Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
volgens Van Dale :
dot (de ~, ~ten)
1 kleine samenhangende hoeveelheid van een donzige, wollige of vezelige stof
2 wat klein, lief en mooi is => honnepon, snoepje, snoes, snoezepoes
in Vlaanderen ook een specifieke haardracht (vooral bij vrouwen), vergelijkbaar met een paardenstaart maar dan in ‘bolvorm’ of ‘knotvorm’
mijn oma draagt haar haar altijd in een dotje.
slag, klop, uithaal
hij was zo onbeschoft dat ik hem bijna een dot op zijn oog gaf..
als iets klaar is ,of afgewerkt, is “het in de sjakosj”
ik heb veel moeite moeten doen om haar zover te krijgen, maar nu is ’t in de sjakosj
lieveling, iemand die bij jou een streepje voor heeft, die van jou een voorkeursbehandeling krijgt
dat is zijne febbekak , die mag van hem altijd wat meer..
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.