Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Het is speciaal dat Louis Paul Boon niet tssnoenens, tsavonds, tsanderendaags e.d.m. schreef, nochtans zeer frequent in zijn moedertaal.
In NL zeggen ze zatjes, dus eigenlijk feitelijk zou ik dit niet echt Vlaams noemen. Ge kunt eventueel wel argumenteren dat een VL bij woorden gelijk ‘zat’ twee opties heeft: zatjes (“zatsjes”) en zattekes, en dat die laatste de voorkeur geniet, maar het zou dan eerder als veralgemeend spraakkundig lemma moeten herwerkt worden. Anders moeten we voor alles de diminutieven beginnen oplijsten: hond – hondje(n) – hondeke(n) (n.b. niet verouderd maar perfect modern Waas), …
Die eerste voorbeeldzin is volgens mij geen Vlaams maar Nedersaksisch. Zou ook verklaren waarom het over Hengelo gaat. Ik denk ook dat de regio eerder oostelijk VL is, voor mij is dat gewoon ‘sjans’.
Welkom, Verpleegster Sofie, en merci voor de toevoeging. Ik heb er van den eerste keer nog een link naar het Dialectloket bijgezet, met een aantal taalkaarten en een uitgebreide uitleg over pijfers en pieten en andere paard- en fluiterij.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.