurinrichtng) rondom afwerken van ramen, deuren, enz.
in Nederland: omkasten
Zowel het uitbreken en wegvoeren van bestaande ramen, het vervangen van enkel door dubbel glas en het afkasten van uw ramen nemen wij voor onze rekening.
Weet iemand een goede site met uitleg over het afkasten van een hangwc met (groene) gyproc?
het kind van de rekening
Karel heeft vals gespeeld en is nu terecht den aap van het spel.
schoolrapport (verouderd)
< Frans: bulletin
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
bulletin
(met Fransche uitspraak), znw. onz., naar analogie van bericht; in België ook bulletijn, en meestal manl. Ontleend aan frans bulletin, in enkele beteekenissen.
? Eene meestal korte mededeeling over iets dat voor het publiek van belang is; thans niet zelden vervangen door telegram; in België ook een rapport over het gedrag en de vorderingen van een scholier.
Heeft onze jongste zijnen bulletijn al gehad op school?
zoeken, hengelen
Hij zou het snot uit je neus pieren om je fouten te weten te komen.
> andere betekenis van pieren
verzamelnaam voor onderwijs dat door (Vlaamse) steden en gemeenten resp. provincies wordt georganiseerd (definitie Van Dale), openbaar onderwijs
als tegenhanger voor het (katholiek) vrij onderwijs
zie ook officieel onderwijs
Het officieel onderwijs heeft 2 netten: het Gemeenschapsonderwijs (georganiseerd door de Vlaamse overheid), en het gesubsidieerd officieel onderwijs (georganiseerd door stad of provincie).
1. meisje
2. dochtertje
Hij heeft daar een gaminneke leren kennen.
Ze moest met haar gaminneke naar de dokter.
van kracht worden
DS2015 standaardtaal
zie ook invoegetreding
De nieuwe uurregeling bij spoorwegmaatschappij NMBS, die vandaag in voege is getreden.
herfsttijd
Woordenboek der Nederlandsche Taal: bamis
in ouderen vorm bamisse, baafmisse —, znw. vr., gebruikelijk als tijdsbepaling. De vorm bamis is ontstaan uit baafmis, dat is de mis van Sint Bavo, wiens feestdag valt op 1 October. In Zuid-Nederland nog zeer gebruikelijk, ook wel in den ruimeren zin van: herfsttijd.
“Te Baafmisse (d. i. in den herfsttijd) vallen de blâren van de boomen” De Bo (1873)
ook bamistijd
Met baamis is het al vroeg donker.
man met wie een gehuwde vrouw een buitenechtelijke relatie heeft;
de vrouw met wie een gehuwde man een verhouding heeft is zijn aanhoudster.
in de moderne context moet ‘gehuwde’ ruim geïnterpreteerd worden (samenwonend, vaste relatie, etc.)
zie ook aanhouden
Zij zit op restaurant met haar aanhouder terwijl zijn vrouw gaat werken.
goedgeveoel.be: Mannen zijn eerder geneigd om hun aanhoudster toch te verwennen, 44 procent trakteert op lingerie, bloemen of een tripje
schuin
het staat noes = het staat schuin
zie nuus
De ene kant van het plafond loopt een beetje noes.
niet de moeite waard, niet veel zaaks
vgl. vette moeite, de ~, genne vette
Ik ben zondag nog eens naar ons caféploegske gaan zien, ’t was gene vette! (er viel niet veel te beleven)
demorgen.be: Gemiddeld stond op het rapport van de duizend ondervraagde Vlamingen 60 procent. Gene vette. Voor de helft onder ons heeft Jef Geeraerts zijn kaas gelaten, volgens een kwart schreef Willem Elsschot ‘De vlaschaard’.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.