Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande reacties zijn de laatst toegevoegde reacties op termen in ons woordenboek.
Vandaag stond er in Den Tijd: “De aandelen gaan in de ramsj. Troepaandelen als GameStop en AMC stormen dan juist weer fors hoger.”
Veel Hollandser kan het niet klinken, maar het is de auteur, die aan het gebrek aan hoofdletters in zijn achternaam (van der Hout) te zien een Hollander is, vergeven.
Ik dacht eerst aan ‘buchtaandeel’, maar dat wordt blijkbaar niet gebruikt, of toch niet geschreven.
Typisch Vlaams kan het niet nalaten om bij het lemma volgende op te merken:
“Natuurlijk hebben we dit woord niet nodig. ‘Dagelijkse beslommeringen’, ‘routinehandelingen’, ‘gewone kost’ en ‘elke dag gezeur’ doen het net zo goed. Er zijn zelfs goede redenen om ‘dagdagelijks’ niet te gebruiken. Onder meer dat het eind 2013 terechtkwam in een lijst van woorden die Vlamingen niet meer wilden horen, samengesteld door het Instituut voor Nederlandse Lexicologie in Leiden.
‘Dagdagelijks’ is een leenvertaling uit het Duits (tagtäglich). Volgens het Prisma Handwoordenboek is het gewoon Belgisch-Nederlands.”
Tiens, waarom gaan ze met datzelfde argument niet in Duitsland verkondigen dat ze daar tagtäglich eigenlijk feitelijk niet nodig hebben?
Een bokaal is ook een beker die bv. bij sportwedstrijden uitgereikt wordt. Maar deze betekenis komt volgens Goegel in .NL precies nog meer voor dan in .BE
Ja, fansy, maar het feit is dat het VW, wij dus ;), niet moet bepalen hoe woorden wel of niet geschreven moeten worden. Een woordenboek registreert de taal zoals ze gebruikt wordt. Dat is geen uittspraak van mij, maar van Ruud Hendrickx en hierin moet ik hem gelijk geven. Voor passagierlokalisatieformulier zijn er welgeteld 5 goegelementen waarvan 2 in een hashtag waar ze sowieso alles aan elkaar schrijven. Alle andere officiële en minder officiële vermeldingen zijn van elkaar geschreven.
Omdat er toch al een aaneengeschreven voorbeeld in het lemma staat kunnen we dit best oplossen door er verwijslemma te maken, wat ik per kerende en direct onmiddellijk en stante pede zal doen se.
Georges, ik zou het samengesteld woord aaneenschrijven en de hoofdletters laten staan opdat men kan zien dat het hier om een afkorting gaat. Wordt nogal eens gedaan. Het is niet omdat een aantal mensen het anders schrijven, dat wij het ook op die manier moeten doen.
Zie: https://taaladvies.net/taal/advies/tekst/127/aaneenschrijven_drieledige_samenstelling_of_woordgroep_algemeen/
- In Provincie Antwerpen:
stertsbien – stertsbientje – sterstbienen
- In sommige Kempense regio’s:
sjetsbien – sjetsbientje – sjetsbienen
sjetsbiejen, sjetsbiejentje (‘jentje’ is 2x doffe e), sjetsbiejeun(n)en (korte eu of doffe e)
A/ bij VERKLEININGEN:
1) dubbele klinker of een tweetekenklinker > verkorte klank van de klinker
paard: pjeid > pjedje
staart: sjeit, steirt > sjetje, stertje
uur > urreke (2x doffe e)
niet > nitje
deur > deureke (doffe/korte eu)
trein > trentje
kijk > kekske (vb hij gaat een kekske nemen in de garage)
vriend: vrind > vrindje, vrindeke
dolfijn > dolfentje
gitaar > gitarreke, ook giterreke
2) dubbele klinker verandert in een korte of lange tweetekenklank
noot > neutje (doffe/korte eu)
been: bien > bientje
3) Een tweetekenklank blijft onveranderd
hout > houtje
meubel > meubelke
dier > diertje, diereke
pauw > pauwke
gebouw > gebouwke
moeder > moederke
boek > boekske
4) dubbele klinker verandert in een andere enkele klinker
baas > boske
vaas > voske
5) een tweetekenklank verandert in een andere tweetekenklank, lang of kort
buik > beukske
vuist > veusje
pauze: poewez > poewezeke
huis: hoas > heuske (’t heuske = wc, vroeger een buitenwc met een hartje uitgezaagd in de deur)
B/ In tweedelige woordsamenstellingen:
1) waarbij beide woorddelen enkelvoud zijn of bij verkleiningen:
staart(s)been: sjetsbien, sjetsbientje,
2) waarbij het eerste deel meervoud is, verlengt de klank in beide woorddelen, ongeacht of het tweede woorddeel enkelvoud of meervoud is.
paardenstaart: peirdesteirt, pjeiresjeit
3) waarbij het eerste deel meervoud is, verkort de klank in het eerste woorddeel en verlengt de klank in het tweede woorddeel:
nietjesmachine > nitjesmachien
4) waarbij het eerste deel bestaat uit een tweetekenklank die verandert in een tweeklank en het tweede deel dat bestaat uit een enkel klinker, verandert in een tweetekenklank:
vrouwentongen (plant) > vraawetoengen
Andere voorbeelden: pas gerust aan of verander indien nodig, het staat u vrij.
Ik denk dat het om de afkorting PFL te doen was en dat ze daarom voor de naam van het formulier a) de woorden in hoofdletters geschreven hebben en b) van elkaar. En omdat de spellingsregels voor eigennamen niet tellen…
Enfin er zal wel een uitleg voor zijn. Alleen is het zo als de gewone taalgebruiker zoiets doet dan springen de taalpausen er direct op wegens FOUT!
Een lange klank dus? Awel merci, rare jongens, die Antwerpeneren.
Het toppunt van ironie is wellicht dan nog dat de Franse bank de enige is die het juist schrijft.
Daar kan ook een lijst van aangemaakt worden van titels van radio- en tv-programma’s of boeken die in het gewone taalgebruik opgenomen zijn: het verdriet van België, tien om te zien, Vlaanderen vakantieland, …
Hangt misschien van de regio af, maar in Antw bintje niet met een korte i. Beentje zoals teentje of steentje. Tussen de ie en de ee in.
Als ik ook eens de taalverbeteraar mag uithangen: Moet dat eigenlijk feitelijk niet passagierlokalisatieformulier aaneengeschreven zijn?
In feite is de uitspraak dan toch “stertsbintje”, of niet?
Ja, dat kennen de Antwerpenaren in de betekenis van ruilen, maar vermangelen werd meer gebruikt.
Bon, ik ken het ook niet, althans toch niet als iets mankeren, maar wel mangelen met de betekenis ‘ruilen’, dat kennen ze in A’pen toch wel of niet?
Nog een variant is staartsbeen. Ik heb de vrijheid genomen om hem toe te voegen samen met wat voorbeelden.
Ook hier is de uitspraak: “Ik ben op m’n stertsbeentje gevallen en dat doe heel zeer.”
Ah, ja, ik markeer klinkerverkorting niet wegens te complex, maar de klank is in alle dialecten inderdaad eigenlijk (ver)kort.
Hewel, dat lijkt mij aannemelijker: annexe is een spellingsvariant van annex, maar geen betekenisvariant. Gelijk in tingels, dus.
De uitspraak in Antw is ook stertbeentje, terwijl een start wel degelijk stéért is. Zo heeft het meisje (of jongen) ook een stéért als haardracht, maar twee stertjes.
Dat is dan vergelijkbaar met gaan zien en gaan kijken.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.