Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande reacties zijn de laatst toegevoegde reacties op termen in ons woordenboek.
Het vnw heeft een apart lemma voor carreaurok, maar ik vind daar geen geschreven goegels van. In principe kan carreau met allerlei kledingstukken en andere voorwerpen samengesteld worden.
Tatoeeuse zou ik denken.
Maar ik vind er niet direct goegels van.
Zou er daar een vrouwelijke versie van bestaan? Allez, een apart woord voor vrouwelijke tatoeeurs?
Ik vraag mij af of dat de verschillende vormen van deze werkwoorden ontstaan zijn om uitspraakverwarring te vermijden:
- spuiten – in W-Vl speiten
- spuien
- spuwen/spugen – in Br spouwen, O-Vl spougen, Li spijen
Ik zag gisteren een stukske uit Witse waarin ze het hadden over een tatoeeur die vermoord was. Vandaar…
Merk in het laatste voorbeeld het Vlaams spatiegebruik bij leestekens op.
Ik heb gans de discutie van dat laatste voorbeeld niet gelezen, maar met een beetje te scrollen kwam ik toevallig uit op deze commentaar:
“m.i. is het cultuurverschil met Nederlanders au fond groter dan met franstalige Belgen”
Verder oppert hij wel voor ‘meer Vlaanderen’. Die arme man wordt door flaminganten wellicht uitgemaakt voor belgicist, en door belgicisten voor flamingant, alleen maar om dat standpunt.
Ge vindt ook e paar resultaten voor ‘flandrofobie’, maar die leken mij weinig geschikt voor in de VW te zetten.
Valt dit niet min of meer samen met zoeken te?
Staat in: http://blog.seniorennet.be/waasland_dialect/archief.php?ID=224115
Ik zet het tot nader order maar op SN, want alhoewel blijkbaar meer in VL, toch nog te weinig doorslaggevende argumenten voor VL.
flamofoob staat er nog niet in, nthn. Ik laat aan u de eer…
Waarin Marcel Schoeters hem ook vergist is dat Ruud Hendrickx zou beweerd hebben dat X of Y ABN moet worden. Dat zegt hij helemaal niet, hij zegt dat het goed mogelijk is dat het ABN wordt, maar niet of dat dat wenselijk of een goede zaak zou zijn. Hoewel ik Ruud Hendrickx nooit kan vergeven voor zijn bijwijlen onverhuld flamofobe taalmails, kan ik moeilijk zeggen dant ne mutten is. Hij ziet duidelijk even goed als ons (caveat lector: niet alle vrijwilligers van de VW delen per se deze mening) in dat er geen pan-laaglandse toekomst in het ABN zit, het verschil is dat hij dat (grotendeels vergeefs) heeft proberen verhinderen, verminderen of uitstellen waar wij het juist proberen bespoedigen. De meeste mensen kan het natuurlijk gewoon niets schelen.
“Anders kunnen we net zo goed echt Frans gaan praten.” is ook een zin die moeilijk Hollandser kan worden. Een Vlaamstalige zou “even goed” zeggen i.p.v. “net zo goed” (‘net’ is geen Vlaams), en zou “beginnen spreken” (zonder te) zeggen. Zie ook mijn commentaren bij gaan.
‘Noemen’ heeft een Franse invloed, maar is geen vertaling van ’s’appeler’, anders mag hij toch eens komen uitleggen wat die ‘s’ betekent. Bovendien is de echte letterlijke vertaling van ‘noemen’ in het Frans ‘nommer’, en de gewone vertaling ‘se nommer’. ‘Noemen’ en ‘nommer’ (‘naam’ en ‘nom’, …) stammen via een lange evolutie uiteindelijk gewoon af van hetzelfde woord.
Terzijde: hoe zouden Hollanders ‘Marcel Schoeters’ uitspreken, ik bedoel uitpraten?
Welkom Hilde Ramaut. Met de spelling ‘schoapemuultje’ vind ik geen hits op google, maar via schapemuiltje kom ik wel hier terecht:
https://www.meertens.knaw.nl/pland/woordenboekartikel.php?term=Grote%20leeuwenbek
Daar is te zien dat “schaap-muil” de benaming is die o.a. rond Brugge gebruikt wordt voor ‘grote leeuwenbek’, een plantje dat blijkbaar wel op een akkerviooltje lijkt. Verder op de pagina staan overigens de schrijf- en uitspraakvarianten van ‘schaap-muil’ te lezen.
Zou dit kunnen kloppen?
Ruud Hendrickx eindigt zijn afscheidsinterview als taaladviseur van de VRT in De Morgen als volgt: “Als taaladviseur heb ik altijd gezegd: ik neem een foto van het Nederlands van vandaag, niet dat van vijftig jaar geleden of dat van de toekomst. Zo zal je ‘Hoe noemt die?’ vandaag nog niet op Het journaal horen, maar ik stel wel vast dat dat meer en meer gebruikt wordt. Ik ben vrij zeker dat dat over vijftig jaar standaardtaal is. Ook op de VRT? Dat is goed mogelijk, ja.”
Zoiets schiet natuurlijk in het verkeerde keelgat bij de meer fundamentalistische taalscherpslijpers:
Een lezersbrief in De Morgen:
Ik zie niet in waarom een taalkundig onding zoals ‘Hoe noemt dat?’ (Comment ça ‘s’appelle?) standaard-Nederlands zou moeten worden. ‘Goed om weten’ (Bien à savoir), ‘zich verwachten aan’ ( s’attendre à) en dat vreselijke ‘ze mochten beschikken’ (ils pouvaient disposer) evenmin. Het kan toch niet zo moeilijk zijn om correct Nederlands te schrijven en te spreken. Anders kunnen we net zo goed echt Frans gaan praten. Lekker makkelijk. (Marcel Schoeters, Antwerpen)
Stijn De Paepe, huisdichter bij De Morgen, die eerder nog wel eens meer met Ruud Hendrickx over taalnormen in de clinch heeft gelegen vond er niet beter op dan volgend rijmsel te produceren:
Standaardtaal in 2072*
De standaardtaal blijkt dus gedoemd
– ofschoon ze wel de standaard noemt –
toch met de mode mee te gaan.
Elke faux pas wordt opgeslaan,
zo lijkt het wel, en na een tijd
is het AN flink uitgebreid,
nog sneller als je had gevreesd –
totdat je ’t zelfs in kranten leest!
*volgens Ruud Hendrickx
Einde citaat.
Persoonlijk twijfel ik eraan of de standaardtaal in 2072 nog een ‘zij’ zal zijn – wat ikzelf persoonlijk spijtig vind, maar dat is nu eenmaal de taalevolutie. Verder is tegen dan het begrip AN volledig achterhaald: Algemeen Nederlands dat zowel voor Nederland als voor Vlaanderen geldt zal dan niet meer bestaan. Er zal een Belgische/Vlaamse variant van het Nederlands zijn en een Nederlandse, kortom het Vlaams en het Nederlands. Daar ben ik redelijk van overtuigd.
“Ik zie niet in waarom een taalkundig onding zoals ‘Hoe noemt dat?’ (Comment ça ‘s’appelle?) standaard-Nederlands zou moeten worden. ‘Goed om weten’ (Bien à savoir), ‘zich verwachten aan’ ( s’attendre à) en dat vreselijke ‘ze mochten beschikken’ (ils pouvaient disposer) evenmin. Het kan toch niet zo moeilijk zijn om correct Nederlands te schrijven en te spreken. Anders kunnen we net zo goed echt Frans gaan praten. Lekker makkelijk.” (lezersbrief Marcel Schoeters in De Morgen)
Lekker makkelijk! Mijnheer zet zijn eigen af tegen het vertaalde Frans, maar neemt klakkeloos het Noord-Nederlands over. Doe-oei!
Het was mij ook opgevallen, nthn, dat van die het cabien. Ik ken die vorm cabien zelf niet en zou er spontaan de voor zetten. Google kent enkele ‘het cabien’, maar die komen blijkbaar meestal uit .NL en hebben betrekking op een cabine van een camion e.d.
Het vnw heeft misschien gedacht: ‘Doe die Vlamingen maar gelijk hetzelfde’, de NL variant van ‘et pour les flamands la même chose’
‘Het cabien’ volgens de vnw? Bedoelen ze niet gewoon dat de finale -e in de uitspraak kan wegvallen en dat er daar een gereduceerd lidwoord kan gebruikt worden (d’cabine), of zegt er echt iemand “da cabien”?
Voor mij kan het meervoud ook met een n, op basis van de zoekresultaten vermoed ik dat die vorm vooral gebruikt wordt aan de kust (voor de strandcabines/n).
De Nederlandse spelling wordt helaas geplaagd door het feit dat ze verschillende tegenstrijdige spellingsprincipes tracht te combineren: ze probeert zowel korte klinkers weer te geven door de medeklinkers erachter te verdubbelen (zoals in het Duits, Noors, …), maar alleen maar als het een meervoudsvorm betreft, en tegelijk probeert ze lange klinkers weer te geven door die klinkers te verdubbelen (zoals in het Fins), maar alleen maar als er effectief medeklinkers op volgen, anders mogen ze niet verdubbeld worden, maar voor eenlettergrepige infinitieven geldt er nog een andere regel, en voor meervoudsvormen van een woord dat met dubbele klinkers wordt geschreven in het enkelvoud moet de verdubbelde klinker dan weer weggehaald worden. Bovendien gebruikt ze dan nog eens een combinatie van verschillende klinkers om bepaalde éénklanken weer te geven (zoals in, en wel degelijk gepikt van, het Frans: eu, oe, …), in plaats van daarvoor accenten te gebruiken (ö, ů, …), maar ze gebruikt ook letters met accenten die identiek dezelfde klank weergeven als dubbel of enkel geschreven klinkers zonder waarde (é, è, à, …), en daarnaast gebruikt ze ook accenten om klemtonen weer te geven.
En dat allemaal terwijl medeklinkers in de spraak niet verlengd/verdubbeld worden (in tegenstelling tot bijvoorbeeld het Fins of het Pools)!
Het had zo eenvoudig kunnen zijn:
1 kat, 2 katten → 1 katt, 2 katten
1 maat, 2 maten → 1 mat, 2 maten
Of:
1 kat, 2 katten → 1 kat, 2 katen
1 maat, 2 maten → 1 maat, 2 maaten
Er is iets te zeggen voor uw standpunt, Taalgardenier. Sommige korte oe’s hebben in SN een korte o en daar laten ze dan wel een verdubbeling van de f toe: sloefen —> sloffen. Sloeffen zou dan niet onlogisch zijn.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.